vrijdag 30 november 2012

Gypsy Jazz & Swing (deel 5)

Ondanks hun grote bijdrage in de ontwikkeling van de flamenco is deze muziek niet perse ‘zigeunermuziek’. Flamenco ontstond uit een mengeling van Spaanse, Arabische, joodse en zigeunermuziek. Zeemannen brachten ritmes en liederen mee uit Puerto Rico, Mexico en Argentinië. Uit deze bonte mix ontstond de flamenco zoals we die nu kennen. In de negentiende eeuw ontstonden de ‘regels’ voor flamenco. Deze muziek werd gespeeld in zogenaamde ‘cafe cantates’. De beroemde stemmen van die tijd, Manolo Caracol en La Niña de los Peines (echte naam: Pastora Pavon), waren beide zigeuners.



Vanaf de jaren vijftig werd flamenco meer en meer een gerespecteerde kunstvorm. Een meer recente beroemdheid was zanger Camarón de la Isla (1950-1992). Zijn bijnaam (‘garnaal van het eiland') dankte de zanger aan zijn magere en bleke uiterlijk. Camarón groeide uit tot de vertolker van de ‘cante jondo’ oftewel het ‘diepe lied’. In deze liederen keert de zanger zijn ziel binnenste buiten met intense zang vol met vocale ornamenten.

Zoals Camarón de standaard zette voor de zangers na hem, zo was Paco de Lucía de belangrijkste gitarist van zijn generatie. Net als Camarón was De Lucía ook een Calo-zigeuner. Samen dirigeerden ze de flamenco in nieuwe richtingen, onder meer door samen te werken met jazzmusici als Al DiMeola en John McLaughlin.

Flamenco ontwikkelt zich constant. Vanaf de jaren zestig experimenteerden groepen met combinaties van rock, beat en flamenco. In de jaren negentig verblufte de jonge Madrileense zigeuners van Ketama door hun muziek te koppelen aan de kora-muziek van Afrikaanse artiesten en daarmee onvermoede connecties tussen deze twee werelden bloot te leggen. De groep Ojos De Brujo boekt vanaf de jaren negentig succes met een stijl die ze ‘jip jop flamenkillo’ noemen. Door invloeden uit rock, hiphop en salsa toe te voegen, leert een jonge generatie een nieuwe variatie van flamenco kennen.

donderdag 29 november 2012

Chinezen hebben een absoluter gehoor

Sprekers van toontalen zoals Chinees en Vietnamees hebben negen keer vaker een absoluut gehoor dan Amerikanen, Fransen of Nederlanders.

Sla een willekeurige toets aan op de piano en vraag een westerling welke toon het precies is. De kans dat hij het weet is bijzonder klein: 1 op 10.000. Een absoluut gehoor is namelijk een zeldzaamheid in West-Europa.en de Verenigde Staten. Zelfs studenten aan conservatoria ontberen meestal dat talent. In het Verre Oosten lijkt dat anders, zo betogen wetenschappers van de Universiteit van San Diego op een conferentie van de Accoustical Society of America. Uit hun onderzoek blijkt dat Chinese conservatoriumstudenten negen keer vaker een absoluut gehoor hebben dan westerse. Dat komt doordat ze een klanktaal spreken, vermoeden de Amerikaanse wetenschappers. Anders dan in Europa hangt de betekenis van een woord in oosterse talen af van de toonhoogte waarop het wordt uitgesproken. Volgens de Amerikaanse wetenschappers is ook de leeftijd waarop kinderen met muziek beginnen van groot belang. Amerikaanse conservatoriumstudenten die op hun vierde of vijfde met musiceren zijn begonnen, hebben meer kans op een absoluut gehoor dan kinderen die twee jaar later beginnen. Wie nóg twee jaar wacht, ontwikkelt helemaal geen absoluut gehoor meer.
(Bron: Intermediair 47 - 18 november 2004)

woensdag 28 november 2012

De Krekel

Neem nu alvast een kijkje in ons nieuwe MuziekMagazine De Krekel. Klik hier. Volgend jaar gaan we echt van start !

dinsdag 27 november 2012

All Things Must Pass

All Things Must Pass van George Harrison ligt vanaf 27 november 1970 in de platenwinkel. Op het driedubbel-album staan naast eigen composities als My Sweet Lord, What Is Life, Isn’t It A Pity, Beware Of The Darkness, Hear Me Lord en Apple Scruffs, If Not For You van Bob Dylan. George Harrison wordt begeleid door o.a. Ringo Starr, Jim Gordon, Klaus Voormann, Bobby Whitlock, Gary Wright, Billy Preston, Jim Price, Dave Mason, Bobby Keys en Eric Clapton.

