donderdag 31 oktober 2013

Canon van de Nederlandse Popmuziek: 1960

Radio Veronica in de lucht
Op 15 oktober 1959 besluit een aantal radiohandelaren een radiostation te beginnen. Ze willen gaan uitzenden vanaf een schip in de Noordzee net buiten de territoriale wateren, zodat de overheid de zender geen strobreed in de weg kan leggen. De Vrije Radio Omroep Nederland (VRON) start in april 1960 met proefuitzendingen. Al snel wordt de naam veranderd in Radio Veronica. De zender wordt in korte tijd erg populair onder jongeren vanwege het uitzenden van populaire popmuziek, die doorgaans niet op de staatszenders Hilversum 1 en 2 te horen is. Deze populariteit trekt adverteerders aan, die voor de broodnodige inkomsten zorgen. Programmaleider Joost den Draaijer (Willem van Kooten) keert met nieuwe ideeën terug van een werkbezoek aan Amerikaanse commerciële stations. Horizontale programmering (elke dag op hetzelfde uur een vast programma met een vaste diskjockey) wordt ingevoerd, er komt een hitparade, de Veronica Top 40, jingles doen hun intrede en er komen drive-inn-shows in het land, waarbij het publiek de populaire dj’s live kan bewonderen. In de jaren zestig is er van serieuze concurrentie van andere piratenzenders geen sprake, maar begin jaren zeventig start Radio Nordzee International zijn uitzendingen vanaf het schip MEBO II, dat vlakbij het Veronicaschip voor anker is gegaan. Een felle concurrentiestrijd barst los, met als dieptepunt een bomaanslag op het schip van Radio Nordzee in opdracht van de directie van Veronica. Er vallen geen slachtoffers, maar vanaf dat moment maakt de overheid er serieus werk van om de zeezenders te verbieden en tekent in januari een wet die uitzenden vanaf schepen in de Noordzee verbiedt. Er komen grote protestacties, maar desondanks is het op 31 augustus 1974 afgelopen voor Radio Veronica en Radio Nordzee International. Veronica start als VOO een strijd om een officiële zendvergunning te krijgen. Met succes.

zondag 27 oktober 2013

Lou Reed overleden

De invloedrijke Amerikaanse zanger, songwriter en gitarist Lou Reed is zondag 27 oktober 2013 op 71-jarige leeftijd overleden. Dat heeft het gezaghebbende Amerikaanse muziektijdschrift Rolling Stone gemeld. Waaraan Reed is overleden, is nog niet bekend.

Reed maakte furore als soloartiest, maar ook als lid van de band The Velvet Underground. Die legendarische band werd in 1965 opgericht op initiatief van pop-art meester en schilder Andy Warhol. Die bracht de groep onder in zijn Factory, zijn door de Newyorkse underground bezochte atelier. De band ging begin jaren zeventig uiteen.

Als soloartiest scoorde Reed hits met nummers als Walk on the wildside, Sweet Jane en Vicious. Albums als New York en Berlin gelden als klassiekers van de rockmuziek.

In mei onderging Reed een levertransplantatie. Daarna liet hij zich in juni opnieuw voor het eerst voor een groot publiek zien. Hij was toen te gast bij het Cannes Lions International Festival of Creativity.


zaterdag 26 oktober 2013

2 jaar http://gerritendekrekels.blogspot.nl/

Nu al 2 jaar in de lucht. Enkele cijfers:

Best gelezen berichten:

Geschiedenis van de Panfluit
Akkoordenleer deel 1
Johnny Cash top 50
Tom en Dick
Hurricane

Ons publiek komt uit
Nederland
7661
Verenigde Staten
1964
Rusland
1268
Duitsland
853
België
749
Frankrijk
169
Oekraïne
125
Verenigd Koninkrijk
112
Brazilië
50


Dank voor jullie aandacht en muziekinteresse !

