dinsdag 26 september 2017

Kuipje en de Sneeuwstormen

Harry “Cuby” Muskee is geboren in Assen op 10 juni 1941.
Hij was de zanger die samen met Eelco Gelling de bluesband Cuby and the Blizzards opgerichte.

De band werd bekend met nummers als Appleknockers Flophouse, Another Day, Another Road en Window of my Eyes.
Muskee brak begin jaren zestig door met de Blizzards met het eerste album van de band Desolation, dit album kwam uit in 1966.
Bij zijn moeder openbaarde zich vlak na zijn geboorte de toen nog onbekende ziekte multiple sclerose.
Door de ziekte van zijn moeder gingen ze samen bij de moeder van zijn vader wonen, die de opvoeding op zich nam, ze woonden in een Assense arbeiderswijk.
De karige en sombere naoorlogse jaren vijftig braken aan, maar onder de jeugd en ook bij Harry Muskee broeide iets.
Als tiener luisterde Harry naar Radio Luxemburg en de Voice of America, daar hoorde hij de muziek die bij zijn broeierige hart paste.
Het zou de richting bepalen van de Drentse jongen die blijkbaar voor de blues muziek geboren was. Na de beluisteren van de lp Live at Newport van John Lee Hooker wist hij zeker welke kant zijn muzikale richting op moest en deze zou op het repertoire komen van de band waarmee Harry Muskee legendarisch werd.
Als jonge corrector bij de Drentsche en Asser Courant leerde hij een leerling fotograaf kennen die goed gitaar kon spelen, namelijk Eelco Gelling.
Ook al speelde ze in de Rocking Strings het werk van de Shadows, Elvis Presley en de Rolling Stones na het beviel Muskee niet, hij wilde eigen Drentse blues gaan maken.
Bij Gelling stroomde die stijl zo uit de vingers, nu hadden ze nog een opvallende naam nodig.
Voor zichzelf verengelste Harry de naam van de hond van de buurvrouw Koebie en in het Engelse woordenboek prikten ze de benaming voor een hevige winterstorm met felle kou.

In 1966 verscheen Desolation, de band prijkte op de hoes, net als de Rolling Stones op hun lp Out of Our Heads.

De afkorting van de groepsnaam kwam in grote kalkletters op muren te staan: C + B en ze werden in korte tijd zeer populair, zo erg zelfs, dat ze in het voorjaar van 1966 werden uitgenodigd voor het huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg, ze weigerde de Koninklijke uitnodiging af.

De band beleefde in november 1967 zijn eerste ernstige crisis nadat Herman Brood, die op dat moment ook in de band mee speelde, in Den Haag was gearresteerd wegens het bezit van een kleine hoeveelheid marihuana. Het voorval had grote gevolgen. Zo melde de media dat de groep uit elkaar ging, maar in plaats daarvan kwam er een wisseling in de bezetting. Door het aanhoudend drugsgebruik werd Brood definitief uit de band gezet en vervangen door Helmigt van der Vegt.

Bij de uitreiking van de Edison voor het album Desolation in maart 1968 noemde presentator Wim Sonneveld de band ‘Kuipje en de Sneeuwstormen.’
Cuby + Blizzards deden veel optredens en toerden intensief en uitputtend in binnen en buitenland, tot diep in het toenmalige Oostblok.
De onderlinge spanning kon hoog oplopen, omdat financiën chaotische waren maar ook de extremen humeurigheid van de zanger, zo raakte de fut uit de band en de “Zwolse” leden stapten uit de band en in 1972 was het gedaan met de band.
Joost den Draaijer zette met de leden Red, White & Blue op, maar dat werd geen succes, dus de naam werd weer gewijzigd in Cuby + Blizzards.
Nadat Herman Brood zich weer bij de groep had aangesloten, kreeg deze weer wat roem, maar dat was van korte duur, na een korte tijd verlieten Brood en anderen de groep.

Na het vertrek in 1977 van Eelco Gelling naar Golden Earring ging Harry Muskee verder onder de namen Harry Muskee Band, met deze groep maakte hij de plaat waar hij altijd trots op is gebleven: The Legend, met teksten van Jules Deelder, The Zoo en For Real.
De missie ging door, door het spelen van handgemaakte muziek, dat was altijd in de schaduw van Cuby, de legende zelf.
Eind jaren tachtig ontmoette hij er de twintig jaar jongere Douwina Oosterhof. Ze kende Harry niet uit de grote tijd van Cuby + Blizzards ze had omgang met hem om hoe hij was, niet om zijn status als bluesmuzikant.
Ze heeft hem nooit op een voetstuk geplaatst, Douwina woonde in Rolde en in 1991 trok Harry bij haar in en ze wonen tot nu toe samen.

Er kwam ook een nieuwe groep, simpelweg Muskee geheten.
Begin jaren negentig werd de oude bandnaam weer opgepakt en sindsdien maken oudgedienden Herman Deinum, Helmig van der Vegt en Hans Lafaille weer deel uit van Cuby + Blizzards, terwijl Erwin Java vaste gitarist was.
In de jaren negentig ondernam hij samen met programmamaker Albert Haar een paar lange expedities naar het land waar de oorsprong van de blues ligt namelijk Amerika.
Hij had inmiddels veel over de blues gelezen, nu maakten ze lange tochten langs de wortels van de blues.
Vooral Mississippi maakte indruk, ze bezochten daar de Stovall Plantation waar Muddy Waters was opgegroeid. Thuis in Rolde groeide de stapel boeken over de blues gestaag.
Muskee leerde inzien dat de kracht van de blues steekt in de werking van tegenpolen die elkaar versterken, zoals het verdriet tegenover de vreugde.
Het is muziek die troost en kracht geeft, helaas was het grote publiek er al lang niet meer in geïnteresseerd, wat wel bleef was de belangstelling voor de legende.