In onderstaande video treden ze samen op.

zondag 25 november 2012

1962 ♫ ♫ Clancy Brothers & Tommy Makem



The Clancy Brothers and Tommy Makem zijn een familie van Ierse zangers en muzikanten die de Ierse muziek enorm populair hebben gemaakt, zowel in Ierland alswel in de Verenigde Staten waarheen zij geëmigreerd zijn. De broers waren; Liam, Paddy, en Tom Clancy; later kwam Tommy Makem daarbij. Zij hebben veel bijgedragen aan de vernieuwing van de folk revival in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw. Tom en Pat emigreerden naar de USA in de vroege jaren vijftig en werden daar acteurs. Liam en zijn vriend Tommy Makem, geboren in Keady, County Armagh de zoon van ballade-zangeres Sarah Makem, gingen naar de U.S. in 1956.

De Clancys traden op en maakte albums tot 1969; toen besloot Makem een solo-loopbaan te beginnen en later verliet Liam de groep in 1975 en werd vervangen door zijn broer Bobby Clancy en hun neef Robbie O'Connell. Later vormde Liam toch weer een duo met Tommy Makem . De originele leden kwamen later alleen bij elkaar voor herinnerings-concerten.

Tom Clancy overleed in 1990 en zijn broer Paddy overleed aan kanker in 1998. Een RTE newsclip liet de begrafenis zien waar Liam en Bobby Clancy, Ronnie Drew, Finbar Furey en Paddy Reilly, begeleid door John Sheahan, het lied The Parting Glass zongen en daarmee eer brachten aan een vertolker van de Ierse traditionele muziek. Bobby Clancy stierf op 9 September 2002. Liam had een hechte vriendschap met Luke Kelly van The Dubliners en wisselden hun liederen uit aan elkaar. Uiteindelijk produceerden The Clancys en Tommy Makem 55 albums en maakten talloze tournees in Ierland, Groot-Brittannië en de USA.

zaterdag 24 november 2012

Michael Kiwanuka

Deze maand verschijnt een speciale, Nederlandse editie van het debuutalbum Home Again van Michael Kiwanuka. De opnames voor deze versie van het veelgeprezen album (dat o.a. werd genomineerd voor een Mercury Music Prize) vonden 4 november 2012 plaats in Carré, Amsterdam. De Britse soulzanger van Ugandese afkomst gaf daar gisteren een uniek optreden samen met het Metropole Orkest onder leiding van Jules Buckley, als onderdeel van een uitverkocht dubbelconcert met de Engelse singer-songwriter Jonathan Jeremiah.

De gelimiteerde uitgave van Home Again, die alleen in Nederland zal verschijnen, zal naast de normale versie van het album als bonus-cd de opnames uit Carré met het Metropole Orkest bevatten. De arrangementen voor het orkest zijn speciaal voor deze avond geschreven door onder meer orkestleider Jules Buckley en de New Yorkse arrangeur Tom Salisbury.

De speciale Nederlandse versie van Home Again komt op vrijdag 23 november 2012 uit. De dag erna treedt Michael Kiwanuka op in een uitverkochte Tivoli in Utrecht en een dag later is hij headliner tijdens het Songbird festival in Rotterdam.

donderdag 22 november 2012

Groeten Uit Grollo

Cuby + Blizzards is een uit het Drentse Grolloo (toen Grollo geheten) afkomstige bluesband, opgericht in de jaren zestig, onstaan uit The Rocking Strings.
De originele band werd geformeerd door Harry Muskee en bestond verder uit Eelco Gelling, Nico Schröder en Hans Kinds.
In 1967 werd Hans Kinds vervangen door pianist Herman Brood uit The Moan. Met Brood in de band werd de lp "Groeten Uit Grollo" opgenomen, waarvan ´Another Day Another Road´ een redelijke hit werd. Het album bevatte ook de klassieker ´´Somebody Will Know Someday´, geïnspireerd door Muskees verbroken relatie met Miep Huisman.

dinsdag 20 november 2012

Gerrit goes Poetry

"De krekels" door Vasalis
gevonden in: Facetten der Nederlandse poëzie

Ik lig met open ogen in het duister
en de gordijnen aadmen op en neer,
ik heb geen lichaam en geen zwaarte meer,
mijn geest is rustig en ik luister….
Rondom: het leege land met steenen,
boven: de leege lucht met sterren.
‘t Begin, duizenden eeuwen her,
heeft nimmer zoo nabij geschenen.
Dan, wat ik niet had moeten hooren:
des krekels heesche droeve stemmen,
milliarden uiterst kleine remmen
schrammend de nacht…. die gaat verloren.
-En er is geen rust. Er is geen nacht
oneindig en geen stilte stil.
Geen groot verlangen, geen enkele wil
kan maken, dat hij even wacht,
de eenmaal aangevangen tijd.
Ondanks de schijn van eeuwigheid
in enkle stille oogenblikken,
hoor ik voortaan een fijn, schor tikken,
word ik geschonden door het weten:
ook dit wordt langzaam opgesleten