As Tears Go By

Mede door het succes van Yesterday van The Beatles besluit Mick Jagger op 26 oktober 1965 As Tears Go By op te nemen. Hij heeft het nummer, samen met Keith Richards, in 1964 voor Marianne Faithfull geschreven. Mick Jagger wordt begeleid door een strijkkwartet. De andere leden van The Rolling Stones doen niet mee. As Tears Go By wordt in de IBC Studio in Londen opgenomen. De single, met op de B-kant 19th Nervous Breakdown, komt op 19 februari 1966 de Veronica Top 40 binnen. As Tears Go By bereikt de tweede plaats.

donderdag 24 oktober 2013

In Alle Staten: Georgia

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 11e aflevering:
Georgia
USA
Een van de meest muzikale staten, zo lijkt het:
Little Richard, Otis Redding, Brenda Lee, Ma Rainy Gladys Knight, Kanye West, Outkast: allemaal uit Georgia. Terecht een ode aan Georgia door Ray Charles.


dinsdag 22 oktober 2013

Geschiedenis van de gitaar (8)

Ook de surfmuziek zorgde voor een popularisering van de gitaar. In het begin had deze stijl alleen succes aan de Amerikaanse Westkust, maar na een tijdje sloeg de muziek in de gehele wereld aan. De bekendste surfgroep is uiteraard nog steeds de Beach Boys, maar ook de al eerder genoemde instrumentale band de Ventures behoorde tot deze categorie. De gitaristen van surfgroepen speelden hoofdzakelijk op Fendergitaren, met name de Stratocaster was erg populair.



Gedurende de eerste rock & roll-golf ontstond ook een toenemende interesse in de traditionele Amerikaanse muziek. Het Kingston Trio is hier een voorbeeld van. Keurig gekapt zongen ze teksten over spoorwegtrajecten, legendarische helden, en executies van beruchte bandieten (Tom Dooley), alles natuurlijk in close harmony. Pete Seeger, Joan Baez en Phil Ochs zongen over vergelijkbare onderwerpen, maar brachten tevens hun ideeën omtrent onderwerpen als politiek, oorlog, burgerrechten en hongersnood naar voren.

Slechts weinig mensen buiten het koffiehuis-circuit kenden ene Bob Dylan, maar de Byrds en de zoetsappige Peter, Paul and Mary waren commercieel genoeg om in het midden van de jaren zestig enige ideeën en boodschappen van hem te gebruiken om er gigantische hits mee te scoren.




Het publiek wilde meer te weten komen over eerlijke muziek zonder trucjes, men wilde nummers met nieuwe ideeën die je dwongen na te denken, nummers over echte mensen. Doordat deze nieuwe folkmuziek haar wortels in de blues en de country & western had, begonnen de mensen muzikanten als Hank Williams, Doc Watson, Woody Guthrie, Robert Johnson, Jack Elliot, Mississippi John Hurt, Blind Lemon Jefferson, Son House, Walter "Furry' Lewis, Leadbelly, Sam 'Lihtnin' Hopkins, Josh White, Fred McDowell en Brownie McGhee te herontdekken. Sommigen waren afstammelingen van slaven, rondtrekkende arbeiders en pachtboeren. De meesten leefden niet lang genoeg om van deze waardering te kunnen genieten. Anderen werden pas echt bekend toen ze de zeventig al waren gepasseerd. Er zijn net zoveel pogingen ondernomen om de stijlen van deze zangers te classificeren als er schrijvers zijn die er verhalen over hebben geschreven. Dé gemeenschappelijke factor was echter dat ze allemaal gitaar speelden.

zaterdag 19 oktober 2013

Melodieënzoekmachine

Stel: je hebt een bepaalde melodie in je hoofd, maar je weet niet om welk lied het gaat. Je wilt graag weten welke tekst erbij hoort, wat de titel is enzovoorts. In onze informatiemaatschappij is bijna alles ‘google-baar’, maar zolang je slechts beschikt over een stukje melodie in je hoofd kom je niet veel verder. Idealiter zou je de computer een stukje toeneuriën en vervolgens alle informatie vinden die bij die melodie hoort.