In 1995 kreeg de oude vriend Johan Derksen het idee om Cuby + Blizzards weer nieuw leven in te blazen, hij wilde de groep herintroduceren als een merk, dat was ook met veel succes bij de Rolling Stones gelukt met hun opeenvolgende Greatest Hits Tours.
Dat moest ook kunnen met de Blizzards, zij het bescheidener en niet in stadions, maar in de Nederlandse schouwburgen.
Cuby kwam terug met Helmig van der Vegt op toetsen, Herman Deinum op bas, Hans La Faille achter de drums en Erwin Java als de beste opvolger van Eelco Gelling.
In deze samenstelling de samenwerking hield het vijftien jaar vol, ze speelden betere blues dan ooit.

Muskee kreeg op 29 april 2003 tot zijn eigen grote verbazing zijn Ridderorde, dankzij het succes van de lobby van de Stichting tot het Behoud van het Cultureel Erfgoed Harry Muskee.
Hij weigerde het lintje niet, noemde het ook een erkenning voor de blues en hij hoopte dat de koningin ook wel eens naar deze minderhedenmuziek luisterde.
In november 2003 verscheen de biografie over Muskee en de Blizzards, De Missie.
In 2004 maakten Cuby + Blizzards een theatertournee met een ode aan blueszanger John Lee Hooker.
In 2006 verscheen een box met dvd, cd, documentaire fotoboek over de bluesband, samengesteld door Jan Douwe Kroeske.
De biografie van Harry Muskee door schrijver Jeroen Wielaert werd dat jaar uitgeroepen tot beste popboek van Nederland en Vlaanderen.
In 2007 ontvingen zanger en groep de Gouden Harp voor het hele oeuvre en juist ter gelegenheid van Muskee’s zeventigste verjaardag werd begin juni het Cuby + Blizzards Museum geopend in Grolloo. Op 11 juni sloot Cuby + Blizzards het eerste Groeten uit Grolloo-festival af, het was het laatste optreden van de roemruchte groep.
Muskee had al besloten om te stoppen met toeren. Daarna werd hij getroffen door kanker.
Op 26 september 2011 overlijdt Harry Muskee na een lang ziekbed.

zaterdag 23 september 2017

Golden Earring (deel 3)

Soberheid kenmerkt ook het album Prisoner Of The Night, het album waarmee de Golden Earring het nieuwe decennium betreedt. Het pure rock album levert in de vorm van Long Blond Animal en No For An Answer twee songs op die nog jaren op de setlist van de band zullen staan. Hoewel de band weer in zwaar weer verkeert, weet het de lokroep van de nostalgie te weerstaan. Terwijl in 1980 tijdens de Haagse Beatnach festival verschillende tijdgenoten van weleer hun oude hits nog eens afstoffen, schittert Golden Earring nadrukkelijk door afwezigheid. In plaats daarvan brengt de band een opwindend live album uit: 2nd Live. Ook al lijkt de band op het podium nog springlevend te zijn, achter de schermen denkt het viertal er over om de handdoek in de ring te gooien.

Freddy Haayen, de ontdekker van de Golden Earring, weet tijdens een emotioneel verlopen vergadering de band ervan te overtuigen om de loopbaan met een daverend slotakkoord te eindigen. Het oorspronkelijke plan om alle vier de bandleden een evenredig aantal songs te laten schrijven, wordt al in een vroeg stadium verlaten. Ook het voornemen  om een conceptalbum te maken, wordt uiteindelijk van tafel geveegd. Cut, dat in 1982 uitkomt, is een plaat waarop Golden Earring weer bevlogen, actueel en urgent klinkt. Een van de vele hoogtepunten is het bol van suspense staande Twilight Zone, geschreven door George Kooymans en aanvankelijk bedoeld voor zijn nieuwe soloplaat.



Het door Shell Schellekens geproduceerde album brengt de band in een klap terug. Zowel in Nederland als elders. De single Twilight Zone schiet in diverse landen hoog de hitlijsten in, niet in de laatste plaats dankzij relatief nieuwe muziekzender MTV die de door filmer Dick Maas geregisseerde clip hoog in de roulatie zet. De band gaat ook weer op tournee in Amerika, waar Twilight Zone zelfs tot de Top 10 reikt. Golden Earring toert o.a. met Rush, maar speelt er ook op eigen kracht. De plannen om te stoppen worden stilzwijgend in de ijskast gezet.

De tweede jeugd van de band krijgt een overtuigend vervolg met N.E.W.S. dat in 1984 het licht ziet. Ook de single When The Lady Smiles wordt voorzien van een spectaculaire clip van Dick Maas. Een fragment waarin een non wordt aangerand, schiet heel wat fatsoensrakkers in het verkeerde keelgat. Als gevolg daarvan wordt de clip door verschillende muziekzenders laat op de avond of in gecensureerde vorm vertoond. Op de golven van het succes van Cut verkoopt N.E.W.S. nog altijd goed en krijgt ook When The Lady Smiles internationaal veel airplay. Het is ook de basis voor een nieuwe en naar zal blijken laatste Amerikaanse tournee.