zondag 18 november 2012

Enrico Macias


Enrico Macias werd geboren op 11 december 1938 als Gaston Ghrenassia in Ain Abid (Constantine) als zoon van een Sefardisch Joods gezin. Zijn vader was violist in het orkest zegt Raymond Leyris (Cheikh Raymond) gespecialiseerd in arabisch-Andalousische muziek (Maalouf) , maar Enrico leert ook gitaar spelen van zijn zigeunervrienden. Zij geven hem de bijnaam “de kleine Enrico”.
Zijn artiestennaam berust eigenlijk op een vergissing. Waarschijnlijk heeft de secretaris van de platenmaatschappij zijn naam verkeerd begrepen aan de telefoon. Enrico had “Nassia” gezegd, maar de secretaris heeft Macias verstaan. Het is zo gebleven.
In 1956 trad hij toe tot het orkest van Cheikh Raymond. Wanneer deze in juni 1961 wordt vermoord door het FLN verlaat de familie Ghrenassia Algerije. Op 29 juli 1961, elf maanden vóór het einde van de oorlog in Algerije,vestigt het gezin zich te Argenteuil.

In Parijs werkt Enrico erg hard tot hij uiteindelijk het voorprogramma mag verzorgen van Gilbvert Bécaud. Hij komt op TV in de uitzending “Cinq Colonnes à la Une”. Hij brengt er “Adieu à mon Pays”. Dit lied wordt het symbool van de ballingschap van de zgn “Pied Noir”, een term die werd gebruikt om de kolonisten in Algerije aan te duiden tot het einde van de Frans-Algerijnse oorlog in 1962.. Gaston wordt nu definitief Enrico Macias.

Zijn oorpronkelijk publiek zijn de Pieds Noirs. Ze zien Macias als een vertegenwoordiger van hun gemeenschap. Hij is echter meer.
In 1965 krijgt zijn prachtige lied “Les gens du Nord” werelwijd veel aandacht. Volgt “Non je n’ai pas oublié”, “Enfants de tous pays” en vooral “Les filles de mon pays ».
Het volgende jaar treedt hij in Moskou op voor 120.000 mensen in het stadium van Dinamo Moskou. Hij heeft ook succes in Japan.
In mei 68 staat hij in Carnegie Hall. Enrico Macias is een wereldvedette.
De stijl van zijn muziek evolueert naar een minder uitgesproken orientale muziek en toegankelijker voor het grote publiek. Steeds blijft het orientale echter doorklinken. Zijn roots is hij nooit vergeten.

zaterdag 17 november 2012

First Aid Kit

Een paar maanden nadat hun Fleet Foxes cover een hit werd op Youtube, stonden de zusjes Söderburg al eens op Crossing Border; als vijftien- en zeventienjarigen absoluut de jongste artiesten op het festival. Dit jaar verscheen hun tweede album The Lion’s Roar en is duidelijk te horen dat First Aid Kit volwassen is geworden. De Zweedse zusjes vermengen in hun muziek folk en melancholieke sixties-achtige klanken, en ook country speelt een belangrijke rol. Zo is het nummer ‘Emmylou’ een eerbetoon aan hun helden Emmylou Harris, Gram Parsons, June Carter en Johnny Cash. First Aid Kits bloedzuivere, meerstemmige zangpartijen maken het geheel compleet onweerstaanbaar.

donderdag 15 november 2012

Geschiedenis van de gitaar (4)

Adolph Rickenbacker, de fabrikant van de eerste elektrische gitaar en oprichter van 'Electro String Instrument Corporation', werd in 1986 geboren in het Kanton Schwyz, Zwitserland.
Hij emigreerde begin twintigste eeuw met zijn ouders naar de Verenigde staten en verhuisde in 1928 naar Los Angeles. In de late jaren 20 startte hij daar het bedrijf 'Rickenbacker Manufacturing Company' en begon met de fabricage van metalen bodies voor het bedrijf 'National Steel Guitars'. Daar maakte hij kennis met George Beauchamp en Paul Barth. En samen richten ze in 1931 een nieuw bedrijf op, 'Ro-Pat-In Company'. In het daaropvolgende jaar begon men met het ontwerpen van de eerste aluminiumversies van de lap steel guitar. In 1934 werd de bedrijfsnaam omgedoopt tot 'Electro String Instrument Corporation'.

De steel guitar was en is vooral populair bij de 'Hawaiian' muziek waar het ook veelal dominant aanwezig is.