Het klinkt nog als verre toekomstmuziek. Toch werd er de afgelopen jaren al hard gewerkt aan de ontwikkeling van een zogenaamde melodieënzoekmachine. En hoewel het einddoel nog niet bereikt is, zijn er al grote vorderingen gemaakt. Martine de Bruin van het Meertens Instituut vertelt over de totstandkoming van het project, de geboekte resultaten en de mogelijkheden voor toekomstig onderzoek.

Het Meertens Instituut beschikt over een grote collectie aan liederen. Ruim 125.000 liederen zijn te vinden in de Nederlandse liederenbank, van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Je kunt er zoeken op woorden, op titel, op beginregel, maar nog niet op melodie. Voor de gebruiker zou een dergelijke toepassing ontzettend handig kunnen zijn. Maar dat niet alleen, ook onderzoekers hebben er baat bij, legt De Bruin uit. “Wat voor de onderzoekers van belang is, is bijvoorbeeld het herkennen van varianten van melodieën.”

Daarom begon het team van onderzoekers en ontwikkelaars vier jaar geleden met het opzetten van een testcorpus. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de collectie Onder de Groene Linde. Het gaat om zo’n zevenduizend veldwerkopnamen die werden gemaakt door Ate Doornbosch voor het gelijknamige radioprogramma, dat tussen 1957 en 1994 werd uitgezonden. Doornbosch maakte opnames van luisteraars die varianten kenden op bestaande liederen. De opnames geven een mooi beeld van variatie in liedteksten die ontstaat door mondelinge overlevering.

woensdag 16 oktober 2013

David McWilliams



David McWilliams (Belfast, 4 juli 1945 – Ballycastle, 8 januari 2002) was een Noord-Ierse zanger, liedjesschrijver en gitarist. Zijn bekendste nummers zijn The Days of Pearly Spencer uit 1967 en Can I Get There by Candlelight uit 1969.

Een demoversie van een paar liedjes die hij had geschreven en ingezongen, viel in handen van Phil Solomon, de vroegere manager van The Bachelors en Them. Solomon moedigde McWilliams aan om zijn baan vaarwel te zeggen en een muzikale carrière te beginnen. Hij produceerde zijn eerste plaat, God and My Country in 1966. Hoewel de plaat flopte, gingen Solomon en McWilliams door. Begin 1967 kwam McWilliams’ eerste lp uit, die redelijk verkocht.

McWilliams’ tweede single, The Days of Pearly Spencer en de tegelijk uitgebrachte tweede lp gingen vergezeld van een intensieve reclamecampagne in de Britse popbladen en een reeks commercials op Radio Caroline (waar Solomon in de directie zat). ‘The single that will blow your mind, the album that will change the course of music’ (‘de single die je geest zal verruimen, de lp die de muziek een andere koers laat inslaan’), beloofden de advertenties. De intensieve promotie via een piratenzender had wel tot gevolg dat de staatsomroep BBC het nummer niet wilde draaien.

The Days of Pearly Spencer ging over een dakloze die McWilliams in Ballymena had leren kennen. Het had een heel karakteristiek refrein, dat klonk alsof het door een megafoon was gezongen. Het nummer haalde de Britse hitparade niet (de lp werd overigens wel een klein hitje), maar was wel een succes in andere Europese landen, zoals Frankrijk en Nederland, waar het de achtste plaats haalde.

De twee volgende platen bleven onopgemerkt, maar Can I Get There by Candlelight? (1969) werd wereldberoemd. Het nummer werd een hit in Duitsland, Frankrijk en Italië. In Nederland haalde het nummer de achttiende plaats.

Vanwege zijn populariteit in Italië nam McWilliams twee singles in het Italiaans op. Zijn Engelse singles werden in Groot-Brittannië nooit een succes. Alleen zijn eerste drie lp’s verkochten goed. Wel was hij een veelgevraagd artiest voor optredens, zowel in Engeland als daarbuiten. Een van zijn tournees deed hij samen met The Dubliners.