In 1986 komt The Hole uit. Het is een internationale release, dat het commercieel echter niet haalt bij de twee voorgaande albums.  Golden Earring moet het weer vooral van de thuismarkt hebben, waar Quiet Eyes dan ook een nieuwe Top 10 hit oplevert. In de zomer van 1986 speelt de band bovendien op het strand van Scheveningen, voor 185.000 fans. Een periode waarin de band ook zakelijk in zwaar weer terecht komt, wordt afgesloten met het uitkomen van de compilatie The Very Best of Golden Earring, het meest representatieve hit-overzicht tot dan toe. Het album verkoopt boven verwachting en de daaraan gekoppelde hits-tournee blijkt ook een succes. In 1989 volgt er ook weer nieuw materiaal, in de vorm van het tamelijk elektronisch klinkende Keeper Of The Flame, met de daarvan afkomstige single Turn The World Around. Het nummer komt uit in een periode dat in het Oost Europa rommelt, met name in Oost Duitsland, waar in Berlijn de muur neergehaald wordt. Het nummer sluit daarmee naadloos aan op de snel veranderende tijden.



Joe Dassin

Joe Dassin (1938-1980) werd geboren in New York als zoon van Jules Dassin, een joodse filmregisseur, en Béatrice Launer. Hij groeide op in New York en Los Angeles. Later verhuisde Dassin met zijn ouders naar Europa.

Na het afsluiten van zijn studies aan het internaat Institut Le Rosey in Zwitserland verhuisde Joe Dassin terug naar de Verenigde Staten om aan de University of Michigan te studeren. Na het behalen van zijn diploma verhuisde Dassin weer, ditmaal naar Frankrijk. Hier vond hij een baan bij een radiostation, waardoor hij de eerste contacten in de muziekwereld kon leggen.

Maryse Massiera, de vriendin van Joe Dassin, is een kennis van Catherine Regnier, secretaresse bij CBS Records, een bedrijf dat onlangs is verhuisd naar Frankrijk, met het oog op het promoten van Amerikaanse sterren.



Maryse geeft haar vriendin een tape waarop Joe Dassin een Amerikaans volksliedje, “Freight Train” zingt. Haar bedoeling is om voor Joe een verjaardagsgeschenk in de vorm van een plaatje met hemzelf erop te laten maken. De mensen van CBS vinden het echter zo goed dat ze onmiddellijk een plaat willen opnemen en ze verdelen.

In juni 1965 brengt hij een nieuwe EP uit met het titelnummer “Je vais mon chemin”. Het wordt een flop.
Zijn derde EP komt er snel aan tegen eind 1965. Deze keer is het raak met “Bip Vip” een vertaling van John Loudermilks “Road Hog”. De carrière van Joe Dassin is nu gelanceerd.



Zijn bekendste hits worden « Aux Champs-Élysées », « L'été indien », « Salut les Amoureux » en « Ça va pas changer le monde ».

Dassin stierf ten gevolge van een hartaanval tijdens een vakantie op Tahiti in augustus 1980.
Hij werd begraven in het Hollywood Forever Cemetery in Hollywood.

woensdag 20 september 2017

Cornelis Vreeswijk (deel 2)




Cornelis Vreeswijk (8 augustus 1937–12 november 1987) was een bijzonder mens. Geboren in IJmuiden verhuisde hij op jonge leeftijd naar Zweden, waar hij een van de meest invloedrijke artiesten van de 20e eeuw werd. Tot aan zijn vroegtijdige dood maakte hij er meer dan 30 platen. Folk, blues, rock, samba: de Zweedse muziek van Vreeswijk kent vele kanten. Zijn unieke stemgeluid, zijn ijzersterke teksten en zijn turbulente levenswandel maakten hem tot een uniek fenomeen in de Scandinavische wereld.

Cornelis Vreeswijk wordt geboren op 8 augustus 1937 in IJmuiden. In 1949 emigreert het gezin naar Zweden, waar vader Vreeswijk in Stockholm een taxibedrijfje begint. Al snel stort Cornelis zich als een bezetene op de Zweedse taal. Elke middag na schooltijd zit hij in de bibliotheek boeken te lezen. Later zal Vreeswijk aan de Nederlandse journalist Peter Verschoor vertellen, dat zijn fanatieke inspanning om Zweeds te leren alles te maken had met een vernederende ervaring op school. Tijdens een voorleesbeurt had hij het woord "vitamine" op zijn Nederlands uitgesproken, waarop de hele klas hem minutenlang had uitgelachen.Tot groot onbegrip van Vreeswijk. Want hoe kon hij weten dat het woord "vitamine" zoals hij het uitsprak, niets te maken heeft met de chemische stof, en alles met het vrouwelijke geslachtsorgaan?