Al in 1930 experimenteerde Beauchamp met een bekend feit: Als je een koperen draad langs een magnetisch veld beweegt, veranderd het de intensiteit van het magnetisch veld. Hij wikkelde een koperen draad om een magneet en maakte dus een spoel. Boven deze spoel hield hij een metalen draad (snaar). Door de beweging (trilling) van deze draad veranderde de elektrisch stroom in de spoel.
Met dit gegeven zou het mogelijk moeten zijn om de klank van de gitaar elektrisch te versterken. Het probleem waar Beachamp nu mee zat is dat hij zes van deze (grote) spoelen moest hebben, die zo aangepast moesten worden dat ze een gelijkmatig signaal voortbrachten om het te kunnen toepassen op een gitaar.

Voor extra toelichting, sleep je muis over de afbeelding en bekijk de filmpjes.

Na veel experimenten creëerde Beauchamp samen met Barth, op een pick-up gebaseerde, twee hoefijzer magneten met daarin met koperdraad omwonden ijzeren staafjes, elk met een eigen opening onder de snaren. Op deze manier kon elke snaar individueel versterkt worden. George Beauchamp nam contact op met Harry Watson, toenmalig hoofdopzichter van National String Instrument Co.
Watson was onder de indruk van de vinding van Beauchamp en vervaardigde een model waarvan de hals en body uit één geheel bestond. Vervolgens monteerde hij bij de brug van de body het door Beauchamp en Barth ontwikkelde elektrische versterkings element.
Beauchamp noemde dit prototype 'The Frying Pan' (de braad pan).

De Frying Pan is de eerst elektrische gitaar die in productie werd genomen, en volgens het nog huidig toegepaste principe werkte. De Frying Pan bleek meteen een succes bij de talloze steel gitaristen.
Elektriciteit had een grote invloed op velerlei gitaristen, maar de nieuwe vorm van energie werd niet overal door het publiek gewaardeerd. Vele nieuwe melodieën en inventieve ontwikkelingen werden aangedragen door Eddie Lang, Freddie Green, Charlie Christian en Eddie Condon. Gitarist Eddie Condon was in de jaren twintig tot en met veertig een van de belangrijkste figuren uit de Chicago-jazzscene. De ontwikkeling van de (elektrische)gitaar verkeerde in die periode in een stroomversnelling.

dinsdag 13 november 2012

Johnny Cash top 50 (15,16,17)

One Piece At a Time op nummer 15 uit 1976 is geschreven door Wayne Kemp (1941), een Amerikaanse country-singer. Het humoristische nummer gaat over een arbeider die in de Cadillac autofabriek zich realiseert dat hij nooit zo'n auto zal kunnen kopen. Samen met een collega verzint hij een plan om onderdeel voor onderdeel de Cadillac bij elkaar te stelen, om na jaren de auto in elkaar te zetten. En ja, dan...

16. (It's) Just About Time is de eerste hit van zijn vierde LP Greatest! (géén verzamelalbum) uit 1958.
17 I Got Stripes, de hit uit juni 1959 is alleen te vinden op het album Old Golden Throat uit juni 1968.

SLEEP JE MUIS OVER DE AFBEELDING EN VINDT DE 3 NUMMERS VAN CASH !

zondag 11 november 2012

Backwater Blues



 Backwater Blues is een beschrijving van een van de grootste overstromingen van de Mississippi, met name die van 1927, waarbij ongeveer 700.000 mensen dakloos werden. De 'backwaters' zijn vergelijkbaar met de Nederlandse 'overlaten': de rivier is bochtig en door het doorsteken van de dijken kunnen de overlaten voor een snellere meer rechtstreekse afvloeiing van het water zorgdragen. De bewoners van deze lage landen zijn vrijwel uitsluitend de armste 'share-croppers' (pachtboeren) en dagarbeiders, en een groot percentage van deze armen behoort to de gekleurde bevolking.
 

vrijdag 9 november 2012

De Panfluit

De panfluit is één van de oudste instrumenten ter wereld en heeft aan de wieg gestaan van veel blaasinstrumenten. Dankzij de panfluit zijn instrumenten als het kerkorgel, de blokfluit, klarinet, hobo en de saxofoon ontstaan.

Duizenden jaren heeft de mensheid al door dat verschillende lengten van buizen, bij panfluit heet dit pijpen, verschil in toonhoogte geeft. Al zo'n 2000 jaar voor Christus waren er panfluiten. Deze instrumenten zijn gevonden in de Oekraïne en hadden 7 of 8 pijpen. De fluiten, waarvan de langste pijp ongeveer tien centimeter was, waren gemaakt van vogelbeenderen en hadden ingesneden versieringen. Ook in de zesde eeuw voor Christus zijn er panfluiten geweest. Bij de Etrusken in Italië werd de panfluit fistula genoemd, bij de oude Grieken syrinks. Meestal waren dit fluiten met 5 of 6 pijpen. Er zijn veel archeologische bewijzen gevonden; beelden, mozaïeken en fresco's. Ook in de periode daarna zijn er over de hele wereld panfluiten gebruikt. NIEUW: KLIK OP DE AFBEELDING OM MUZIEK TE BELUISTEREN