McWilliams besloot in 1978 het rustiger aan te gaan doen. Hij vestigde zich in Ballycastle (Noord-Ierland). Hij bleef beschikbaar voor tournees, maar bracht de frequentie wel terug. In 1984 trad hij op bij een benefietconcert voor de Engelse mijnwerkers, die toen een langdurige staking hielden.

In 2002 overleed hij aan een hartaanval in zijn huis in Ballycastle. David MacWilliams is tweemaal getrouwd geweest en liet acht kinderen na.

maandag 14 oktober 2013

Johnny Cash top 50 nummer 2: I Walk The Line

Compositie van Cash. Opgenomen in de Sun Studio's in Memphis op 2 april 1956. Track van zijn debuutelpee Johnny Cash with His Hot and Blue Guitar. Cash nam het tijdens zijn carrière nog vier keer op:  in 1964 for the I Walk the Line album, in 1969 voor At San Quentin, in 1970 de soundtrack van de film I Walk the Line, en in 1988 voor het Classic Cash: Hall of Fame Series album.

zondag 13 oktober 2013

Jimi Hendrix

Jimi Hendrix' stijl was uniek, en ondanks zijn hectische toerschema en perfectionisme in het opnemen van nummers, heeft hij meer dan 300 onuitgebrachte nummers nagelaten. Muzikaal gezien tilde Hendrix volgens velen het elektrische gitaarspel naar een veel hoger niveau, en door zijn gebruik en combinatie van onder andere feedback, distortion en wahwahpedalen is de populariteit van deze effecten en technieken na Hendrix' dood veel groter geworden. Hij haalde het uiterste uit zijn gitaar, meestal een Fender Stratocaster (die hij daarmee definitief op de kaart zette), en combineerde die op allerhande manieren met zijn versterker(s) (meestal Marshall). Hendrix was linkshandig, maar speelde altijd op een rechtshandige gitaar, met alle 6 snaren in de tegenovergestelde richting op de gitaar geplaatst. Dit deed hij naar eigen zeggen omdat hij vond dat hij op een rechtshandige gitaar beter bij de volume en toon - knoppen van de gitaar kon, en bij de zogeheten tremoloarm.


donderdag 10 oktober 2013

Cuby & the Blizzards - deel 1

In 1962 speelde in Assen de beatgroep The Rocking Strings, bestaande uit Eelco Gelling (sologitaar), Wim Kinds (drums), Hans Kinds (slaggitaar) en Nico Schröder (bas). Zij speelden voornamelijk Shadow-instrumentals en maakte zelfs nog twee plaatjes: “Autumn Leaves” en de EP “Black Rock”. Nico, die niet op zondag mocht spelen, werd vervangen door Willy Middel en Dick Beekman nam de plaats in van Wim. Toen in 1964 jazz- en bluesliefhebber Harry Muskee zich aansloot was één van de meest roemruchte (blues)groepen uit de Nederlandse pophistorie een feit: Cuby & the Blizzards.

Bij het bedenken van de naam werd 'Blizzards' uit een woordenboek gehaald en 'Cuby' was de naam van de hond van Harry's buren. De bezetting was Harry Muskee (zang), Eelco Gelling (gitaar), Dick Beekman (drums), Willy Middel (bad) en Hans Kinds (slaggitaar).

Muskee en Gelling namen het voortouw en introduceerden een nieuwe muziekstijl in Nederland: de blues. In het begin was dat niet makkelijk. Veel zaalhouders zaten niet te wachten op deze 'vreemde muziek' en het langharige tuig dat er op afkwam. Op een middag werd “Stumble And Fall” en “I'm So Restless” opgenomen en uitgebracht door de platenmaatschappij CNR. Het werd live en zonder enige overdubs op de band gezet. Landelijk deed de single weinig, maar in de noordelijke provincies werd de band al snel populair. Er vormde zich vanuit Drenthe een heuse bluesscene en het duurde niet lang voordat de rest van Nederland volgde met Livin' Blues in Den Haag, de Bintangs in Beverwijk en Blues Dimension in Zwolle. Ook C&B's roem verspreidde zich over het land.

Het eerste buitenlandse optreden liet niet lang op zich wachten en al in 1965 werd opgetreden in Maderno aan het Gardameer in Italië.


