dinsdag 31 januari 2017

Mr Kite

Op 31 januari 1967 waren The Beatles in Knole Park nabij de Engelse plaats Sevenoaks om daar opnamen te maken voor videoclips van Strawberry Fields Forever en Penny Lane. In een antiekzaak in Sevenoaks kocht John Lennon die dag een affiche waarop bekend werd gemaakt dat op dinsdagavond 14 februari 1843 het circus van Pablo Fanque de plaats Rochdale aan zou doen. Pablo Fanque, geboren als William Darby, was de eerste zwarte circuseigenaar van Groot-Brittannië.

Op het affiche wordt melding gemaakt van Mr. Kite, William Kite, een in die tijd beroemde circusartiest. Op het affiche wordt vermeld dat Mr. Kite zal koorddansen. Daarnaast vermeldt het affiche ook Mr. Henderson, die 21 salto's zal maken, en het beroemde paard Zanthus.

De tekst op het affiche vormde de inspiratie voor Being for the Benefit of Mr. Kite!.



Hoewel de liedtekst grotendeels overeenstemt met de tekst op het affiche, zijn er toch enkele kleine verschillen aan te wijzen. In de liedtekst springt Mr. Kite over mannen en paarden, door hoepels en een brandend okshoofd, terwijl op het affiche staat dat Mr. Henderson dit doet. Ook de plaats en dag waarop het circus gehouden zal worden verschilt. In het lied is het circus op zaterdag in Bishopsgate, terwijl op het affiche het circus op dinsdag in Rochdale is. Daarnaast heet het paard in het lied geen Zanthus, maar Henry. Ten slotte maakt Mr. Henderson in het lied geen 21 salto's, maar slechts tien

woensdag 25 januari 2017

Can’t buy me love

Je herinnert je nog wel dat The Beatles in het Parijse hotel George V logeerden toen ze vernamen dat ze op 1 stonden in de USA met I want to hold your hand. De datum weet je misschien ook nog, februari 1964. Ze traden toen op in de Parijse Olympia om op die manier ook de Fransen aan hun voeten te krijgen.
Om hun verblijf in dat peperdure hotel nuttig in te vullen schreven John Lennon en Paul McCartney een paar nummers waaronder Can’t buy me love. The Beatles waren bezig songs te schrijven voor wat hun derde elpee zou worden en die als soundtrack moest dienen voor hun eerste film. Ze hadden op de eerste twee langspelers laten horen dat ze als songwriters wel wat in huis hadden en deze derde moest het bewijs leveren dat ze tot de absolute top behoorden. Paul wou met Can’t buy me love ook bewijzen dat hij een tekst met iets meer inhoud aankon. Hij zat er niet mee dat de tekst door de critici vooral op diverse manieren geïnterpreteerd werd, maar dat de lyrics naar prostitutie verwezen dat ging hem toch wat te ver. Daar werd hij telkens boos over als een journalist of reporter daar in een gesprek naar verwees. Paul hield vol dat de tekst ging over diverse dingen die je met geld niet kan kopen. Niet meer of niet minder. John Lennon had er ook geen moeite mee ruiterlijk toe te geven dat dit een 100% McCartneynummer was waaraan hij weinig of niets had toegevoegd.
De 29ste janauri 1964, twee dagen nadat Paul het geschreven had, trokken The Beatles naar de studio. Ze waren nog in Parijs – ze verbleven daar in het totaal 18 dagen om hun concertreeks in de Olympia af te werken- maar EMI had het zo geregeld dat ze in de Pathé Marconi Studio konden opnemen.  Het is, als je goed luistert, het allereerste Beatles nummer waar je slechts één zanger het leeuwenaandeel van het liedje voor zijn rekening hoort nemen. Normaal zongen ze hun eigen backingvocals, maar die vielen deze keer weg.  Eerst blikten The Beatles nog de Duitse versie in van She loves, Sie liebt dich, vooraleer ze aan Can’t buy me love begonnen. Het werd eerst wat oefenen, maar dan kon het beginnen. Paul nam zijn stem op op dubbelspoor, een techniek die Lennon al eerder had toegepast. Na vier takes was de geschikte versie kant en klaar. De tape werd meteen richting Londen gezonden waar de 25ste februari de stem van Paul en de gitaaroverdubs werden gemixt.
In Amerika werd eind maart 1964 Can’t buy me love op single gelanceerd. Neem dat maar letterlijk, want het nummer kwam binnen op 27 om meteen door te stoten naar de eerste plaats van de top honderd. De 4de april was het een feit. Hiermee braken The Beatles een record, want nog nooit eerder was iemand er in geslaagd met drie op- eenvolgende singles op 1 te geraken. Presley was het gelukt met twee: Don’t be cruel en Love me tender. The Beatles braken dat record met: I want to hold your hand, She loves you en Can’t buy me love. In het totaal werden er in de States méér dan 2 miljoen exemplaren verkocht. Een gigantisch succes, mede omdat Can’t buy me love alleen maar op single te verkrijgen was. Pas in de maand juli stond het op de soundtrack van de eerste Beatlesfilm A hard days night.
In Nederland was voor The Beatles ook een nummer 1 weggelegd, maar in de Vlaamse top dertig lukte het wéér niet en zouden ze tot en met de song Yesterday moeten wachten om op het einde van 1965 op één te geraken. Can’t buy me love mogen we terecht één van de grootste Beatleshits ooit noemen. Een oersterke klassieker. Het nummer werd een aantal keren gecoverd, maar de versie waar Paul McCartney jaren later nog altijd apetrots op is, is die van the leading lady of jazz Ella Fitzgerald. Opmerkelijke versies zijn die van The Chipmunks, The King’s Singers, John Pizzarelli en Michael Blubé.

