woensdag 30 april 2014

30 April Queen's Day

Er is niets zo moeilijk voor een artiest als hits scoren en als je eenmaal denkt een formule beet te hebben, dan moet je opletten dat je die formule niet tot op het bot verslijt, want dan haken de fans af. En als je om de spanning er in te houden iets nieuws wil uitproberen dan moet je opletten dat je niet te veel van je eigenheid verliest, want dan kijken de fans de andere kant op.
Wie zich daar weinig of niets van aantrokken en het klappen van de zweep maar al te goed kenden, was de Engelse groep Queen. Onder aanvoering van Freddy Mercury hadden die al van alles meegemaakt. Die waren ooit begonnen met de hit Killer Queen om dan iedereen met verstomming te slaan met het haast symfonische Bohemian rhapsody om  vervolgens een meezinger neer te zetten als We are the champions. Je zou dan denken dat we daarmee zowat alle stijlen gehad hebben die Freddy en zijn jongens aankonden, maar dat bleek niet waar te zijn, want in 1979 doken ze in de hitlijsten op met Crazy little thing called love. Geen baanbrekend stukje muziek, het was eerder een stukje rock and roll met daarin alle Queen – ingrediënten verwerkt om er voor te zorgen dat dit hun elfde hit en hun vierde nummer twee in Engeland zou worden. In Nederland werd het zelfs hun derde nummer 1. Mercury schreef dit liedje toen hij lekker lang uit in zijn bad lag in het Bayerischer Hof  in München. Zijn gitaar lag binnen handbereik. Freddy kende maar een paar akkoorden wat verklaart waarom het nummer ook zo eenvoudig klinkt. Elvis Presley zou het zo kunnen gezongen hebben. In amper tien minuten was het nummer klaar. Mercury speelde het eerst voor aan gitarist Brian May en miet het nadien in de studio horen aan bassist John deacon en drummer Roger Taylor. Er werd een paar keer meegespeeld en na enkele takes stond het nummer op band. Het zou ook de eerste keer zijn dat Mercury de ritmegitaar bespeelde op zijn platen. Ook al had Queen een eigen opnamestudio in Montreux, toch zouden ze naar de Musicland Studio’s ( eigendom van producer Giorgio Moroder) in München trekken omdat ze daar de sfeer beter vonden en omdat ze toch met de Duitse producer Reinhold Mack gingen samenwerken voor hun nieuwste album The Game. Mack zou als producer ook werken voor The Electric Light Orchestra. Freddy Mercury was trouwens peter van Reinhold’s derde zoon John Frederick.


In Amerika was het tot dan toe andere koek geweest. Daar bleef de absolute top haast onbereikbaar. Met Bohemian rhapsody had er al een negende plaats in gezeten en met We are the champions zelfs een vierde, maar met Crazy little thing called love lukte het wel. Vier maanden na hun Europees succes met dit nummer, gingen de Amerikanen de 23ste februari 1980 door de knieën. Het nummer had 9 weken nodig om de absolute top te bereiken. Nu was de singlerelease kantje boord geweest, want hun Amerikaanse platenfirma Elektra wilde Crazy little thing called love eerst niet op single releasen. Pas nadat deejay’s het in de gaten hadden gekregen en singles uit Europa lieten overkomen, gaven ze toe. Ze zouden dat succes in Amerika nog één keer overdoen, tot op één geraken van de top honderd, en wel met Another one bites the dust.

maandag 28 april 2014

Muziek en de Eerste Wereldoorlog (1)

Welke rol speelde muziek in de oorlog 1914-18 en welke rol speelde deze oorlog in de muziek?
Dit jaar extra aandacht hiervoor op onze site.


Sommige componisten hebben als soldaat gediend in het leger: Ravel schreef zijn Tombeau de Couperin ter nagedachtenis aan zes omgekomen vrienden; Hindemith werkte als muzikant in het leger en publiceerde meteen na de oorlog zijn vioolsonate en Kreisler diende aan het Oostfront en schreef o. a Toy Soldier.