De volgende opnamen werd gemaakt voor het Philips-label van Phonogram. De volgende single was “LSD (Got A Million Dollar)”, geschreven door Tom McGuinness van Manfred Mann, met als b-kant “Your Body Not Your Soul”, één van de eerste eigen nummers van Muskee. De NCRV weigerde deze plaat te draaien.


De eerste hitnotering kreeg C&B met “Back Home”/”Sweet Mary”, dat het vier weken volhield en de 33e plaats behaalde.
Toen kwamen de eerste personele problemen. Dick Beekman vertrok naar de Ro-d-ys, een beatgroep uit Winschoten, en hij werd vervangen door de zeventienjarige Hans Waterman. Rond die tijd begon C&B zowel nationaal als internationaal door te breken. In 1966 kwam hun eerst album “Desolation” uit, waarvoor de groep tijdelijk werd uitgebreid met Henk Hilbrandie.
Grolloo is inmiddels de woonplaats van Muskee geworden en de door hem gehuurde boerderij werd een centrum en broedplaats van nationale en internationale blues. Sowieso reperteerde C&B in de deel van deze boederij. Maar ook hebben diverse bluesgrootheden, zoals John Mayall, Eddie Boyd en Alexis Korner, bij Harry gelogeerd en in de bedstee geslapen. Behalve talloze sessions heeft dat onder meer geleid tot de begeleiding van Van Morrison, regelmatige optredens met Alexis Korner en de samenwerking met de Amerikaanse blueszanger Eddie Boyd, met wie de band in 1967 de lp “Praise The Blues” opnam.
Live 1968
Het jaar 1967 mag voor de band in meer dan één opzicht succesvol genoemd worden. Zij ontvingen namelijk uit handen van Wim Sonneveld een Edison, een onderscheiding die nog geen enkele groep uit dit genre heeft mogen ontvangen. Hoewel blues nog niet was doorgedrongen tot het commerciële circuit slaagden Muskee en zijn band erin zo populair te worden dat de door hen tussen 1966 en 1971 uitgebrachte singles maar liefst negen keer de Top 40 haalden.
Tijdens een van de optredens uit deze periode meldde zich een jonge pianist bij de groep: Herman Brood. Brood kende het harde leven als beroepsmuzikant, want met zijn groep Moan had hij al veel opgetreden voor Amerikaanse militairen in Duitsland. Een ware slijtageslag en met pepmiddelen probeerden zij op de been te blijven. Brood werd door C&B ingelijfd en hij trok een tijdje in bij Harry in Grolloo.
Met Brood in de band werd de lp “Groeten uit Grolloo” opgenomen, waarvan “Another Day Another Road” een redelijke hit werd. Het album bevatte ook de klassieker “Somebody Will Know Someday", geïnspireerd door een verbroken relatie va Muskee.



Dankzij het succes van “Groeten Uit Grolloo” en de samenwerking met Eddie Boyd werden Cuby & the Blizzards in 1968 in de polls van de muziekbladen gekozen als 'Beste bluesgroep van Nederland'. Maar de roem eiste zijn tol: het begon te gisten in de groep. Als eerste vertrok slaggitarist Hans Kinds, die in militaire dienst moest en wiens plaats niet werd opgevuld. Ook Willy Middel vertrok en werd vervangen door de van Blues Dimension afkomstige Jaap van Eik. Problemen met managers leidde opnieuw tot problemen. Ook Hans Waterman nam afscheid en hij werd vervangen door de teruggekeerde Dick Beekman.
In het voorjaar van 1969 maakte C&B een tournee door Nederland met Fleetwood Mac en in augustus traden zij op in de beroemde Marquee Club in Londen. De wisselingen in de groep volgden elkaar in hoog tempo op. Van Eik en Beekman werden ontslagen door manager Jan Venhuizen, vanwege 'het missen van teveel optredens', dat de band handenvol geld kostte. Van Eik vertrekt naar Blues Dimension en Beekman duikt later in Livin' Blues op. Ook Herman Brood ruimde het veld omdat hij de voorgenomen reis naar Amerika in gevaar bracht. Hij was gepakt voor platendiefstal en omdat er nog een voorwaardelijke straf wegens drugsbezit openstond moest hij de gevangenis in. Achteraf ging deze voorgenomen reis toch niet door. Achtereenvolgens werden zij vervangen door Herman Deinum (bas), Hans Lafaille (drums) en Helmig van der Vegt (toetsen).
Eind 1969 kwam “Appleknocker's Flophouse” uit, dat onmiddellijk een succes werd. Op deze lp beroerde Helmig van der Vegt de toetsen in plaats van Herman Brood. Op de foto van het hoesje van de single "Appleknockers Flophouse"/"Because Of Illness" is het hoofd van Helmig erg knullig gemonteerd op een foto, die de band nog met Brood had laten maken. Er werd nog een tournee gemaakt door Polen met optredens in Warschau, Katowice en Poznan en aan het eind van het jaar stonden ze in het voorprogramma van B.B. King in het Amsterdamse Concertgebouw.