Na de middelbare school gaat Vreeswijk naar de toneelschool. Ook probeert hij het een tijdje op de sociale academie. Maar zijn hart ligt bij de muziek. In zijn studententijd komt hij in aanraking met de bekende Zweedse folkzanger Fred Åkerström. Vreeswijk vraagt hem of hij wellicht wat liedjes wil kopen die hij in de loop der jaren gemaakt heeft. Åkerström is wel benieuwd en nodigt Vreeswijk uit wat materiaal te komen voorspelen. Bij die gelegenheid is ook een platenproducer aanwezig. Deze is zo enthousiast over het markante stemgeluid van Vreeswijk dat hij hem direct voorstelt zélf een plaat te maken. De plaat verschijnt in 1964 en draagt als titel Ballader och oförskämdheter, wat zoveel betekent als 'Ballades en vrijpostigheden'. Geen woord te veel! De LP slaat in als een bom en veel Zweden reageren geshockeerd op de vrijpostige teksten van Vreeswijk, die gaan over hoeren, zwervers en andere minder fraaie kanten van de goedgeorganiseerde Zweedse samenleving. Bovendien neemt hij kerk en politici genadeloos op de hak. Dat zijn de brave Zweden niet gewend.



De plaat is binnen mum van tijd uitverkocht en zijn reputatie is gevestigd. Ook zijn volgende LP's doen het goed. Een van zijn meest populaire nummers is 'Brev från kolonien' (brief uit het kamp) over een jongetje dat op zomerkamp is en zijn ouders een opgewekte brief schrijft over alle rotzooi die de jongens 's avonds uithalen. Zoals het in de fik steken van de tent van de kampleiding. (Wat zegt u? Dat doet u denken aan Rijk de Gooijer's 'Brief uit La Courtine'? Heel goed, beiden gebruikten het origineel van een zekere Pucinetti). Dit nummer leidt trouwens ook tot een kleine rel. Bezorgde ouders nemen de tekst wat al te letterlijk en weigeren hun kinderen nog op zomerkamp te sturen. Het is niet de enige keer dat Vreeswijk in aanraking komt met de nogal paternalistische Zweedse maatschappij uit die jaren. De radio en televisie achten een groot deel van Vreeswijks nummers 'ongeschikt voor uitzending' en voorzien deze van de beruchte doodshoofdsticker: de liedjes mogen niet gedraaid worden omdat zij een kwalijke invloed op de jeugd kunnen hebben. Bij andere nummers vertelt de presentator steevast dat de luisteraar afstand dient te nemen van de inhoud van de tekst. Vreeswijk houdt er niet van om betutteld te worden en reageert door zelf de uitzending van zijn nummers te verbieden. Hij is inmiddels zo populair dat dit de verkoop niet al te veel hindert.

zondag 17 september 2017

Glitter rock

Daar waar de sixties bolstonden van artiesten die de maatschappij op de korrel namen, waar protestzangers de plak zwaaiden en psychedelische muziek een uitlaatklep vond, doken er aan het begin van de jaren zeventig een rist zangers op die ‘zichzelf ‘ meer in de kijker gingen zingen en wat toegeeflijker tegenover de maatschappij stonden, alles iets meer gingen relativeren, behalve dan zichzelf, want heel hun doen en laten werd uitvergroot. Glitter en glamour kregen voorrang, vaak zelfs op de muzikale inhoud. Het werd het tijdperk van de glitter rock, ook wel glam rock genoemd  waar, extreem gesteld, de look soms belangrijker leek dan de inhoud. Er werd op het podium in die tijd dan ook een aardig stukje theater opgevoerd en ook vaak er naast. Hun ‘androgyne stijl’ werd een verlengstuk van de sexuele vrijheid die in de sixties was afgedwongen. Heren, opgetut als verleidelijke dames, mochten voortaan de show stelen. Het was een provocerende manier om het establishment tegen de schenen te trappen. In de jaren vijftig had Elvis dat op zijn rockende manier gedaan, in de jaren zestig rebellerende figuren als The Rolling Stones en nu was het de beurt aan een rist opgetutte venten, al was het deze keer iets meer voor de show dan dat er een echte vuist werd gemaakt. Het was allemaal een ietsje meer glitter en glamour, maar het zorgde wel voor het beoogde shockeffect.



David Jones speelde ooit saxofoon bij de jazzformatie George and The Dragons en was dol op het boek On the road van Jack Kerouac. In 1963 keerde hij echter de jazz de rug toe en ging rhythm and blues spelen bij David Jones and The King Bees. Daar hield hij het niet lang vol en ging zich wat amuseren bij bands als The Manish Boys en The Lower Third. In de Londense clubs waar hij vaak vertoefde, voelde je almaar meer aan dat homo’s zich stilaan wilden outen. Een figuur zoals Allen Ginsberg drong er op aan dat homosexulaiteit zou aanvaard worden. Een androgyne manier van zich op te tutten en opvallend te kleden, vond almaar meer ingang. David Jones voelde zich echt thuis in dat milieu. Vooral dat zich vrouwelijk opdirken, sprak hem sterk aan. Toen in 1966 The Monkees opdoken en populair werden en één van de zangers Davy Jones heette, vond David Jones het hoog tijd zijn naam te veranderen in David Bowie.  Hij werd de trendsetter van die hele Britse glitter scene. Omdat zijn interesse vooral uitging naar theater en kunst lag het voor de hand dat hij niet zomaar ging optreden. Hij wou op het podium een karakter neerzetten daarbij geïnspireerd door de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick en door de belangstelling voor de ruimtevaart in het algemeen na de maanlanding in 1969. Die figuur werd Major Tom zoals die opduikt in Bowie’s Space Oddity. Muzikaal gezien stond zijn akoestische gitaar in schril contrast met de elektronische instrumenten die hij gebruikte. Hij produceerde een ‘space-age geluid’ waarvan hij dankbaar gebruik maakte toen hij aan het begin van de jaren zeventig zijn karakter Ziggy Stardust lanceerde. Zijn begeleidingsband noemde hij The Spiders From Mars. Bowie was voortdurend op zoek naar de juiste muzikale invalshoek: van Bob Dylan over Lou Reed tot en met Iggy Pop aan wie hij één van zijn bekendste hits The Jean Genie in 1972 opdroeg. Hij experimenteerde graag: de ene keer in een Rolling Stone’s stijl, dan weer met een vleugje disco om hier en daar zelfs een beetje met Frank Sinatra te flirten. In een song als Fame klonk Bowie dan weer op zijn funky best. Op een album als Heroes ging Bowie in 1977 samenwerken met Brian Eno. Films waren hem ook niet vreemd, denken we maar aan zijn glansrollen in The Elephant Man en Merry Christmas, Mr Lawrence. Bowie in een hokje stoppen, is moeilijk, want hij wisselde te vaak van stijl en speelde nooit met een vaste groep. Als fan moest je nu eenmaal mee evolueren met David’s evolueren creatieve buiten van het moment.