zondag 22 januari 2017

Rick van der Linden

Rick van der Linden overlijdt op 22 januari 2006 in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. In november 2005 wordt de voormalig toetsenist van Ekseption getroffen door een herseninfarct waarvan hij nooit echt herstelt.



Rick van der Linden wordt op 5 augustus 1946 in Badhoevendorp geboren, en neemt op 13-jarige leeftijd al pianolessen bij de legendarische Piet Vincent aan de muziekschool Toonkunst in Haarlem. In 1967 studeert hij aan het Haagse conservatorium met eervolle vermeldingen voor piano, kerkorgel, harmonie en contrapunt. Intussen ontdekt Van Der Linden dat er ook andere muziek bestaat dan klassiek: jazz, swing, rhythm & blues. Met zijn Occasional Swingcombo speelt hij op feestjes. Uit de samenwerking met The Jokers, met trompettist Rein van den Broek, die kort daarna The Incrowd zou gaan heten, komt in 1967 Ekseption voort, dat een jaar later prompt het Loosdrecht Jazzconcours wint. De prijs is een plaatopname. Maar bij platenmaatschappij Philips gelooft men niet zo in jazz. Van der Linden krijgt een gouden ingeving: ''Ik was net bij een concert van Keith Emerson en The Nice geweest,'' aldus Van der Linden later in een interview. ''Die gooide de Brandenburger van Bach erin. Dat kan ik ook, dacht ik. En zo kwam dat idee voor de Vijfde.'' The Fifth haalt de derde plaats in de Nederlandse Top 40 en hitlijsten in tal van andere landen. Klassieke puristen gruwen van wat Ekseption doet. Want het blijft niet bij Beethoven. Gershwin (Rhapsody In Blue), Bach (Air, Italian Concerto) en Albinoni (Adagio) worden stuk voor stuk grote hits. Ook buiten Nederland. Van Der Linden over die kritiek: ''Ik vind best dat je muziek van een componist mag bewerken. Zolang je het maar in de klassieke sonatevorm doet. Je begint met het hoofdthema van de componist; daar moet je dan verder niet aan rommelen. Maar in het tweede deel ben ik aan de beurt, en kan er gefreakt worden. Om in het derde deel weer bij het thema terug te komen. Ik ben ervan overtuigd dat Bach, als hij nu zou leven, voor synthesizer had geschreven. Hij was een zéér vooruitstrevende componist.'' aldus Rick Van Der Linden. 

Van der Linden is ook verantwoordelijk voor de eerste conceptalbums in de Nederpop, Beggar Julia's Time Trip uit 1970 en het door de Saint Exup's boek De kleine prins geinspireerde 3. In 1972 is Ekseption 5 het eerste en enige album dat ook in Amerika op de markt komt. Na zijn vertrek bij Ekseption in 1973 formeert Rick van der Linden zijn eigen band Trace. Daarnaast doet hij veel solowerk. In 1977 wordt hij door Robbie van Leeuwen, de ex-gitarist van Shocking Blue, gevraagd voor diens studiogroep Mistral. Zij hebben drie hits - Jamie, Starship 109 en Neon City. Als gast speelt Van der Linden met grootheden als Joachim Kuhn, Deep Purple, Phil Collins, Vangelis, Jack Lancaster en Brand X. In Nederland speelt hij mee op Eli, het succesalbum van Jan Akkerman en Kaz Lux, en schrijft muziek bij films en maakt soloalbums. In 1978 is het gedaan met Trace en Van der Linden gaat in op de suggestie om Ekseption weer bijeen te roepen. Het levert één album op, dat in Nederland weinig succes heeft. Maar in het buitenland is de groep nog altijd gewild. Tien jaar later volgt een tweede reunie met hetzelfde resultaat. De laatste jaren van zijn leven sukkelt Van der Linden met zijn gezondheid. Zijn nieren haperen. Het weerhoudt hem niet om Ekseption in 2001 nog een keer nieuw leven in te blazen met het album Vivace. Hij gaat in 2003 zelfs nog op tournee. Op 19 november 2005 wordt Rick van der Linden getroffen door een herseninfarct waardoor hij een halfzijdige verlamming oploopt. Rick van der Linden is 59 jaar geworden.