Maar op de succesvolle jaren zestig volgde een tegenvallende zeventiger jaren. Geplande toernees naar Amerika, Engeland en Scandinavië gingen niet door, er was ruzie met managers en de boerderij in Grolloo werd verlaten. Muskee en Gelling trokken zich terug in een flat in Assen.
De samenwerking met hun manager Ide de Jong, die ook de belangen van Focus behartigde, werd problematisch. De groep raakte verdeeld in twee kampen. De breuk kwam definitief voor een optreden in Münster (Duitsland). En eigenlijk door een simpel communicatieprobleem. De vrachtwagen met apparatuur kreeg problemen bij de grens en Harry en Eelco keerden terug naar Assen. De andere drie, zie allen in Zwolle woonden, hadden hier geen weet van, reisden op eigen gelegenheid en stonden in Münster tevergeefs te wachten. Dit was de druppel om de stekker uit C&B te trekken.

Twee keer kwam Cuby & the Blizzards in de oorspronkelijke bezetting bijeen. De eerste keer was op 9 juni 1973 voor een afscheidsconcert in Concertzaal Bellevue in Assen. De bezetting was Harry Muskee, Eelco Gelling, Willy Middel, Hans Kinds, Herman Brood en Jaap van Eik met als gastmuzikanten: Wim Ennes, Henk Nahrendorf en Hans Waterman. Voor dit concert kwamen de fans uit heel het land en Bellevue was al dagenlang uitverkocht.
Er kwam vraag naar een afscheidsplaat. Deze werd op 15 juni 1974 opgenomen in een van de NOS-studio's in Hilversum voor het TV-programma 'Nederpopzien'. Dan valt het doek definitief voor Cuby & the Blizzards.
Too Blind To See
(Live in Arcade, Schiedam)

maandag 7 oktober 2013

Eric Clapton (2) 1965-1966


The Yardbirds was een Britse rockband uit de jaren zestig. De band is vooral bekend omdat drie van de beroemdste gitaristen, Eric Clapton, Jeff Beck en Jimmy Page, hun carrière bij the Yardbirds begonnen. De band had gedurende de jaren zestig vele hits, waaronder I'm a Man en For Your Love.

In 1962-63 begon de band in de buitenwijken van Londen onder de naam "the Metropolis Blues Quartet". In 1963 was de naam veranderd in "the Yardbirds". Ze kregen volop de aandacht van de Britse rhythm and blues-scene toen ze the Rolling Stones opvolgden als de officiële huisband van de Londense Crawdaddy Club.

In het begin bestond de line-up uit Keith Relf (vocalen en mondharmonica), Chris Dreja (ritmegitaar), Paul Samwell-Smith (basgitaar), Jim McCarty (drums) en Anthony "Top" Topham (leadgitaar). Top werd al gauw vervangen door de toen nog onbekende Eric Clapton.