Wie net als Bowie ook met blues en rock begon, was Reginald Kenneth Dwight alias Elton John. Urenlang moest hij thuis op de piano tokkelen, hij won niet voor niets een beurs aan The Royal Academy of Music in Londen. Als fan van de Britse blueslegende Long John Baldry doopte hij zichzelf Elton John. Zijn voornaam Elton leende hij van saxofonist Elton Dean. John was verzot op glitter en glamour, ook al begon zijn carrière eerder beheerst en bedeesd, maar eenmaal bezeten door het dragen van opvallende brilmonturen en hoge laarzen kon de pret niet meer op. Hoe grootser zijn shows qua aanpak, hoe liever. Liberace verbleekte naast hem en je kon zo zien en horen dat een nichterige ijdeltuit als Little Richard veel invloed op hem had uitgeoefend. John kon erg veel stijlen aan gaande van een ballad zoals Your song tot het rockende Saturday night’s alright for fighting. Velen beschouwen Elton John als één van de betere singer songwriters van de seventies, maar die moeten we toch voorzichtig op de vingers tikken, want Elton liet het tekstschrijven over aan zijn haast onafscheidelijke kompaan Bernie Taupin. Oké, John is en blijft een supergetalenteerde liedjesmaker zoals we kunnen horen op het album Two Rooms waarop artiesten als Eric Clapton, Tina Turner en Phil Collins terecht een eresaluut brengen aan zijn talent. Jammer dat vooral in de jaren tachtig cocaïne en alcohol een soort domper hebben gezet op het oertalent dat Elton was. Buiten de hit That’s what friends are for, mogen een groot deel van zijn creaties uit die periode vergeten. Gelukkig herpakte hij zich in de jaren negentig met producties als The One en de soundtrack voor de Disneyfilm The Lion King die hem zowel een Grammy als een Oscar opleverde. We moeten wel opmerken dat het gehalte glitter en glamour in de jaren zeventig hoogtij vierde en dat John nadien aardig inbond. In 1988 verkocht hij trouwens een groot deel van zijn bijeengespaarde ‘bling bling’ tijdens een veiling op her getouw gezet door Sotheby’s in Londen.



Er is één glitter boy die ik zeker moet vermelden omdat ik één van de eersten was die hem graag lustte, Marc Feld, bekend geworden als Marc Bolan. Zijn androgyne look leunde sterk aan bij die van David Bowie daarbij geruggesteund door zijn begeleidingsgroep Tyrannosaurus Rex, voor sommigen té moeilijk om in één adem aan- en af te kondigen zodat na een tijdje T-Rex méér dan volstond. Bolan was dol op Afrikaanse percussie, zoals Afrikaanse bongo’s, Aziatische gongs en meerdere van die uitheemse instrumenten.  Micky Finn bracht Bolan op zekere dag op de idee violen te gebruiken gecombineerd met een volledige drumsectie en een bassist zoals te horen op hun hit Bang a Gong (Get it On) uit 1971 samen met het opzwepende Jeepster terug te vinden op het album Electric Warrior waarmee volgens kenners het startsein werd gegeven voor de glam rock craze.



Plaatsruimen in dit geschrijf over glitter rock maak ik ook graag voor Freddy Mercury en zijn muzikale bende Queen. Samen met zijn studievrienden Brian May, John Deacon en Roger Taylor besloten ze muziek te maken. Gewoon op een podium op hun gitaar staan tokkelen, zinde hen niet. Zij streefden dadelijk naar superstardom. Zij voelden wel voor wat hard rock hier en daar gekruid met een beetje heave-metal al bleven ze wat dat betreft behoorlijk voorzichtig. Ze besteedden erg veel tijd aan dure studioproducties zoals we uitvoerig kunnen horen op het album A Night at The Opera uit 1975 met als onsterfelijk pronkstuk Bohemian Rhapsody. Ze zouden nadien dankbaar gebruik blijven maken van rockelementen doorspekt met klassieke truukjes. Zelfs rockabilly kwam er aan te pas toen ze in 1980 uitpakten met Crazy little thing called love en een streepje funk te horen in Another one bites the dust uit 1980.