De legende van Pan

De naam panfluit is een verbastering van Pan's fluit. Pan was de God van de bossen en wouden, maar was zeer zeker niet een aantrekkelijk heerschap. Met horens op zijn hoofd, zijn verwilderde baard en haren, compacte lichaamsbouw en bokkepoten was hij niet echt aantrekkelijk. Op een dag liep Pan door het woud en stuitte daar toevallig op de nimf Syrinx, een wonderschone jongedame. Op slag wordt Pan verliefd op haar en probeerde haar te schaken. Uiteraard was Syrinx daar niet van gediend en vluchtte naar een water. Daar bad zij tot de oppergod Zeus om haar, desnoods, in een rietstengel te veranderen om maar niet in handen van Pan te geraken. Haar gebeden werden gehoord en ze veranderde in een rietstengel, Pan ontroostbaar achterlatend. Voor Pan zat er niets anders op dan de rietstengel in stukken te snijden, tot een fluit te bundelen en hier zijn verdriet mee wegspelen.



MATERIALEN

De materialen die voor panfluiten worden gebruikt zijn zeer divers. Er zijn panfluiten van o.a. diverse houtsoorten, bamboe, koper, aluminium, PVC en glas. Elk materiaal heeft zijn eigen klankkarakter. Een aantal materialen wordt hier behandeld.

Esdoornhout - volle, stevige klank, mooie duidelijke lage tonen, in het hoog erg scherp.
Kersenhout - zeer warme, maar ook iets hese klank, klinkt wat zachter dan esdoorn
Perenhout - zachte klank, geschikt voor pianissimo spel. Perenhouten fluiten zijn niet zo geschikt voor het spelen in orkest- of bandverband.
Pruimenhout - Zeer stevige toon, vooral de tonen in het mid maar minder krachter in het laag dan esdoorn. Zeer geschikt voor folk, jazz en pop en dynamisch spel. Omdat het laag iets minder krachtig is als bijv. esdoorn is pruimenhout vooral geschikt voor alt en sopraan fluiten.
Grenadille - Scherpe, krassende toon. Zeer rijk aan boventonen. Geschikt voor folk, experimenteel. Nadeel: grenadille is erg zwaar.
Steenbeuk - Stevige, volle, boventoonrijke sound. Doet denken aan grenadille, maar is minder zwaar.
Acacia - wordt door de lage prijs veel gebruikt voor beginnersfluiten. Sommige acaciasoorten komen wat sound betreft aardig overeen met bamboe. Acaciafluiten spelen over het algemeen in het hoog tamelijk "zwaar".
Tonkinbamboe - Warme, holle toon die tussen acacia en kersen inzit. Nadeel: elke pijp kan een andere toon voortbrengen en de pijpen kunnen grote dynamische verschillen hebben, vooral bij startersfluiten. Bij dure tonkinbamboe panfluiten zijn deze nadelen veel minder aanwezig en spelen veel fluitisten om de mooie toon en het lichte gewicht op tonkinbamboe panfluiten.
Bamboe - Er zijn honderden soorten bamboe. Sommige soorten zijn zeer geschikt voor panfluitbouw, sommige soorten zijn onbruikbaar.
Let op; dit is een indicatie, de bespeler van de fluit bepaalt meer de kwaliteit van de toon dan de fluit zelf! Bovendien bepalen ook de dikte van de rand van de pijp, de opening, het mondstuk, het labium en de verhouding lengte/doorsnee de toon.

STEMMATERIAAL

Panfluiten worden gestemd met bijenwas, kurk of rubber.

Bijenwas - Traditionele manier van stemmen die veel wordt gebruikt voor master fluiten. Een nadeel is dat was op den duur uitdroogt en niet zuiver meer klinkt en/of de toon zwak wordt. Het is wel mogelijk om de was te vernieuwen maar laat dit doen door iemand die deze stemtechniek goed beheerst. Panfluiten die met was zijn gestemd zijn kwetsbaar, het smeltpunt van was ligt laag en men moet goed uitkijken de fluit niet op een warme plek neer te zetten ( auto, verwarming, felle zon etc. ). Echter, deze fluiten klinken over het algemeen erg goed. Daarom spelen veel professionele fluitisten op met bijenwas gestemde fluiten.
Kurk - wordt veel voor goedkope fluiten gebruikt. Repareren is erg lastig en kan meestal financieel niet uit. Vaak worden kurkjes in de pijpen gelijmd waardoor ze niet te herstemmen zijn.
Rubber - Wordt ook , net als kurk, vaak voor goedkope fluiten gebruikt. Rubber kan goed tegen vocht en is veel duurzamer dan kurk. Rubber is het makkelijkst te herstemmen van alle materialen.