Andere componisten droegen op hun eigen manier bij aan de strijd: Debussy noemde zich
“musicien français” en voltooide zijn vioolsonate in 1917. Strawinsky schreef een Mars als reactie op het publieke debat in Italië in 1914. Roses of Picardy werd door Wood in Engeland geschreven naar aanleiding van de gebeurtenissen in Noord-Frankrijk. Jim Europe bracht in 1917 met zijn Hellfighter’s band de Amerikaanse ragtime naar Frankrijk. De Nederlandse “spionne” Mata Hari danste op klassieke muziek in Parijs in 1915:

vrijdag 25 april 2014

De Marseillaise

De Marseillaise is het volkslied van Frankrijk en was korte tijd het volkslied van revolutionair Rusland
De oorspronkelijke versie is een lied dat is geschreven en gecomponeerd door Claude Joseph Rouget de Lisle in de nacht van 25 op 26 april 1792. De originele naam is Chant de guerre de l'Armee du Rhin (marslied van het Rijnleger).



woensdag 23 april 2014

Leeslint: The Band (6)

Na het uitbrengen van hun tweede album volgde een tournee waarin ze voor het eerst zelf de hoofdact waren. De hieruit voortkomende spanningen, het meest gevoeld door Robertson die ze probeerde te bestrijden met hypnose, hadden grote invloed op hun volgende album waarvan de titel Stage Fright (1970) boekdelen spreekt.
Volgens sommigen was dit het laatste 'klassieke' werk van The Band en stelde al het volgende enigszins teleur. Van Cahoots (1971) was een aantal songs gewijd aan de toenemende ongerustheid voor de toekomst van de aarde, maar ondanks deze duidelijke milieuboodschap werd dit album minder goed ontvangen dan de vorige. De groep leek in een creatieve impasse te verkeren.
Dat bleek ook uit de volgende twee albums. Op het live-album Rock Of Ages (1972), opgenomen tijdens een concert op oudejaarsavond 1971, werd gebruik gemaakt van een uitbundige blazers-sectie onder leiding van Allen Toussaint. De muziek werd opzwepend uitgevoerd, maar de enige onbekende song Get Up Jake dateerde al uit de tijd van het brown album. Ook al geen nieuw eigen werk bracht Moondog Matinee (1972), dat uitsluitend covers van beroemde songs van anderen bevatte.
Pas met Northern Lights - Southern Cross (1975) bleek dat de impasse was overwonnen, zoals bij het nummer Acadian Driftwood, waarin The Band als vanouds schitterde in het aan elkaar doorgeven van lange melodielijnen. Niettemin had de vermoeidheid toegeslagen, vooral bij Robertson die het leven 'on the road' "a goddamn impossible way of life" noemde. Ook andere Bandleden bleken slecht opgewassen tegen de druk die hun status als megasterren met zich meebracht: Manuel raakte verslaafd aan alcohol en Danko aan drugs. Hun laatste studio-album Islands (1977) vertoont dan ook alle sporen van een werk dat uitsluitend vanwege contractuele verplichtingen tot stand is gekomen, al staat er ook een gedenkwaardig nummer op als The Saga of Pepote Rouge.

zondag 20 april 2014

In alle Staten: Kansas

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 17e aflevering:
Kansas
USA
Om niet weer in de jazz en bigbands te geraken, slaan we Charlie Parker en Stan Kenton even over (excuses!). Dan maar het ruige werk uit deze stoere staat: Melissa Etheridge komt hier vandaan, maar ook Joe Walsh.
Hij wordt gezien als een van de beste slide-gitaristen en talkbox-gitaristen ter wereld.

Walsh zat in verschillende bands tijdens zijn studententijd aan de Kent State Universiteit. Pas in 1969 kreeg hij als leadgitarist van de band The James Gang wat grotere bekendheid. In 1971 verliet hij de band om een solocarrière te starten.

De eerste solowerken van Walsh, Barnstorm uit 1972 en de opvolger The Smoker You Drink, The Player You Get van 1973, benadrukten zijn status als innovatieve rockmuzikant. Zijn droge humor en zijn status van 'feestbeest' vonden vaak de weg naar zijn nummers. Meerdere nummers werden bekend via de radio, zoals Rocky Mountain Way, dat nog steeds geldt als een klassieker in het genre van de classic rock.