De band was voor het eerst op plaat te horen als begeleidingsband van de blueslegende Sonny Boy Williamson, met wie ze door Europa tourde. In 1964 kwam het eerste album uit, Five Live Yardbirds, een live-album.

De band wilde ook de popmarkt veroveren en bracht enkele singles uit. De eerste singles waren oude blues-covers, maar ze kregen hun eerste grote succes met For Your Love, een nummer geschreven door Graham Gouldman (later 10CC). De single was voor de band het eerste grote succes in eigen land en de grote doorbraak in het buitenland. Alhoewel de single een vernieuwend stuk was en een groot succes, viel hij niet in de smaak bij Clapton, die in die tijd een pure bluesman was. Hij verliet de band begin 1965 en vertrok naar John Mayall's Bluesbreakers. Als vervanger raadde Clapton Jimmy Page aan, die het aanbod afsloeg en op zijn beurt Jeff Beck aanraadde.



Beck voelde zich meer thuis in de experimentele popmuziek dan Clapton. Onder invloed van Beck ging de stijl richting de psychedelische rock. Er wordt gezegd dat de Yardbirds in die tijd de deur opende voor de psychedelische rock. De eerste hits met Beck waren Heart Full of Soul en Evil-Hearted You, beiden geschreven door Gouldman.

Van april 1965 tot midden 1966 maakte hij deel uit van John Mayall's Bluesbreakers. In deze periode kwam zijn talent definitief tot ontplooiing. Hoogtepunt was de LP Bluesbreakers With Eric Clapton, inmiddels een echte klassieker.




vrijdag 4 oktober 2013

Waarom lijken popliedjes op elkaar?

Popliedjes lijken vaak op elkaar. De reden hiervoor is heel simpel: het aantal ingrediënten is zeer beperkt. Er valt weinig te kiezen en dus voor je het weet lijkt jouw lied op het lied van een ander.

Hèt ritme van een popliedje bestaat uit een vierkwartsmaat (1,2,3,4) waarbij de drummer op de 2e en 4e tel een harde slag op zijn snaredrum geeft. Dit heeft het bekende boem-tsjak boem-tsjak patroon tot gevolg.

De harmonie van de meeste popliedjes bestaat uit slechts een paar simpele akkoorden. Ze zijn meestal niet verfraaid met additionele noten zoals in de klassieke, jazz en niet-westerse muziek juist wel gebruikelijk is.

Deze akkoorden worden het vaakst gebruikt in popmuziek:

popularchords
plaatje van hooktheory.com

Om de vingerzetting daarvan te noteren heb je slechts 1 A4-tje nodig. En met een paar weken gitaarles moet je in staat zijn deze te spelen.

Een E mineur akkoord wordt overigens in de meeste gevallen opgevolgd door een F of een A mineur.

De meeste mensen vinden de melodie van een nummer iets speciaals. Toch lijken die heel vaak op elkaar. De reden: ze bestaan veelal uit maximaal 5 verschillende noten, de noten van de pentatonische ladder. Zo heel veel combinaties tussen die 5 noten zijn er dus niet te maken. En vrijwel iedereen voelt aan hoe die toonladder werkt, check deze video maar eens:

dinsdag 1 oktober 2013

Janis Joplin


Janis Joplin neemt op 1 oktober 1970, drie dagen vóór haar dood, het nummer Mercedes Benz op. Het is één van de laatste nummers van haar opname-sessie in de CBS-studio’s in Hollywood. De sessie is op 4 juli 1970 begonnen. Janis Joplin overlijdt op 4 oktober 1970 aan een overdosis heroïne in een motel aan Franklin Avenue in Hollywood.

De zangeres is op 19 januari 1943 in Port Arthur in Texas geboren. In 1966 verhuist zij naar San Francisco waar zij op 4 juni 1966 zangeres wordt bij Big Brother & The Holding Company. Twee jaar later gaat zij solo verder. Haar laatste plaatopnamen verschijnen in februari 1971 postuum op het album Pearl. Deze plaat staat vanaf 27 februari 1971 negen weken op de eerste plaats in de albumlijst van Billboard. Janis Joplin is 27 jaar geworden.