Daarstraks al vernoemd Brian Eno die met zijn avant garde verpakking van fifties getinte popsongs samen met Roxy Music opdoken in de Britse charts. Eno stapte in 1973 al op, maar geen nood hun uithangbord en liedjesleverancier Bryan Ferry bleef de groep trouw. Mascara en eye liners waren ook hem niet vreemd. Een gladgestreken maatpak deed de rest, al stonden een androgyne outfit en een nazi-uniform hem ook wel aardig. Ferry hanteerde in zijn  songs een wat bizarre vorm van humor zoals in In every dream home a heartache over sex met een opblaaspop  uit 1973 of Do the strand waarin hij de draak steekt met diverse dansjes uit de sixties.



In de Engelse glam rock herkenden we veel elementen uit de Britse homowereld zoals glitterkleding, extreem gebruik van schmink, plateauzolen enz… Als reactie op de eerder elitaire aanpak van David Bowie en Roxy Music zagen we de opkomst van acts zoals Slade, The Sweet, Mud en Gary Glitter die een veel breder publiek aanspraken. Glitter kreeg daardoor iets volks, het werd populistisch. Look wat you dun, Do you wanna touch me, Funny funny en Tiger feet werden stuk voor stuk gouden hits!

De Amerikaanse glitter rock klonk veel ruiger en harder dan de Europese. Voorop liep Alice Cooper die zich niet alleen een meisjesnaam had aangemeten, maar zich opvallend kleedde en dol was op extreme shows, hij werd een soort drama queen. Bekijk maar eens de hoes van zijn eerste album Pretties for you uit 1969, dan zie je al genoeg. In zijn kielzog volgden Lou Reed’s band The Velvet Underground daarbij gestimuleerd door de ideeën van kunstenaar Andy Warhol en hun opvolgers The New York Dolls die de leemte invulden die Lou Reed openliet. Nichteriger dan zij zich uitten kon haast niet. Met elementen zo meegepikt uit de beste horror movies betrad Kiss de arena gewapend met een stevige lading muziek zoals Beth, Hard luck woman en New York Grove al maakten ze volgens hun fans van het eerste uur een stevige, haast onvergeeflijke slipper door in 1979 op te dagen met het discogetinte I was made for lovin’ you. Wie bij het zien van Kiss aan gothic denkt, komt aardig in de buurt. In Amerika zou dat glitter gedoe van invloed zijn op hardrockers als Joan Jett and The Blackhearts, Quiet Riot en Mötley Crüe. In Engeland gaf dat glittergebeuren de aanstoot om als reactie op dat decadente glamgedoe laatdunkend uit te pakken met onvervalste punk onder aanvoering van The Sex Pistols.


donderdag 14 september 2017

Furry Lewis


In Memphis, Tennessee overlijdt op 14 September 1981 blues-muzikant Furry Lewis. Furry Lewis wordt op 6 Maart 1899 in Greenwood, Mississippi geboren. In 1927 neemt Lewis voor platenmaatschappij Vocalion zijn eerste plaat op. In de jaren 20 heeft Lewis enig succes met nummers als Kassie Jones, Stack-O-Lee en Judge Harsh Blues (later Good Morning Judge genoemd). Furry Lewis bereikt nimmer de erkenning van het grote publiek. In 1962 wordt hij door 'folklorist' Adrian Mitchell ontdekt en wordt hij wat bekender. In 1979 brengt Joni Mitchell een ode aan Furry Lewis op haar album Hejira in Furry Sings The Blues. De hoogtepunten van zijn carierre, voor zijn dood in 1981, zijn ondermeer dat Furry Lewis twee keer in het voorprgramma van The Rolling Stones staat, een keer optreedt in de Johnny Carson Show en een rolletje speelt in een Burt Reynolds film. Furry Lewis is 82 jaar geworden.

maandag 11 september 2017

Muziek en het brein

Er wordt binnen de Muziekpsychologie steeds meer bekend over de werking van muziek in het brein. Muziek wordt gevormd in de hersenen. Voordat het in de hersenen terechtkomt is muziek geluid. Geluid zijn trillingen die door het trommelvlies worden waargenomen. Het brein maakt (oftewel onze hersenen maken) daar muziek van. Dit artikel gaat hierover.

Het brein werkt crosslateraal. Dat betekent dat de linkerhersenhelft de rechterkant van het lichaam bestuurt en andersom.

De linkerhersenhelft is de logische, analyserende, rationele, verbale kant, de rechterhersenhelft heeft te maken met intuïtie, is non-verbaal, synthetisch. Dit is een zeer vereenvoudigd model. Dit wordt duidelijk bij het volgende voorbeeld: bij het analyseren zijn beide hersenhelften nodig, evenals bij abstract denken.

Muziek legt verbindingen tussen beide hersenhelften. Dit gebeurt niet alleen bij het musiceren of verwoorden van muziek, maar ook in het muziek luisteren: bij consonante akkoorden is vooral de rechterhersenhelft actief en bij dissonante akkoorden de linker. Complexe muziek wordt dus door het gehele brein ontvangen, en meer eenvoudige muziek alleen door de rechter hersenhelft. Muzikale training zorgt ervoor dat sommige rechterhersenhelft georiënteerde processen naar de linker hersenhelft worden overgebracht. Dit gebeurt vooral als muzikanten leren te praten en te denken over muziek in linguïstische termen.