Na nog een studio- en een live-album, werd Walsh in 1976 uitgenodigd om tot de groep The Eagles toe te treden, waar hij de vertrekkende gitarist Bernie Leadon verving. Walsh voerde bij de Eagles een hardere sound in en was sterk medebepalend voor de stijl van het zeer succesvolle album Hotel California. Toen de Eagles enkele jaren later ten einde leek te lopen, begon Walsh weer soloprojecten te starten. Zijn elpees But Seriously Folks (1978) en There Goes The Neighborhood (1981) verkochten zeer goed. Hij nam tijdens de jaren tachtig nog enkele albums op, maar muzikale trends gingen aan hem voorbij. Tot aan de hereniging van de Eagles en hun gemeenschappelijke tournee in de late jaren negentig zag en hoorde men weinig van hem.

Door zijn veelzijdigheid op zowel de akoestische als de elektrische gitaar, was Joe Walsh als ondersteunende of sologitarist ook bij optredens van andere artiesten een graag geziene gast. Hij werkte bij live-optredens en studio-opnamen onder andere voor Dan Fogelberg en Steve Winwood. Daarnaast verscheen hij kort in de film The Blues Brothers.

donderdag 17 april 2014

Vandaag 50 jaar geleden: The Rolling Stones

Op 16 of 17 april 1964, vandaag dus 50 jaar geleden, verscheen in engelend het debuut album van The Rolling Stones: "The Rolling Stones".
Er zijn twee versies van het album. De Europese/Britse en de Amerikaanse. Op de Amerikaanse versie staat één nummer meer: Not Fade Away. Op de Britse versie stond weer het extra nummer Mona (I Need You). Not Fade Away was tevens een hitsingle Amerika. In het Verenigd Koninkrijk werd het nummer slechts als single uitgebracht.
De Britse hoes van het album bevat alleen een foto genomen door David Bailey, en het Deccalogo. De Amerikaanse hoes bevat een andere foto, plus de tekst Englands Newest Hitmakers: The Rolling Stones erop.
De debuutsingle van de Rolling Stones, Come on (een Chuck Berry-cover), staat niet op het album.

woensdag 16 april 2014

Derksen on the Road



Leuk, nieuw en interessant muziekprogramma op RTL7:
 Derksen on the Road.
Bekijk hier aflevering 1 terug. (klik hier)
Johan Derksen gaat op zoek naar het best bewaarde geheim van Volendam: Specs Hildebrand. In tegenstelling tot al zijn dorpsgenoten, maakt de eigenwijze Specs geen Palingpop maar Americana. Johan bezoekt hem en spreekt ook met Piet Veerman, Jan Akkerman en studio-eigenaar Arnold Mühren over Specs. Ook probeert Johan het geheim van het kleurrijke, getalenteerde en soms wansmakelijke Volendam te ontrafelen.
Over de palingsound, die eigenlijk dus niet bestaat!

met dank aan ron t

maandag 14 april 2014

Bluegrass

Bluegrass is een muzieksoort waarvan de naam voor het eerst wordt gebruikt sinds het eind van de jaren 50. De grondlegger van deze stijl, de Amerikaan Bill Monroe, noemde zijn band ‘The Blue Grass Boys’ naar zijn geboortestaat Kentucky, waarvan de bijnaam The Blue Grass State luidt.

Bluegrass is de voortzetting van de oude stringbandmuziek die zijn roots zowel in de Europese als de Afro-Amerikaanse tradities heeft. Als één van de weinige soorten folkmuziek heeft bluegrass een jazz-achtige structuur: één instrument speelt een solo, terwijl de andere alle hun specifieke taak in de begeleiding vervullen. De solo gaat vervolgens over van het ene instrument op het andere. Minstens zo belangrijk voor de definitie van het genre is de zang: de lead - vaak ongewoon hoog - de twee-, drie- of vierstemmige harmonieën, niet als een ‘achtergrondkoortje’, maar als een klank waarin de stemmen versmelten tot een geheel.

De eerste bluegrass werd vastgelegd op 16 september 1946 met als essentieel onderdeel de vijfsnarige banjo van Earl Scruggs, die met zijn virtuoze, zelfontwikkelde stijl de kroon op het werk van Monroe zette. In eerste instantie was Monroe helemaal niet blij toen anderen ‘zijn’ muziek gingen naspelen, maar uiteindelijk werd ook hem duidelijk dat hij de grondlegger was van een nieuwe muziekstijl.