vrijdag 20 januari 2017

Can’t help fallin’ in love

Wie zou deze platina hit van Elvis Presley niet kunnen meeneuriën, maar wie staat er  bij stil dat deze melodie gebaseerd is op het Franse chanson “ Plaisir d’ amour “ ?
De originele melodie dateert al van de 18de eeuw, gecomponeerd door Jean Paul Egide Schwarzendorf alias Martini il Tedesco ( 1741 – 1816 ),  op tekst van Jean Pierre Claris de Florian.  In die tijd heette het nog “ La romance du chevrier “, maar werd bij de overstap naar de 20ste eeuw omgedoopt tot “ Plaisir d’ amour “ .
In 1961 werd dit liedje bewerkt door George Weiss, Hugo Peretti en Luigi Creatore. Hugo Peretti ( 1918 – 1986 ) was als componist en producer vast verbonden bij RCA Victor Records waar hij een soort  creatieve tweespan vormde met zijn collega Luigi Creatore. In 1956 richtten ze samen Roulette Records op en nog iets later Avco Embassy Records ( hier zouden The Stylistics in de jaren ‘ 7O nogal furore maken ) .  George David Weiss , geboren 9 april 1921 in New – York , was vooral bekend als songleverancier voor diverse films en bezorgde samen met Peretti en Creatore hits aan Elvis Presley zoals “ Ku-u-i-po”, “ Wild in the country “en  “ Can’t help fallin’ in love”.
Elvis nam dit liedje op de 23ste maart 1961 voor de film “ Blue Hawaii “. Hij geraakte met de singleversie tot op de 2de plaats van de top honderd.  “The peppermint twist” van Joeye Dee and the Starlighters hield hem uiteindelijk van de eerste plaats weg .
In 1970 verschenen er nog twee populaire versies van “ Can’t help fallin’ in love“ : Al Martino (Capitol 2746) en Andy Williams ( Columbia 45094 ) .
Voor de volledigheid nog aanstippen dat Aphrodite’s Child, een Grieks poptrio bestaande uit Demis  Roussos, Vangelis Papathanassiou en Lucas Sideras, in 1969 een Engelse versie uitbrachten van Plaisir d’amour onder de titel “ I want to live “ .

donderdag 19 januari 2017

Politiek en muziek

Politiek en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Amerikaanse presidentskandidaten brengen tijdens hun campagnes zelfs top-10 favoriete nummers uit. Maar het gebruik van muziek in politieke campagnes heeft nogal wat voeten in aarde.

Vooral in de USA zijn beiden onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Al vanaf de tweede presidentiële campagne in de USA (in 1800) kozen presidentskandidaten een herkenbaar campagnenummer. Zo nam John Adams het nummer 'Adams & Liberty' als campagnelied (een muzikale uitvoering is niet te vinden maar het leek op de Star Spangled Banner zegt men) en ging Thomas Jefferson heel origineel, voor het nog steeds aanstekelijke 'Jefferson & Liberty'.

Campagnesongs waren in het pre-televisie en radio tijdperk veel belangrijker dan ze nu zijn. Presidentskandidaten konden brieven sturen (heel veel mensen mochten niet stemmen, dus een flink aantal brieven sturen was best effectief), hier en daar een speech geven (en de geletterden konden daar iets over lezen in een krant, een aantal dagen later) maar door middel van liedjes kon de boodschap op zogenaamde 'candidate parties' door lokale officials ten gehore worden gebracht. Het was de 19e eeuwse politieke variant van de bard of de minstreel en HET middel van de 19e eeuwse spindokters om hun boodschap zoveel mogelijk te laten herhalen.

Het waren niet alleen vrolijke liedjes, de campagnesongs in de 19e eeuw. Juist in de campagneliedjes, uitgevoerd en geprint in heel het land, kon een harde aanval op de andere kandidaat worden ingezet. Zo dichtten de tegenstanders (Democraten!) van Abraham Lincoln de volgende weinig verheffende regels:

Dem-o-crats, Dem-o-crats,
do it up brownLin-coln
and his Nig-ger heads won't go down
Gree-ley and Sum-mer and all that crew,
We must beat Lin-coln and John-son too.