ONDERHOUD

Heel veel onderhoud heeft een panfluit niet nodig. Belangrijk is dat de fluit wordt bewaard op een plek die niet warm wordt, zoals felle zon, radiator of in de auto. De ideale temperatuur is tussen de 15 en 30 graden

Het ideale percentage luchtvochtigheid is zo'n 50% tot 60 %. Doe de fluit nooit na het spelen gelijk in een hoes of koffer maar laat deze eerst even uitdampen. Sommige materialen moeten vaak geolied worden om uitdroging en scheuren tegen te gaan. Sommige houtsoorten klinken geolied ook beter.

donderdag 8 november 2012

Hot Club de France

De naam Hot Club de France doet mensen vaak denken aan de jazzstijl die bekend is geworden door gitarist Django Reinhardt en violist Stéphane Grappelli en hun kwintet. Begrijpelijk. Maar het is ’s werelds eerste jazzorganisatie en dat nog wel in Europa; bovendien één, die van grote invloed is geweest. Daarom maar eens aandacht voor haar geschiedenis.
Oprichting
De Hot Club de France is in december 1932 opgericht op initiatief van twee Franse studenten, Elwyn Dirats en Jac Auxenfans. Wij zijn deze Europese jazzenthousiasten veel dank verschuldigd, want de door hun begonnen snel groeiende organisatie, geeft jonge jazzmusici een impuls en op het juiste moment.


Hugues Panassié ( 1912-1974) ca. 1928 (bron: Stéphane Grappelli - with and without Django)(Patrice Panasié Collection)

Reeds in de loop van de twintiger jaren zijn er in Parijs enkele Amerikaanse muzikanten actief. Ze zorgen voor vernieuwing in de bestaande Franse muziekwereld die voornamelijk uit entertainment (zangers) en dansmuziek (Musette) bestaat. De Amerikaanse militairen brengen Ragtime en muziek uit New Orleans en wat later ook de Swingmuziek. Geleidelijk wordt die invloed steeds meer merkbaar en beginnen Franse musici ook die nieuwe muziekvormen te beoefenen.
Charles Delaunay (1911 - 1988)Doelstelling
De nieuwe organisatie stelt zich ten doel de jazz te beschermen en bevorderen en wel door belangrijke jazzmusici uit Amerika naar Frankrijk te halen om concerten te geven en plaatopnamen te maken. Merkwaardig is de term beschermen die de Hot Club leiders gebruiken. Deze doelstelling komt voort uit het feit, dat de culturele wereld en het grote publiek nogal afwijzend, soms zelfs vijandig, tegenover deze moderne muziek staan.
De eerste Hot Club animators (begin 1933) zijn Pierre Nourry, Jacques Bureau, Hugues Panassié en Pierre Gazères.
En al op 1 februari van datzelfde jaar wordt een concert georganiseerd van drie Amerikaanse pianisten: Freddie Johnson, Garland Wilson en Spencer Williams, waarvan laatstgenoemde tevens zanger is.
Advertentie van één van de eerste "Quintet of the Hot Club de France" concerten met Jungo (sic) Reinhardt en Stephane Grapelly (sic) (bron: Django - The life and music of a gypsy legend)Nieuwe leidingIn de loop van 1933 sluit Charles Delaunay zich bij de club aan en wordt als secretaris-generaal spoedig de spil in de organisatie. Hij zal dit ruim 15 jaar blijven!
 Billy Mackel: honorary member (foto: Hans Bonefaas ) ( bron: lionelhampton.nl/billymackelstory.html)
De Hot Club de France breidt haar activiteiten snel uit door meer concerten op touw te zetten o.a. om het nieuwe kwintet (met Django en Stéphane) als huisorkest aan het publiek te presenteren. Tevens organiseert de leiding tournees in Frankrijk voor Amerikaanse- en Europese jazzmuzikanten, verzorgt radio-uitzendingen, lezingen en richt zelfs regionale vestigingen op. Delaunay en Panassié creëren het beroemde tijdschrift Jazz Hot en werken daarin nauw samen. Het zijn de uiterst productieve jaren voor de organisatie. Talloze musici uit Europa en vooral Amerika worden door deze inspanningen bekender bij het grote publiek en hun prestaties worden ook vaak op de plaat gezet.
Het Quintet of the Hot Club of France (v.l.n.r.: Stephane Grappelli - Eugene Vees - Emmanuel Soudieux - Django Reinhardt en Joseph Reinhardt) (Bron: Ace of Clubs (ACL 1158) album)
Een jaar of wat later komt er een eigen platenlabel uit, Swing genaamd; hierop worden uitsluitend (geselecteerde) jazzmusici opgenomen, uniek in de muziekwereld. De Parijse Hot Club bevond zichoorspronkelijk in de Rue d’Isli, daarna een poosje in de Rue de Commerce, maar begon vanaf 1938 naam te
maken met grotere concerten in de Rue Chaptal. Op die plek hebben heel wat historische concerten en zeldzame concerten plaats gevonden door toonaangevende musici.

dinsdag 6 november 2012

In Alle Staten: Alabama


Election Day: een mooie dag om te beginnen met onze serie In Alle (Amerikaanse) Staten (deel 2 verschijnt overigens pas in 2013). De staten worden in alfabetische volgorde gepubliceerd.