Inmiddels zijn er vele soorten bluegrass, van zeer traditioneel en nauwelijks afwijkend van het geluid uit de jaren veertig, tot progressief, met uiterst complexe arrangementen die nog het meest aan moderne jazz doen denken. In het gebied daartussenin zijn vele groepen actief, van recreatieve muzikanten tot fullprofs, waardoor de muziek zichzelf, binnen een zeer herkenbare stijl, steeds vernieuwd.

zaterdag 12 april 2014

Are you lonesome tonight

Are you lonesome to-night werd in 1926 opgevoerd door de componisten zelf (zang: Handman’s zuster Edyth) in hun vaudeville act Are You Lonesome Tonight, maar toen niet opgenomen uit schrik voor broodroof.

Het idee om deze toen al meer dan 30 jaar oude ballad door Presley te laten opnemen kwam van Col. Parker zelf. Are You Lonesome Tonight was het favoriete nummer van de vrouw van de colonel, die het kende uit het repertoire van Gene Austin, een countryzanger die door haar man was gemanaged voor de oorlog. Het wereldsucces dat Elvis hiermee had is voor een deel ook toe te schrijven aan zijn gesproken tussenstuk: “The world’s a stage”, filosofeert hij Shakespeare citerend, een gimmick die te oordelen naar de vele antwoordsongs en parodieën, in 1960 behoorlijk aansloeg. Komt uit Shakespeares As You Like It, Act II, Scene VII. Ook van Presley zelf verscheen postuum een curiosum op plaat: een live-versie waarin hij de slappe lach kreeg van zijn eigen vindingrijkheid: in plaats van “Do you gaze at your doorstep and picture me there” zong hij – geïnspireerd door het heerschap op de voorste rij – “Do you gaze at your bald head and wish you had hair”. De Las Vegas backingzangeres die ongestoord knal naast de toon bleef verder zingen deed de rest.


Vaughn DeLeath nam de song op in 1927, zelfs twee keer : eerst op 13 Juni en dan op 21 September
Vaughn De Leath (1894 – 1943) was a zeer bekende radio zangeres en jazz singer in de jaren twintig. Ze werd “The Original Radio Girl” of “First Lady of Radio” genoemd.
In augustus 1927 werd er een andere versie uitgebracht door de beroemde tenor Henry Burr.
De eerste versie die in de hitparade verscheen was die van Blue Barron voor MGM Records (10628). De plaat geraakte in Billboard op 17 april 1950.



Eind van de jaren vijftig werd de song opnieuw opgenomen door Jaye P. Morgan. Het is waarschijnlijk deze versie die Elvis kende.

donderdag 10 april 2014

The Sounds Of Silence

Paul Simon en Art Garfunkel nemen op 10 april 1964 in de Columbia Studio in New York de akoestische versie van The Sounds Of Silence op. Dit is één van de liedjes die bestemd zijn voor hun debuut-LP Wednesday Morning 3 AM. Dit album wordt geen succes. Paul Simon gaat zijn heil zoeken in Engeland. Art Garfunkel neemt zijn studie weer op. Ondertussen wordt The Sounds Of Silence opgepikt door een radiostation in Boston. Bij hun platenmaatschappij Columbia komt vraag naar het liedje.



Hun producer Tom Wilson heeft sterk de indruk dat The Sounds Of Silence een hit wordt als er elektrisch versterkte instrumenten aan worden toegevoegd. Na de opname van Like A Rolling Stone van Bob Dylan vraagt Tom Wilson op 15 juni 1965 aan de muzikanten of zij de orkestband bij The Sounds Of Silence willen inspelen. Deze nieuwe versie komt op 20 november 1965 de Billboard Hot 100 binnen. The Sounds Of Silence staat vanaf 1 januari 1966 twee weken op de eerste plaats. Art Garfunkel breekt zijn studie af. Paul Simon keert in allerijl uit Engeland terug naar Amerika.

dinsdag 8 april 2014

Sous Le Ciel De Paris



De passies van Gerrit en krekel Sander gecombineerd in de Harmonica Parisien van Tommy Reilly and His Orchestra uit 1972.

zondag 6 april 2014

Cajun

De cajun-geschiedenis voert terug naar 1604, het jaar waarin de eerste Franse boeren en vissers naar Canada vertrekken. Daarmee begint dit verhaal. Maar later zullen Afrikaanse invloeden/ritmes een belangrijke rol gaan spelen in de muzikale ontwikkelingen.