Lincoln zelf zocht het meer in de traditie van Adams & Jefferson met 'Lincoln & Liberty'.

Sinds de opmars van radio & TV, waarbij kandidaten zelf het volk kunnen toespreken veranderde de rol van het politieke lied. Zo koos Franklin Roosevelt in 1932 voor het al bestaande vrolijke 'Happy days are here again'. Eisenhower maakte een classic cartoon met een aanstekelijk liedje. Inhoud werd minder belangrijk, het ging meer om de ondersteuning, de tone of voice van de campagne.

Vooral in Amerika slaan presidentskandidaten de plank nogal eens mis qua gebruik van muziek Zo gebruikte George Bush in 2000 het nummer I Won't Back Down van de zanger Tom Petty. Petty dreigde met een rechtzaak als Bush het nummer nog zou gebruiken. Bill Clinton gebruikte 'This land is your land' van Woody Guthrie - die een overtuigd communist was-, 'Born in the USA' van Bruce Springsteen die door Ronald Reagan gebruikt werd. The Boss was hier alles behalve gelukkig mee.

zondag 15 januari 2017

Geschiedenis van de jazz (4)

In Engeland had voor W.O. II de jazzmuziek weinig indruk gemaakt. Er waren wel dansorkesten als dat van Jack Hylton en later Ted Heath, die zich respectievelijk op Whiteman en Goodman hadden gebaseerd, maar over het algemeen was de belangstelling toch gering, vooral waarschijnlijk door de sterke music-hall-traditie (denk aan The Good Old Days). De oudst bekende Britse jazzmusicus die ik ken is Spike Hughes die rond 1930 reeds een eigen orkest had. Hij was echter een purist en daarom zakte hij in 1933 af naar New York waar hij zijn “Negro Orchestra” oprichtte. In april van dat jaar speelden zelfs Coleman Hawkins, Benny Carter en Sid Catlett bij dit orkest. Hughes vond dat hij hiermee alles had bereikt wat in zijn mars zat en heeft nadien bijna geen jazz meer gespeeld.

Toch heeft met name in Frankrijk de oudste jazz meer indruk gemaakt, zij het dat Django Reinhardt daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld. Naast de jazz gaan de roots van Django Reinhardt terug op de musette, een genre dat enkel kon ontstaan in een nieuwe, geïndustrialiseerde wereld, waar grote volksmassa’s, weggerukt uit de geborgenheid van hun oude cultuur, elkaar vonden in de marge van een nieuwe biotoop. Niet alleen in Parijs, maar ook in Rijsel, Gent en Brussel was de accordeon het instrument bij uitstek van de industriële maatschappij. Accordeonversies van dansmuziek legden dan ook de basis van de musette. Bekendste accordeonisten waren Adolphe Deprince (1901-1995), Marceau Verschueren (1902-1990) en vooral Gus Viseur (1915-1977), waarmee Django (toen nog als banjospeler) één van zijn vroegste opnames maakte. Zijn allervroegste was echter in 1928 met accordeonist Jean Vaissade. Het is echter pas eind 1934 dat Reinhardt met de eerste opnames van het Quintette du Hot Club de France de eerste echte Europese jazz creëert. Zigeuner-gitaristen bepaalden het klankbeeld van de swing-musette, zigeuner-accordeonisten daarentegen waren uiterst zeldzaam. Eigenlijk is alleen Guérino het vermelden waard.

In dezelfde traditie situeert zich ook de familie Holzbein. Naar het schijnt zouden ze allemaal afstammen van een zekere Bilo die bij de bestorming van de Bastille tijdens de Franse revolutie van 1789 zijn been zou hebben verloren. Toen hij twee jaar later in Wenen arriveerde werd hij immers als Bilo Holzbein (houten been) ingeschreven. Hij zorgde voor een talrijk muzikaal nageslacht en zo konden we het meemaken dat zelfs in 1996 er nog altijd zes broertjes Holzbein rondliepen (Janos, Miroslav, Nander, Wenceslas, Ferenz en Niklos), die samen een orkest vormen dat niet alleen musette, maar ook foxtrot, jive, cha-cha-cha, rumba en tango brengt.