In het brein bevinden zich verschillende plaatsen die bij het muziek luisteren of maken geactiveerd worden. Zo worden er niet alleen verbindingen gelegd tussen rechter en linker hersenhelft, maar ook tussen hersendelen voor en achter in het brein.

De verschillende hersenen hebben verschillende functies. Sommige delen zijn meer gericht op de emotie, andere op de klankverwachting, andere op motorische reacties en weer andere gericht op analyseren, herinnering, of musiceren.
Motorische cortex (cortex is hersenschors)
Wordt gebruikt bij beweging, meetikken, dansen, het bespelen van een instrument.

Zintuiglijke cortex
Tactiele feedback van het bespelen van een instrument en dansen.

Auditieve cortex
Hier worden de eerste stadia van het luisteren naar geluid, de perceptie en het analyseren van tonen verwerkt.

Prefrontale cortex
Zorgt voor het creëren van klankverwachting, schending en bevrediging van verwachtingen.
Cerebellum (kleine hersenen)
Beweging zoals bijvoorbeeld het meetikken met de voet, dansen, bespelen van een instrument. Maar de kleine hersenen zijn ook betrokken bij de emotionele reacties op muziek.

Visuele cortex
Muziek lezen, kijken naar de bewegingen van de uitvoerder (ook naar die van zichzelf).

Corpus Callosum
Deze verbind de rechter en linker hersenhelft.
Hippocampus
Het geheugen voor muziek, muzikale ervaringen en contexten.

Nucleus accumbens (aanliggende kern)
Zorgt voor emotionele reacties op muziek.

Amygdala
Zorgt voor emotionele reacties op muziek.


Het muziekonderwijs kan hierbij aansluiten. Welk deel van de hersenen heeft welke soort taken? Mensen denken en voelen, maar in de educatie wordt er voornamelijk aandacht besteed aan het denken. Maar de meeste beslissingen worden gebaseerd op beide, daarom zou het goed zijn ook in het onderwijs het voelen meer aan bod te laten komen. De rechter, holistische hersenhelft komt minder aan bod in het onderwijs terwijl deze in het dagelijks leven net zo belangrijk is. Muziekeducatie verbeterd het crosslaterale denken. Muziek is dus een unieke scholing voor het brein. Boeken die op het brein en muziekonderwijs ingaan zijn bijvoorbeeld klanksporen of the sounding symbol.

Muziek legt unieke verbindingen in de hersenen. Bij muziek wordt ook de meer holistische hersenhelft aangesproken (de rechter) terwijl deze in het onderwijs vaak niet aan bod komt. Toch heeft de mens in het dagelijks leven deze hersenhelft net zo nodig als de linker. Muziek zou dus een belangrijke plaats in het onderwijs moeten innemen.

vrijdag 8 september 2017

The Last Time


Ook al wordt hun The Last Time keihard met Jagger/Richard ondertekend, toch is dit oorspronkelijk geen Stones-nummer. Aan wie het auteursrecht dan wel toekomt? Aan de Lord himself, hallelujah.
De oudste versie is waarschijnlijk deze van the Eagle Jubilee Four (1938) op het Vocalion label. Keith Richards heeft altijd gezegd dat de song “gebaseerd” was op een oude gospel van de Staple Singers (!)



‘Bitter Sweet Symphony’ is het bekendste nummer van de Britpop groep The Verve. Het gaf de Britse formatie echter een bittere nasmaak. Het nummer bevatte namelijk een sample van de orkestversie van ‘The Last Time’ van The Rolling Stones door het “Andrew Loog Oldham Orchesra”. Dit gebeurde aanvankelijk gebeurde met goedkeuring van de Stones zelf. Maar toen het nummer uitkwam vond Allen Klein (die de rechten van ‘The Last Time’ bezit) dat de sample er te dik bovenop lag, en klaagde The Verve aan. De rechten werden toegewezen aan zijn ABKCO Music, die een aantal licenties van The Rolling Stones beheert. Het resultaat was dat The Verve al het geld dat het verdiend had aan de keren dat het nummer werd gedraaid moest terugbetalen.