'Les acadiens'. Zo worden de Fransen genoemd die vier eeuwen geleden als eersten emigrereren naar de andere kant van de Atlantische Oceaan. Vertaald komt die term neer op 'de zoekers naar A(r)cadië', oftewel de zoekers naar het beloofde land. De Europese pioniers van rond 1604 vestigen zich op een schiereiland aan de oostkust van Canada. Die landtong heet tegenwoordig Nova Scotia, maar de zeventiende-eeuwse nieuwkomers noemen het gebied Acadie (in het Engels 'Acadia', in het Nederlandse zouden we spreken over 'Arcadië'). Op wereldkaarten van rond 1700 zie je dat die naam Acadie algemeen wordt gebruikt. De daar neergestreken Franse emigranten duiden zich in die tijd zelf aan met 'Acadiens'.



In 1713, als in Europa de lange oorlog tussen Frankrijk en Engeland officieel is afgelopen, wordt Acadie toegewezen aan de Engelsen. Dat besluit valt in ons land, de machtsverschuiving wordt vastgelegd in het Verdrag van Utrecht. Na 1713 volgt in Acadie tijdelijk een periode van gewapende vrede tussen de groepen Fransen en Engelsen, die zich allebei hebben gesetteld in dat stukje Canadese oostkust. Maar in 1755 beginnen de Engelsen met een meedogenloze deportatie. Zij eisen dat de Fransen trouw zweren aan de Engelse vlag. Wie die buiging niet wil maken, wordt zonder pardon verbannen. Tal van families worden zo de zee opgestuurd in vaak wrakke boten, en hun huizen worden verbrand. Het zijn wrede tijden. Duizenden Acadiens komen om op zee. Een betrekkelijk klein deel van die uit Acadie verdreven Franse families (ongeveer 3000 mensen) komt uiteindelijk terecht in veel zuidelijker streken: de moerasgebieden rond de Mississippi-delta, waar thans de staat Louisiana ligt. Daar ontstaat de naam cajun, die nu wereldwijd bekend is. Van lieverlee namelijk verbastert de in 1604 ontstane oernaam 'acadiens'. Eerst krijg je de ook nog Frans klinkende overgangsvorm 'cadiens' (uitspraak: kaa-djèn), en tenslotte wordt het de Engelse variant 'cajuns' (uitspraak: kee-dzjuns).

'Swamps' in de Mississippi-delta. In Louisiana wonen de voormalige Frans-Canadezen vanaf 1755 lange tijd nogal geïsoleerd, op plekken in het binnenland. Ze vestigen zich vooral in de buurt van de plaats Lafayette, waar de weinig toegankelijke swamps (moerasgebieden) liggen van de Mississippi-delta. Die afgelegenheid verklaart waarom deze nazaten van Europese kolonisten er ruim twee eeuwen lang in zullen slagen om in het zuiden van Amerika hun culturele herkomst, hun muziek en hun taal vast te houden.

Wat die muziek betreft: lange tijd worden ook in Louisiana de oude Franse volkswijsjes (zoals bourrees) nog altijd meest op violen gespeeld.


Pas rond 1900 komt de trekzak erbij. In tegenstelling tot wat velen denken is dat instrument pas uitgevonden in 1825. Tegen 1900 worden deze kleine diatonische accordeons vanuit Europa meegenomen door Duitsers, die zich eveneens her en der in Louisiana vestigen. En dan, nu een eeuw geleden dus, klikt het ineens tussen de Franse violen, de Duitse trekzak en de voor ritmische ondersteuning gebruikte triangel (die op z'n cajuns p'tit fer wordt genoemd, oftewel 'klein ijzer'). Bij elkaar vormen die drie simpele instrumenten een eerlijke combinatie, die luid genoeg is voor de 'Fais-Do-Do': de boerenschuurfeesten die na een week hard werken zowat elke zaterdagavond worden gehouden. (''Fais do do'' betekent zoiets als 'slapies doen'. Om te bewerkstelligen dat de kleinsten zich koest hielden als pa en moe aan het dansen sloegen, kreeg het kroost een in alcohol gedrenkte speen in de mond gestopt.)