Ondertussen betekent het ook de doorbraak voor de Britse zangeres Anne Shelton (1928-1994), als ze zich aansluit bij de Glenn Miller Big Band om op te treden voor de geallieerden. De big band jazz dient trouwens een vermelding te krijgen, al was het maar omdat dit dé populaire muziek was vóór rock’n'roll. Bovendien, als je b.v. de jitterbug ziet dansen in films als “1941″ of “A league of their own”, dan ziet men toch ook enige gelijkenissen met de rock’n'roll-acrobatieën en dat ging nu eenmaal gemakkelijker op “In the mood” of “Hey ba-be-re-bop” dan op menuetten van Boccherini.
Op 22 juli 1944 heeft in Los Angeles het eerste “Jazz at the Philharmonic” plaats. Jazz is nu aanvaardbaar geworden en tevens is het ook een grote doorbraak op het vlak van rassenintegratie.

In 1945 brengt Benny Goodman “Symphony” uit. Het is illustratief voor de invloed die Goodman onderging van de zogenaamde “symfonische jazz” (die jazz acceptabel wilde maken door te polijsten en af te ronden; Goodman zelf heeft overigens ooit het beroemde klarinetconcerto van Mozart opgenomen). Toch was Goodman, die stierf in 1986, ook een innovator: met name op het gebied van de rassenintegratie heeft hij een belangrijke rol vervuld door ook zwarten in zijn orkest op te nemen (o.a. zangeres Lena Horne). Dat is niet zo evident als men weet dat zelfs de rockgroep Pacific Gas & Electric nog in 1970 beschoten werd door fanaten die het niet konden hebben dat blank en zwart samen op een podium stonden, dan weet je het wel!

zaterdag 14 januari 2017

Egbert Douwe


Twee mannen zitten behoorlijk aangeschoten in de kroeg. ''Weet je wat we eens zouden moeten doen?'' hikt de een. ''Samen een lp opnemen!'' De ander gniffelt. ''Hahaha, prima idee! Ik heb alleen nog nooit gezongen!'' Het klinkt als het begin van een slechte grap en zo vatte Rob Out, dj en programmaleider bij Radio Veronica, het ook op. Peter Koelewijn, de andere man in de kroeg, was echter bloedserieus. De volgende dag rondde Koelewijn zijn versie af van de klassieker 'Come to my bedside my darling', belde arrangeur Job Maarse, reserveerde studioruimte in Den Haag en nam in enkele uren tijd de orkestband op. Vervolgens belde hij Rob Out, die al helemaal was vergeten wat hij had toegezegd. Out bleek nog best aardig te kunnen zingen ook en beide heren waren behoorlijk in hun nopjes met 'Kom uit de bedstee'. Het nummer werd in 1968 op single uitgebracht (onder het pseudoniem Egbert Douwe) en belandde binnen twee weken op de eerste plaats in de Top 40 – geen grote verrassing natuurlijk.



Om te kunnen profiteren van het plotselinge succes moest er snel een lp verschijnen. Peter Koelwijn schreef in razend tempo een handvol nieuwe liedjes en recyclede enkele van zijn grote hits (waaronder 'Kom van dat dak af', 'Beestjes' en 'Ik heb geen zin om op te staan'). De lp 'Kom uit de bedstee mijn liefste' verscheen in het najaar van 1968 en werd een groot succes. Rob Out had echter helemaal geen zin in zijn nieuw verworven sterrenstatus, weigerde op te treden (hij had wel wat beters te doen) en het zou bij deze ene lp blijven – op wat losse singles na (zoals 'Papa wat gebeurt er?' uit 1974, samen met zijn dochter Birgit). 'Kom uit de bedstee' is vooral een erg melig album, waar het speelplezier vanaf spat.