maandag 4 september 2017

Bram Vermeulen

Abraham Gerrit (Bram) Vermeulen is geboren in Den Haag op 13 oktober 1946, hij groeide op in een ambtenarengezin.
In de jaren ’70 wordt hij bekend als de creatieve helft van cabaretduo ‘Neerlands Hoop’. Hij schrijft en produceert daarna vele Nederlandstalige songs en ontvangt in 1995 de Annie M.G. Schmidt-prijs.
In januari 2004 gaat Bram Vermeulen in het RVU-televisieprogramma In den Beginne… op zoek naar de werkelijke oorsprong van de mens en de zin van het bestaan.
Zo werd Bram Vermeulen naar eigen zeggen vier keer beroemd.
De eerste keer was in het nationale volleybalteam van Oranje, de tweede keer was met Freek De Jonge in het duo Neerlands Hoop.
De derde keer met de actie “Bloed aan de paal” trachtten hij het Nederlands elftal weg te houden van het WK voetbal dat in het Argentinië van dictator Videla zou plaatsvinden.
Na Neerlands Hoop Bram Vermeulen alleen verder, niet meer als cabaretier, maar als tekstschrijver en zanger.
Hij haalde solo niet zo’n grote successen, maar hij brak wel stevig door in België.
België betekende voor hem zijn vierde beroemdheid.
Uiteindelijk zou hij bijna een halve Belg worden en een belangrijke schakel tussen beide Lage Landen.
In 1980 richtte hij een eigen groep op genaamd Bram Vermeulen en De Toekomst.
Op het gelijknamige album rekende hij af met de ‘scheiding’ met De Jonge.
De singles Pauline en Politiek groeiden uit tot klassiekers.
Voor het tweede album Doe Het Niet Alleen ontving Vermeulen een Edison en in datzelfde jaar maakte hij zijn debuut als acteur in de film Achter Glas.
In 1984 bracht hij het album Bram uit waarvoor hij opnieuw een Edison kreeg.
Daarna ging hij zich meer toeleggen op het maken van muziek voor theaterproducties.
In 1988, na een muzikale pauze van een paar jaar waarin Vermeulen vooral televisiewerk deed, keerde hij terug met het album Rode Wijn, geproduceerd door Boudewijn de Groot. Hiermee was hij zeer succesvol in Vlaanderen.
In 1994 nam Vermeulen voor het Belgische label Virgin Achter Mijn Ogen op, in 1995 gevolgd door de dubbel-cd Tijd / Vrije Tijd.
Ook ontving Vermeulen uit handen van Annie M.G. Schmidt de naar haar genoemde prijs voor zijn lied Een doodgewone jongen. Vermeulen zong het titelnummer op de Belgische cd Spelers & Drinkers, het was een ode aan Johan Verminnen.
Tijdens een vakantie in Toscane in Italië overleed Vermeulen op 4 september 2004 onverwacht in zijn slaap aan een hartstilstand.
Vermeulen woonde, en werkte, sinds 1984 samen met de actrice en regisseuse Shireen Strooker. Vermeulen had uit zijn vorig huwelijk met Titia Kiewiet de Jonge twee dochters, Tamara en Katarina. Hij werd 57 jaar.

zaterdag 2 september 2017

Muziek en hardlopen

Hardlopen doe je het best met muziek die hetzelfde tempo heeft als je stapritme. Ren je lekker in een tempo van, zeg, 175 stappen per minuut zet dan bijvoorbeeld het nummer Are you ready? van de Amerikaanse Rollins Band op je afspeellijst. Dat is activerende recht-toe-rechtaan-muziek met een vrij constant ritme van 179 beats per minute. Het net iets hogere tempo en de opzwepende songtekst geven je nog een extra impuls.

Wetenschappers hebben ontdekt dat goed gekozen muziek sporten echt vergemakkelijkt. Het brengt mensen sneller in de flow, waardoor zij zich minder snel vermoeid voelen. „Met motiverende muziek in het juiste ritme zet je bovendien grotere passen”, zegt onderzoeker Jeska Buhmann van de Universiteit Gent. „Daardoor ga je ongemerkt sneller.”

Het is echter niet eenvoudig de beste hardloopmuziek te vinden die het best aansluit op je training, waarschuwt sportpsycholoog Costas Karageorhis van de Brunel University in Londen. Het is heel individueel welke muziek het beste werkt en het hangt ook af van welk soort training je doet.



Amateurlopers zijn volgens Karageorghis doorgaans te weinig selectief in hun afspeellijst. „Ze gaan te veel voor de nummers die ze leuk vinden, en luisteren bijvoorbeeld gewoon van begin tot eind naar hun favoriete Def Leppard album”, zegt hij. „Dat zal geen optimaal effect hebben.”

De liedtekst is overigens ook belangrijk, maar om een andere reden. Karageorghis: „De boodschappen in de tekst kunnen het stimulerende effect versterken. Denk aan wat je wilt bereiken, of aan welke persoonlijke boodschappen je jezelf zou willen geven. Een film als Rocky heeft bijvoorbeeld veel bruikbare nummers. ‘Going a Distance’, ‘Eye of the Tiger’, Keep it Up’, ‘Go for It’, ‘Hearts on Fire’, ‘The Final Bell’.”

vrijdag 1 september 2017

Geschiedenis van de Nederlandse popmuziek (6)

 In eigen land leidt de introductie van commerciële radio en televisie tot een aardverschuiving in het medialandschap. Er is meer zendtijd te vullen en dus ook meer ruimte voor muziek van MOR-artiesten als René Froger, Gerard Joling, André Rieu of Frans Bauer. De geruchtmakende televisieprogramma's van Paul de Leeuw spelen een belangrijke rol in de popularisering van het Nederlandstalige lied. Hiervan profiteren Marco Borsato, Guus Meeuwis, Ruth Jacott, Acda en De Munnik en vele anderen.


Ook in het clubcircuit raakt de Nederlandse taal meer en meer geaccepteerd. Opmerkelijk is dat het vooral groepen uit de provincie zijn die succes hebben met liedjes in hun moerstaal: Van Dik Hout, De Kast, Bløf, Skik, Volumia! en Rowwen Hèze. Vanuit het clubcircuit komt regelmatig nieuw talent bovendrijven: Heideroosjes, Daryll-Ann, Junkie XL, Caesar, Travoltas, Green Lizard, Johan en Racoon. Solex en Arling & Cameron oogsten vooral in het buitenland waardering.

Naast het clubcircuit ontdekken steeds meer bands het theater als plek om op te treden. Nits, Frank Boeijen, Tröckener Kecks, Bløf, Frédérique Spigt, Normaal, Van Dik Hout, Ilse DeLange, The Scene, Golden Earring, Anouk, allemaal doen ze succesvolle theatertournees.