Tot nu toe lijkt deze cajunmuziek vooral een verhaal van Franse nazaten te zijn. Dat is niet zo. Want waarom heeft deze stijl zich wél zo ontpopt in Louisiana, en niét onder de Canada achtergebleven Fransen die rond 1900 toch ook accordeons in handen kregen? Dat komt omdat de negerbevolking in Louisiana, nazaten van vroegere slaven, een belangrijke rol heeft gehad in het muzikale groeiproces. Volgens wetenschappelijke muziekvorsers zijn het zelfs deze zwarte (en ook Frans sprekende) cajun-Creolen die als eersten begonnen met het mengen van de accordeon in de oude, op viool gespeelde acadiens-liedjes.

Rond 1900 weten negers met hun hoge manier van zingen en hun bijna percussionistische manier van trekzak spelen de oorspronkelijk vrij brave Franse volkswijsjes op te peppen tot de nu zo swingende dansmuziek.

Deze Afrikaanse invloed komt er in de geschiedschrijving vaak bekaaid af. In films, boeken en artikelen over cajun-muziek gaat de aandacht bijna altijd uit naar de historie van de blanke acadiens en naar hún odyssee, die vlucht uit Canada in 1755 voor de Engelse overheersers. Een nogal eenzijdige publiciteit dus. Dat komt waarschijnlijk doordat over die Franse nazaten nog een traceerbaar verhaal te vertellen valt. In diverse archieven zijn namelijk nog eeuwenoude gegevens te vinden over de oorspronkelijke Acadiens, en aan de hand daarvan hebben veel van de huidige Franse families in Louisiana de stambomen nageplozen van hun vanuit Europa naar Acadie/Nova Scotia getrokken voorvaders. Vaak zijn ze daarbij gestuit op oude relaties met naamgenoten, die nu nog in Canada wonen. Deze zoektochten naar het verleden hebben afgelopen decennia ruime aandacht getrokken in kranten, tijdschriften en tv-documentaires. Maar door al die 'blanke' publiciteit staan de spotlights wel erg op één kant gericht. Eigenlijk wordt nog steeds te weinig gekeken naar de geschiedenis van de negers.

De zwarte creolen in Louisiana hebben een minstens zo wrede odyssee ondergaan bij hún deportaties, vanuit Afrika naar onder meer Louisiana. Over die slavenhandel is in archieven van o.m. Nederlandse zeevaarders ook nog wel veel te vinden. Zie bij voorbeeld het indrukwekkende boek De Nederlandse slavenhandel 1500-1850 van de historicus P.C. Emmer. Maar niet bekend is uit welk land of van welke stam de slaven precies afkomstig waren. Daarover staat vrijwel niets op papier, 'dus' valt er weinig meer over te schrijven, zo lijkt het. Het lijk echter buiten kijf dat de Afrikaanse invloed op de ontstaansgeschiedenis van de cajunmuziek veel meer aandacht verdient dan tot dusverre gebeurt. Bovendien zijn het ook vandaag de dag de negers in Louisana die de belangrijkste rol spelen bij vernieuwende ontwikkelingen. Vooral zij zijn het, die andere richtingen durven te zoeken. De meeste blanke cajun-muzikanten zijn aanzienlijk conservatiever ingesteld.



Iemand wordt een 'cajun' genoemd als hij/zij roots heeft in Lousiana die een eind terug gaan. Dat geldt voor blanken én voor zwarten. De bekende accordeonist Clifton Chenier, telg van een voormalige slavenfamilie die ook Frans sprak, noemde zich bij voorbeeld 'The black cajun Frenchman'. Maar gek genoeg geldt de term 'cajun' weer niet voor de indianen, de echte autochtonen in Louisiana. Ook zij zijn verbannen, naar reservaten. Maar dat is weer een ander wreed historisch verhaal....

Als kenners het hebben over 'cajun' als muzieksoort, bedoelen ze het genre dat vrijwel alleen door blanken wordt gespeeld. Oorspronkelijk bestond de muzikale basis hiervan slechts uit één of twee violen, waarop in Louisiana de overblijfselen van traditionele volksdansmuziek uit Frankrijk werd gespeeld. Tegen 1900 voegde zich daar de in 1825 in Duitsland uitgevonden diatonische trekzak bij, plus een triangel. Het Tegenwoordig worden in deze cajun-vorm meestal ook drums, gitaar en bas gebruikt, naast de viool en trekzak.