maandag 9 januari 2017

Bird Dog

Bye bye love, met die single begon voor de broers Don en Phil Everly in 1957 het grote hitavontuur. Het zou tot in 1984 standhouden, goed voor 15 Amerikaanse top tien hits.
Hun eerste plaatje namen ze al in 1955 op nadat Chet Atkins hen in Nashville had uitgenodigd. Country lag als genre zo’n beetje voor de hand. Een belangrijke stap in hun carrière werd gezet toen ze twee jaar later de sprong waagden naar Cadence Records, een dynamische platenfirma onder aanvoering van Archie Blyer. Met Bye bye love scoorden ze in 1957 een dikke hit, eindigde tweede in de Amerikaanse charts met nog datzelfde jaar hun allereerste nummer één Wake up little Suzie. Met All I have to do is dream stonden ze het jaar daarop opnieuw bovenaan Billboard’s Hot One Hundred genoteerd.
Wake up little Suzie was geschreven door het echtpaar Felice en Boudleaux Bryant. Ze leverden The Everly Brothers ook All I have to do is dream. Felice en Boudleaux kenden het klappen van de muzikale zweep. Felice was een gevierde zangeres die aardig wat crochetwedstrijden had gewonnen, zangwedstrijden op zoek naar nieuw talent. Boudleaux wou dolgraag violist worden in een strijkorkest. Ze huwden in 1945 en ontdekten snel dat ze samen vlot en gemakkelijk liedjes konden schrijven. Hun eerste hit Country Boy penden ze in 1949 voor Little Jimmy Dickens. Ze leverden ook hits aan Eddie Arnold en Joe Smith alvorens The Everly Brothers aan bod kwamen.
Met Bird dog wou Boudleaux eens iets anders uitproberen, het moest uniek klinken. In het boek The Everly Brothers: walk right back, zei hij daarover het volgende: ” I was trying to get an idea for something really novel and unique for the boys, and I remember that my father had an expression that he used when he saw somebody that was just a little bit pleasantly off. You know, a sort of a character. He would say ‘ he’s a bird’ and I thought, let’s see, he’s a bird… he’s a bird… and then it hit me, that the antithesis of that would be ‘ he’s a dog’. He’s a no-good. And then the two things fell together- he’s a bird dog-and that was it.”
In 1958 was er op de Amerikaanse tv een spotje dat reclame maakte voor Nestle, de Nestle Puppet Dog Farfel. Archie Blyer wou de acteur die zijn stem leende voor Dog Farfel inhuren om tijdens de opname van Bird dog te gebruiken, maar gelukkig konden Don en Phil hem dat uit zijn hoofd praten. De 28ste juli 1958 trekken Don en Phil naar de studio om het nummer in te blikken. 15 takes zijn er nodig om de juiste versie op band te zetten. Na de opname hadden The Everly’s niet veel zin om het nummer op single uit te brengen, maar Felice en Boudleaux kunnen hen toch overtuigen. De vierde augustus wordt Bird dog op 45 toeren uitgebracht. De 15de september staat Bird dog op de tweede plaats in de Amerikaanse top honderd te blaffen, maar ondanks dat lawaai geraakt hij niet hoger, want Domenico Modugno staat op één te kwelen. Volare is een van de weinige Europese hits die in Amerika op één zouden geraken. En nadat Modugno het voor bekeken houdt, worden Don en Phil voorbij gestoken door een ijzersterke Tommy Edwards met It’s all in the game.
Bird dog zou ook op de tweede plaats in de Engelse top veertig belanden nadat ze net voordien op één hadden gestaan met All I have to do is dream. Die hoogste plaats zouden Don en Phil iets later opnieuw inpalmen met singles als Cathy’s clown, Walk right back en Temptation. In de Nederlandse top veertig belandde Bird dog op de derde plaats. Bij onze noorderburen zouden The Everly Brothers nooit op één geraken, wel op twee met Till I kissed you in 1959 en met Temptation in 1961. In  het jaar van de Expo schoten Don en Phil met Bird dog in de Belgische top dertig naar de achtste plaats. We zouden The Everly Brothers nooit echt aan ons hart drukken, want een top tien hit heeft er voor de beide broers hier bij ons nooit ingezeten, ook niet toen Paul McCartney voor hen in 1984 On the wings of a nightingale schreef.



Op de Amerikaanse singelversie van Bird dog stond op de b-kant het niet onaardige Devoted to you dat ook een hit zou worden. Voor dat nummer zat er een tiende plaats in de top honderd in. De daaropvolgende single Problems werd net als Bird dog met een tweede plaats beloond, maar stilaan kwamen er barsten in hun relatie met Cadence Records. Don en Phil werden onderbetaald en ze mochten zelf niet creatief voor de dag komen. De kip met de gouden eieren dook op toen Warner Brothers hun een bod deed van 1 miljoen dollar, een contract dat hun de garantie bood om de komende tien jaar op muzikale rozen te zitten!

donderdag 5 januari 2017

Before the next teardrop falls


Je zal maar jarenlang zingen en platen opnemen en niet bekender worden dan je buurman die elke dag hondstrouw naar kantoor sloft. Ik overdrijf misschien een beetje, maar de carrière van Freddy Fender – smoorverliefd op zijn Fender-gitaar, vandaar zijn artiestennaam – kon je in de jaren zestig en een groot deel van de jaren zeventig bezwaarlijk denderend noemen. In San Benito in Texas waar hij de 4de juni 1937 geboren werd, kenden ze hem als de zanger van liedjes die een mix waren van r&b en Tex -Mex -muziek, muziek die in het grensgebied Texas en Mexico wordt gespeeld.

Op zijn elfde begon hij met zingen en gitaarspelen. Hij speelde vooral de countryliedjes na die hij over de radio hoorde. Op zijn zestiende trad hij op in diverse lokale clubs, ging nadien bij de marine om na zijn legerdienst een orkestje op te richten zodat hijna een tijdje het merendeel van de Texaanse kroegen uit zijn blote hoofd kende.