De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en meest succesvolle artiesten.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden:
Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York?

In deze eerste aflevering: Alabama

Een van de meest succesvolle staten wat de populaire muziek betreft.
Denk aan Dinah Washington, Lionel Richie, Martha Reeves en Wilson Pickett.
Toch hebben we gekozen voor Hank Williams, geboren als Hiram King Williams op 17 september 1923 en overleden op 1 janauri 1953 aan een overdosis morfine en alcohol.
Hank Williams is een countrylegende, die met zijn stem zijn gevoel als geen ander erin kon vermengen en hiermee wist hij de luisteraars te ontroeren. Hij is een van de meest succesvolste artiesten ondanks zijn korte levensloop. In 1970 werd hij opgenomen in de Nashville Songwriters Hall of Fame.


zondag 4 november 2012

The Last Waltz

In New York gaat op 4 november 1977 The Last Waltz in première. De film is opgenomen door Martin Scorsese tijdens het afscheidsconcert van The Band op 25 november 1976 in Winterland in San Francisco. Gasten zijn o.a. Bob Dylan, Van Morrison, Muddy Waters, Neil Young, Dr. John, Joni Mitchell en Neil Diamond.

zaterdag 3 november 2012

Bots



Bots ontstaat in 1974 als afstudeerprojekt aan de Sociale Akademie van vormingswerker Hans Sanders. Hij weet voor het idee een aantal bevriende muzikanten te interesseren en Peter Koelewijn, met wie hij in 1966 samenwerkt in 4PK, te interesseren voor een plaatopname. Met de in 1975 uitgebracht lp 'Van kwaad tot erger' is Bots uniek voor de jaren 70 als eerste band die een volledig Nederlandstalig repertoire weet te brengen. Hoewel het album niet bedoeld is als "politieke lp", wordt de groep wel in die hoek geduwd. Bots wordt veel gevraagd voor evenementen die georganiseerd zijn vanuit een politieke stellingname. Van de lp getrokken singles als 'Het lied van de werkende jeugd' en 'De man' zorgen ervoor dat Bots ook op de tv verschijnt. De lp wordt een groot succes, zowel in Nederland als in België, wat tot gevolg heeft dat Bots veel live kan optreden, tot soms zeven keer per week.

Begin 1976 wordt Bots als eerste Nederlandse popgroep uitgenodigd in het Oostblok. Tijdens het Festival van het Politieke Lied in Oost-Berlijn (DDR) draagt de groep het lied 'Zeven dagen lang' op aan de zanger/dichter Wolf Biermann, die dan al tien jaar onder een optreed-verbod gebukt gaat. Het wordt hen niet in dank afgenomen door festival en autoriteiten.

In 1976 ook neemt Bots de tweede lp op, 'Voor God en vaderland'. Het eerder genoemde 'Zeven dagen lang' van deze lp wordt een hit. Andere nummers, zoals 'Pro deo voor de EO' worden door sommige omroepen geboycot. Maar Bots is populair. Vooral bij benefietconcerten, solidariteitsfestivals, politieke manifestaties en protestacties is de groep een veel geziene gast.
In 1977 krijgt de groep opnieuw een uitnodiging om in de DDR te komen spelen, ondanks de commotie een jaar eerder. Een toernee van een week wordt eraan vastgeknoopt. En er wordt een bijdrage geleverd aan het project Zing in je moerstaal, waarin Hans Sanders het gedicht 'Rond' van Bert Schierbeek op muziek zet en met de groep op de plaat zet.

Een derde lp, 'Wie zwijgt stemt toe', wordt begin 1978 uitgebracht. Van dit album worden twee singles uitgebracht, waarvan alleen 'Popmuzikant' een bescheiden hitnotering krijgt. Voor de vierde lp, 'Je voelt pas nattigheid als je droogt komt te staan', wordt gekozen voor teksten met een wat minder politieke lading. Bots wil een popgroep zijn die zowel voor verpleegsters en studenten als voor punkers speelt.