De teksten van deze blanke cajunstijl zijn doorgaans in oud-Frans, het zogenaamde patois. Dat is ongeveer vergelijkbaar met ons Zuid-Afrikaans. 'Chère bébé' wordt bij voorbeeld uitgesproken als 'Sha baybay'. Ouderen in Louisiana spreken nog altijd patois. Als ze langzaam formuleren, kom je als Europeaan tegenover hen met je schoolfrans een heel eind. Tegenwoordig wordt op (volks)universiteiten veel moeite gedaan -- er zijn allerlei cursussen -- om dat oude Frans niet te laten verdwijnen.

Al met al zou je de blanke muziek een oer-cajun kunnen noemen. Vrolijk, en met z'n polka-achtige twosteps, onesteps en walsjes lekker om op te dansen. Het is wel een vrij conservatieve stijl, die tegen de country aan zit. Melodisch is de cajunstijl ook behoorlijk beperkt, omdat op de trekzak nu eenmaal niet meer dan twee akkoorden kunnen worden gespeeld. Het derde akkoord is eigenlijk 'vals' (maar dat is dan weer de charme, in het geheel).

De blanke cajunmuziek is behalve in Louisiana op dit moment vooral populair in Groot-Brittannië. In Nederland wordt deze traditionele stijl erg goed gebracht door de vanuit een akoestisch concept werkende Haagse groep The Cajun Company, geleid door trekzakspeler Bas van der Poll.

'Cajun' slaat niet alleen op een bevolkingsgroep en op hun muziek, het is ook de vergaarnaam voor een boerse manier van koken. Eten en muziek horen nadrukkelijk bij elkaar in Louisiana. 'Je pakt alles wat vliegt, zwemt en kruipt en mikt het in de pan, met veel kruiden erbij', zeggen ze vaak in de swamps. Niet echt iets voor vegetariërs, dus. Jambalaya is het bekendste gerecht uit die Louisiana-keuken.

En daarmee komen we -- naast de hiervoor beschreven traditionele blanke cajun-speelstijl -- uit op de tweede hoofdstroming binnen de trekzak-muziek: de zydeco. Deze naam is afgeleid van zo'n term uit het cajun-gekokkerel, want 'zydeco' is een verbastering van 'les haricots', uit het lied 'Les haricots sont pas salés' oftewel de boontjes zijn niet gezouten. Een uitdrukking waarmee wordt bedoeld: ik heb 't naar m'n zin.



De zydeco -- een enkele keer ook Zarico of Zodico genoemd -- wordt voornamelijk gespeeld door zwarte muzikanten in Louisiana en Texas. Het is een ritmischer, vaak bijna funky variant op de traditionele blanke cajunsongs. In de zydeco herhaalt de trekzak telkens bepaalde patronen, met kleine variaties. Op platen/cd's komt dat misschien wat eentonig over, maar op de dansvloer is zo'n groove onverbiddelijk -- zeker met ook nog een wasbord erbij.

Hier zijn de Afrikaanse invloeden het duidelijkst te horen. Ook zydeco is in wezen simpel van opzet, ook al omdat (net als in de blanke cajun) wordt gespeeld op de diatonische accordeon. Dat is een trekzak met slechts tien knoppen, die bij duwen of trekken een verschillende toon geven. Een pracht instrument, maar de eenvoud maakt dat de melodieën die je erop kunt spelen beperkt zijn tot twee/drie akkoorden. Toch, met bij voorbeeld een sax erbij en een slapping bas klinkt zydeco al gauw veel funky'er en progressiever dan de blanke cajun. Trekzakspeler Wim Nagtegaal van voorheen de Utrechts/Belgische groep 'Acadia' is een geweldige Nederlandse zydeco-speler op trekzak. Ook Onno Kuipers van de voormalige Utrechtse band 'Louisiana Radio' is er een razendsnelle meester op.