Iets later slaagt hij er in een platendeal af te sluiten bij Falcon Records en brengt ondermeer een Spaanse versie uit van de Elvis’ klassieker Don’t be cruel. Het wordt een hit dankzij de airplay die hij krijgt. Ook de single Wasted days and wasted nights doet het goed. Hij zou dat nummer in de jaren zeventig opnieuw opnemen.

Zijn carrière liep niet over rozen. Hij geraakte meermaals betrokken bij vechtpartijen. Tijdens een optreden in Baton Rouge wordt hij zogenaamd betrapt op het bezit van dope en veroordeeld tot vijf jaar gevangenschap, waarvan hij er drie uitzit. Nadien pikt Freddy Fender, die eigenlijk Baldemar Huerta heet, gewoon de rode draad weer op. Na zijn gevangenschap keert Freddy naar Texas terug waar hij een tijdje als technicus bij een platenfirma gaat werken. Iets later vinden we hem als zanger terug in New Orleans bij Poppa Joe in Bourbon Street. Omdat hij graag iets wou doen voor al die jonge mensen die onbezonnen in de gevangenis terechtkwamen, gaat hij in 1970 sociologie studeren. Hij wist tenminste waar het over ging. Om geld te verdienen wordt hij parttime mechanieker. Een jaar later ontmoet hij producer Huey P. Meaux, een levende legende in Texas en Louisiana. Die had ondermeer hits geleverd aan Joe Barry en Barbara Lynn. In Houston had Meaux zijn eigen studio gebouwd Sugar Hill Studios. Meaux had ook twee eigenplatenlabels: Crazy Cajun en Starlite. Een van de eerste songs die ze opnemen is Before the next teardrop falls geschreven door Vivian Keith en Ben Peters. Dat liedje was eerder al een countryhit geweest voor Lena Martell. Toen Freddy het liedje ging inzingen, stond het na een paar minuten al op band. De instrumentale begeleiding was namelijk al een tijdje eerder ingeblikt. Het meest opvallende is dat het liedje deels in het Spaans, deels in het Engels wordt gezongen.



Meaux brengt de song het eerst uit op zijn Crazy Cajun label om het nadien nationaal te laten verdelen door Dot. Iedereen keek wat verbaasd op wanneer de single niet alleen een hit werd in het countrymilieu, maar ook een poppubliek aansprak. De 31ste mei 1975 klom Freddy Fender, nadat Earth, Wind and Fire met Shining Star een plaatsje opschoven, naar de eerste plek in de Amerikaanse top honderd.
Vreemd genoeg sloeg Before the next teardrop falls niet aan in Engeland. Niet één single van Fender geraakte daar trouwens ooit in de top veertig. In Nederland daarentegen klom Fender in de zomer van 1975 naar de zesde plaats van de top veertig. Hij zou daar twee maanden later opnieuw opduiken, deze keer met zijn volgende hitsingle Wasted days en wasted nights, een remake van een oude hit die hij al in de jaren vijftig had opgenomen. Before the next teardrop falls zou ook een hit worden in Canada, en Nieuw-Zeeland. Fender zou nadien nog meerdere, zij het eerder bescheiden hits scoren met ondermeer Secret love, Vaya con Dios, Since I met you baby en Yours.

Het was voor Freddy Fender niet gemakkelijk na al die jaren van tegenslag aan het succes gewoon te geraken. Alcohol en drugs gaan zijn leven domineren. In 1985 laat hij zich behandelen in een ontwenningskliniek. Twee jaar later duikt hij op aan zijde van Robert Redford in de film The Milagro Beanfield War.

De 14de oktober 2006 overlijdt Freddy Fender aan de gevolgen van longkanker. Hij is dan 69.

Fender heeft een ster op de Walk of Fame Europe in Rotterdam.

zondag 1 januari 2017

The Story of The Beatles, deel 5

1966 begint weer met een Beatles-huwelijk: George trouwt op 21 januari met Patti Boyd, die hij twee jaar eerder bij de filmopnamen van ‘A Hard Day’s Night’ ontmoette. De single ‘Michelle’ / ‘Girl’ (van de elpee ‘Rubber Soul’) wordt wereldwijd een nummer 1-hit, maar de groep begint onvermoeid aan de opnamen voor de nieuwe elpee die drie maanden duren. Op 1 mei geven The Beatles met het New Musical Express Poll Winnersconcert hun laatste live-optreden in Engeland. Op 10 juni komt de single ‘Paperback writer’ / ‘Rain’ uit en op dezelfde dag verschijnt in de Verenigde Staten de verzamelelpee ‘Yesterday and Today’; de hoes toont The Beatles in slagersjassen met stukken vlees en onthoofde poppen; wegens gebrek aan smaak wordt de hoes vrijwel onmiddellijk vervangen door een andere. En de kritiek wordt heviger.