Een optreden in Frankfurt op het festival 'Rock gegen Rechts' in juni 1979 zorgt voor Bots voor de grote Duitse doorbraak. De groep is gewend om voor grote massa's te spelen en weet in drie kwartier een publiek van 70.000 man in extase te brengen. En dat nog wel met in het nederlands gezongen teksten. Er volgt een serieus aanbod om de muziek te voorzien van Duitse teksten. Daar heeft de groep wel oren naar, omdat in Nederland en België het zalencircuit al twee keer rondgespeeld was. In oktober 1980 ligt de eerste Duitstalige lp in de winkels. De vertalingen worden geleverd door gerenommeerde tekstschrijvers als Wolf Biermann, Günter Walraff, Henning Venske (van Sesam-Strasse) en Peter Tobiasch (Frankfurter Allgemeine). Om de plaat te promoten reist Bots per vliegtuig alle radio-stations in West-Duitsland af en geven de leden talloze interviews. In februari 1981 begint een anderhalf jaar durende toernee. Ook in Duitsland worden ze veel gevraagd voor protest-acties, solidariteitsconcerten, politieke jeugdfestivals en verkiezingsbijeenkomsten. Het levert de groep een grote populariteit op. In enkele maanden tijd worden er van de eerste twee Duitstalige lp's meer dan 400.000 exemplaren verkocht.

Pas eind 1982 krijgt de groep wat tijd om muzikaal adem te halen en te gaan denken aan een nieuw album. Die komt er in mei 1983, 'Schön krank'. Weer volgt een overvloed aan optredens en toernees, die tot midden 1985 duurt. In deze periode speelt Bots voor het grootste publiek uit de carrière. Dat is in West-Berlijn op het festival Künstler für den Frieden, waar 500.000 mensen aanwezig zijn. In 1986 brengt Bots nog een vierde Duitstalige lp uit, 'Lass die Sterne stehen', die echter maar matig verkoopt. Wel gaat de groep opnieuw op toernee. Tot midden 1988 blijft Bots in de beide Duitslanden optreden, maar in juni wordt daar een streep onder getrokken met twee live-optredens direct op tv, een in de DDR en een in West-Berlijn. In juni 1989 wordt begonnen met nieuwe opnames, nu in het Nederlands, wat uiteindelijk leidt tot de cd 'Paradijs', die begin mei 1990 in de winkels ligt. Bots treedt incidenteel op, onder meer op diverse festivals op het Eindhovense Wilhelminaplein.

In 2001 speelt Bots op het Folkwoods festival in Eindhoven. De lovende recensies en de enthousiaste reacties van het publiek sterken de leden van de band in de overtuiging dat ze nog steeds bestaansrecht heeft. Eind 2003 is Hans Sanders begonnen met het schrijven van nieuwe songs voor een nieuwe cd.

In mei 2007, tijdens de opnames van weer een nieuwe cd, krijgt zanger Hans Sanders te horen dat hij ongeneeslijk ziek is. Hij heeft dan vier nummers ingezongen. Er wordt besloten dat de cd verder afgemaakt zal worden met gastzangers. Op 3 november 2007 overlijdt Sanders en de groep maakt vervolgens de opnames aan de hand van Sanders' wensen en instructies af.

donderdag 1 november 2012

Jake Bugg

Er wordt weer een artiest gepusht: Jake Bugg. Geboren in 1994 en nu al vergeleken met Donovan en Bob Dylan.
Alsof hij afkomstig is uit de laat jaren 60 laat hij folk, country en rock op een ideale manier versmelten. In de pers, door zijn folk invloeden, alweer veel te gemakzuchtig vergeleken met Bob Dylan zijn Bugg’s songs juist op en top Brits te noemen. En al helemaal door zijn door het accent van Nottingham doorgesleten manier van voordragen.

Dat die eerste singles aangaven dat Bugg een groot talent is maakt zijn debuut alleen maar meer duidelijk. Want wat een hand van geweldige songs schrijven heeft de nog maar 18 jarige en wat een fraaie volwassenheid schijnt door zijn teksten heen. De geweldige aanstekelijke melodieën van Two Fingers, Taste It en Seen It All, songs die albumopener Lightning Bolt opvolgen, zijn daar gelijk prima voorbeelden van. Bugg weet zijn invloeden, die als zoveel andere Britse bands/artiesten afkomstig zijn uit de rijke muzikale jaren ‘50, ‘60 en ‘70, op een briljante manier in krachtige eenvoud voor het voetlicht te brengen

En vindt maar een artiest die een song als Simple As This kan schrijven. Geweldige song is dat. Nog mooier dan het al bekende en sterke Country Song. Het daarop volgende Broken is nog weer mooier! Songs als Ballad Of Mr.Jones, het recht naar het hart gezongen Slide en het wonderschone Note To Self bewijzen de grote klasse van Bugg, wiens stem elke sterke song nog beter maakt. Intiem en emotievol met een nadruk op de teksten in de ballades en scherp en energiek in de meer rock georiënteerde songs. Luister in dat geval naar Note To Self en wees verkocht. Jake Bugg is een wonderbaarlijk goed debuut van een artiest waar we de komende jaren nog heel veel meer moois van kunnen gaan verwachten.