'Cajun' en 'zydeco' hebben allebei een vrolijke uitstraling. Opmerkelijk is overigens dat die twee stijlen in het dagelijkse leven van Lousiana nogal gescheiden worden beleefd. Dat heeft alles te maken met de segregatie die nog heerst in deze Amerikaanse staat, met z'n culturele en sociale scheidslijnen. Op cajun-party's zie je meestal alleen blanken, terwijl de zydeco-feesten op het platteland en in danszalen als Slim's Y-Ki-Ki en Club Richard (Opelousas) vrijwel uitsluitend door zwarten worden bezocht. Van integratie is alleen sprake op de grote festivals, waar cajun- en zydecobands probleemloos en met veel plezier om beurten spelen. Cajun blijkt dan vooral aan te slaan bij ouderen, jongeren prefereren vaak de steviger zydeco.

donderdag 3 april 2014

Sarah Vaughan



Sarah Lois Vaughan (27 maart 1924 – 3 april 1990) was een Amerikaanse jazzzangeres, die samen met Billie Holiday en Ella Fitzgerald tot de grootsten in haar genre wordt gerekend.
Vaughans ouders waren beiden muzikanten; zij begon met zingen in kerkkoren. Haar deelname aan talentenjachten trok de aandacht van Earl Hines bij wiens big band ze begin jaren 40 van de 20e eeuw zangeres werd. Al snel ging ze werken met Billy Eckstine. Eckstine en Vaughan werkten vervolgens enige tijd samen met Dizzy Gillespie en Art Blakey maar in 1945 ging Vaughan solo optreden. Bekende nummers uit die periode zijn Tenderly, Lover man en It's Magic. Vaughan bleef platen uitbrengen en optreden tot de vroege jaren 80 en werkte met grootheden als Miles Davis en Quincy Jones

woensdag 2 april 2014

Serge Gainsbourg

Op 2 Maart 1991 wordt, nadat zijn huis in Parijs door de brandweer is opengebroken, het ontzielde lichaam van Serge Gainsbourg gevonden. Serge Gainsbourg wordt op 2 April 1928 in Parijs, Frankrijk geboren. Gainsbourg wordt liever kunstschilder, maar maakt naam als dichter, zanger, componist, acteur en regisseur. Met Charles Trenet en Charles Aznavour hoort hij bij de allergrootsten van het Chanson. La Javanaise geldt misschien wel als zijn mooiste lied, hoewel veel mensen ook goede herinneringen hebben aan Couleur Cafe. Serge Gainsbourg is ook de componist van Poupee De Cire, Poupee De Son, waarmee France Gall voor Luxemburg het Eurovisiesongfestival wint. Gainsbourg maakt soms wel erg gemakkelijke nummertjes, soms tegen zijn eigen zin, en critici vinden dat hij zijn grote talent vaak niet gebruikt. Hij schrijft ondermeer nummers voor Claude Francois, Brigitte Bardot, Petula Clark, Johnny Hallyday en Vanessa Paradis).

Zijn grootste hit is in 1969 het erotische Je T'aime, Moi Non Plus, in duo met Jane Birkin. Gainsbourg heeft het eigenlijk eerder al met Brigitte Bardot willen uitgeven, maar die vreest te veel ophef. Bardot krijgt gelijk, het Vaticaan doet het lied in de ban. In Groot-Brittannie en andere landen wordt Je T'aime, Moi Non Plus nummer 1 op de hitlijsten. In Nederland bereikt de single de vierde plaats in de Nederlandse Top 40. Legendarisch is zijn dronken optreden in een tv-programma van Michel Drücker, waarin hij herhaaldelijk "I want to fuck you" zegt tegen Whitney Houston. Die verstaat hem amper, waarop Drücker wanhopig de zaak probeerd te redden met een vrije vertaling: 'Hij zegt dat hij u aardig vindt'. Maar wanneer Whitney Houston de zanger uiteindelijk wel verstaat (hij gaat maar door), is de boot aan. Serge Gainsbourh is 62 jaar geworden. Vijftien jaar na zijn dood, op 2 Maart 2006 herdenkt platenfirma Universal zijn overlijden met acht uitgaven, waaronder de CD Monsieur Gainsbourg Revisited, met versies van zijn nummers door ondermeer Franz Ferdinand, Placebo, Portishead, Marianne Faithfull en Cat Power. De honderd mooiste liedjes worden in de box Les 100 Plus Belles Chansons De Serge Gainsbourg uitgegeven.