In Japan regent het protesten wanneer The Beatles als eerste popgroep optreden in de Nippon Budokan Hall in Tokio. Erger wordt het in Manilla, de Filippijnen, waar een enthousiaste menigte The Beatles op 3 juli aanvankelijk hartelijk verwelkomt op het vliegveld; nog geen dag later echter worden de jongens bijna letterlijk het land uitgeslagen als blijkt dat ze een uitnodiging voor de lunch van Imelda Marcos, de vrouw van de president, hebben genegeerd. Maar het ergste moet nog komen: op 31 juli plaatst een Amerikaans blad een interview met John Lennon dat enkele maanden eerder al in Engeland was gepubliceerd, waarin hij zegt dat The Beatles op dat moment populairder zijn dan Jezus Christus; de reactie van het Amerikaanse volk is furieus: overal vinden openbare Beatlesplatenverbrandingen plaats en veel radiostations boycotten Beatlesplaten.



Na het verschijnen van de zevende elpee ‘Revolver’ en de single ‘Yellow Submarine’ / ‘Eleanor Rigby’ reizen The Beatles half augustus ondanks alle ophef naar Amerika voor hun - naar later zal blijken - laatste toernee; bij aankomst legt John een persverklaring af dat zijn uitspraken niet zo bedoeld waren. Het optreden in het Candlestick Park in San Francisco op 29 augustus 1966 zal later historisch blijken. Het is het laatste officiële concert van The Beatles. Ze hebben inmiddels muzikale ideeën ontwikkeld die niet op het podium kunnen worden uitgevoerd. Zo hebben ze de nummers van ‘Revolver’ als band nooit live uitgevoerd, hoewel deze al tussen de toernees door zijn opgenomen. De groep sluit het tijdperk van toeren en optreden af en houdt zich alleen nog met plaatopnamen bezig. Nadat John als acteur in de satirische oorlogsfilm ‘How I Won The War’ in Spanje een nieuwe ervaring heeft opgedaan (en zelfs zijn beroemde kapsel laat kortwieken) beginnen The Beatles op 24 november met de opnamen van hun achtste elpee.

Als voorproefje verschijnt half februari de single ‘Penny Lane’ / ‘Strawberry Fields Forever’. De psychedelische invloeden die al op ‘Revolver’ te horen waren, zijn vooral op ‘Strawberry Fields’ verder uitgewerkt. De groep is maanden in de studio’s van Abbey Road in Londen aan het opnemen en nadat de plaatopnamen gereed zijn, wordt gewerkt aan de bijzondere hoes voor het album waar The Beatles uiteindelijk op 1 juni 1967 de wereld mee verbijsteren: ‘Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band’. Meer en meer worden The Beatles ervan verdacht drugs te gebruiken en ze geven dit dan zelf ook toe. Als reactie boycot de BBC ‘A day in the life’ en ‘Lucy in the Sky with Diamonds’ (vanwege de beginletters). Een primeur voor The Beatles vindt op 25 juni plaats, wanneer ze hun nieuwe single ‘All you need is love’ in een via de satelliet wereldwijd uitgezonden tv-programma presenteren. The Beatles zijn op het toppunt van hun roem als het noodlot toeslaat: tijdens een meditatieweekend in Bangor, in Wales, bij de Indiase goeroe Maharishi Mahesh Yogi, krijgen ze op 27 augustus de onheilstijding dat hun manager Brian Epstein dood gevonden is in zijn Londense flat als gevolg van (slaap)middelen in combinatie met alcohol. In feite markeert dit het begin van het einde van The Beatles. Paul McCartney weet de anderen ervan te overtuigen dat werken het beste middel is om dit verlies te verwerken. Hij komt met het idee voor de televisiefilm en plaat ‘Magical Mystery Tour’. In september en oktober gaat de groep met een bont gezelschap in een psychedelisch beschilderde bus door Engeland om de filmopnamen te maken en tussendoor nemen ze in de studio de bijbehorende songs op. Vooruitlopend op de uitzending van de film komt eind november de single ‘Hello Goodbye’ / ‘I am the walrus’ uit, en op 1 december de dubble-ep ‘Magical Mystery Tour’ met bijbehorend fotoboekje. Op tweede kerstdag 1967 zendt de BBC de film ‘Magical Mystery Tour’ (in zwart-wit!) uit. De pers laat de volgende dag niets heel van het nieuwe The Beatles-product, tot diepe teleurstelling van The Beatles zelf.