PF Sloan (Philip Gary Schlein, 18 September 1945, in New York) is een legendarische songschrijver, producer, muzikant die veel mensen alleen kennen van het door hem geschreven ‘Eve of Destruction’ uitgevoerd door Barry McGuire.
Sloan werd geboren als zoon van een Amerikaanse vader en een in Roemenië geboren moeder. Zijn familie verhuisde naar Hollywood, Californië in 1957, waar zijn vader, een apotheker, de familienaam wijzigde van “Schlein” naar “Sloan”.
Phil (of Flip) Sloan maakt algauw deel uit van de ontluikende Los Angeles muziekscene, en wanneer hij 16 is vormt hij een schrijversduo met Steve Barri.
Het duo doet een aantal verwoede pogingen om door te breken, onder namen zoals “Philip en Stephan”, de “Rally-Packs”, de “Wildcats”, de “Street Cleaners”, “Thema’s Inc”, en de “Lifeguard”.
In 1963 trekken zij de aandacht van Screen Gems director Lou Adler, die besluit het tweetal te gebruiken als background voor Jan & Dean. Jan Berry gebruikt Sloan als de lead falsetto in de plaats van Dean Torrence op de top 10 hit “The Little Old Lady uit Pasadena.”
Rond die tijd schrijven Sloan en Barry hun eerste Amerikaanse Billboard Top 100 hit, “Kick That Little Foot Sally Ann”, gearrangeerd door Jack Nitzsche en uitgevoerd door ene Round Robin. Algauw maken ze zelf een surf album onder de naam “The Fantastic Baggys”.
Adler richt nu het label “Dunhill” op en wil de twee als songschrijvers gebruiken. Onder de naam Phil F. Sloan of P.F. Sloan (de “F” stond voor “Flip”, zijn bijnaam) schrijft Sloan hits voor een aantal artiesten, waaronder “Eve of Destruction” (Barry McGuire); “You Baby” en “Let Me Be” (The Turtles); “A must to avoid” en” Hold On! ” (Hermans Hermits), “Take me for what I’m worth” (The Searchers), en “Secret Agent Man” (Johnny Rivers). Dit laatste nummer was het thema voor “Danger Man”, een Britse tv-serie die kreeg voor de Amerikaanse markt herdoopt werd tot “Secret Agent”.
Sloan wordt sessie gitarist als onderdeel van de groep van LA sessiemuzikanten bekend als “The Wrecking Crew”, waaronder bekende backing muzikanten als drummer Hal Blaine, gitarist Tommy Tedesco, bassist Joe Osborn, en bassist / toetsenist Larry Knechtel.
Tijdens het werken met Barry McGuire, speelt Sloan o.m. de gitaar lick in het begin van “California Dreamin’”, eigenlijk geschreven door John Philips voor Barry McGuire die op dat ogenblik de Mama’s en de Papa’s als achtergrondkoor gebruikte. Dezelfde backing track werd trouwens gebruikt voor de hit versie van “The Mamas & the Papas” zelf.
Omdat “The Eve of Destruction” voor Barry McGuire (van de New Christy Minstrells) zo’n hit wordt, mag P.F. Sloan ook zelf een album opnemen. “Sins Of A Family” bereikte de Billboard top 100 in de herfst 1965.
De voornaamste Sloan/Barri realisatie is echter “The Grass Roots” : “Where Were You When I Needed You” een monster hit.
Sloan speelde als solo artiest op de Fantasy Fair en Magic Mountain Music Festival op zondag 11 juni 1967 in de zgn. “Summer of love” op de slotdag . Dit muziekfestival was een voorloper van het bekende Monterey Pop Festival.
Welkom bij Gerrit en de Krekels
dinsdag 13 februari 2024
dinsdag 6 februari 2024
6 februari Bob Marley dag Nationale feestdag Jamaica
Op 6 februari 1945 wordt rond half drie in de morgen in het kleine dorp Nine Mile in de provincie St. Ann op Jamaica, Robert Nesta Marley geboren. Robert (Bob)'s moeder, het zwarte tienermeisje Cedella Booker is van Afrikaanse afkomst, zijn vader, de blanke Kapitein Norval Marley, heeft Engelse ouders. Norval Marley is supervisor voor de Britse koloniale macht op het gebied van landbouw.
Vrijwel direct na de geboorte van Bob verhuist hij naar Kingston. Bob zou hem later slechts sporadisch zien. Norval Marley overlijdt wanneer Bob tien jaar oud is. Volgens Cedella Marley heeft Bob zijn zachtaardige karakter en geringe lichaamslengte geërfd van zijn vader. Op zijn zestiende vormt Bob Marley samen met Bunny Livingston en Peter Tosh het zanggroepje The Wailers (eerst The Teenagers). Hun eerste opname is Judge Not. In 1962 volgt One Cup Of Coffee. In het begin hebben ze weinig succes, maar door deel te nemen aan talentenjachten, het spelen in kleine clubs en nieuwe opnames, worden The Wailers langzaam één van de populairste groepen in Jamaica. Bob Marley treedt meer en meer op de voorgrond. De naam van de groep wordt gewijzigd in Bob Marley & The Wailers. De volgende single Simmer Down wordt een grote hit in Jamaica.
De eerste Wailers songs zijn gebaseerd op de populaire Ska muziek. Later laten The Wailers het ritme zakken, tot het langzamere reggae. In 1965 opent Bob Marley zijn eigen opnamestudio, Tuff Gong, waar nu het Bob Marley Museum gevestigd is. Hij trouwt op 10 februari 1966 met Rita Anderson; een jaar later wordt hun eerste kind geboren. Onder invloed van Rita krijgt Marley belangstelling voor de Rastafari-beweging, en groeit later uit tot een van de bekendste uitdragers van dat geloof. In 1973 geeft Marley de groep een nieuwe look. Rita Marley, Marcia Griffiths en Judy Mowatt worden toegevoegd als achtergrond zangeressen en met nieuwe energie tilt Bob Marley de reggaestijl naar internationaal niveau, door een opeenvolging van internationale tours.
In 1975 geven Bob Marley & The Wailers in het Londense Lyceum een aantal sensationele concerten, waarvan een weerslag op het album Live. De op deze plaat voorkomende live-versie van No Woman No Cry groeit uit tot een wereldhit en bewerkstelligt een Europese doorbraak die voor wat Nederland betreft extra gestalte krijgt met een indrukwekkend optreden op 13 juni 1976 in de Amsterdamse Jaap Edenhal. In 1976 is er ook een reggae-mania in de Verenigde Staten en Bob Marley & The Wailers worden door Rolling Stone Magazine uitgeroepen tot band van het jaar. In april 1978 treedt Bob Marley op in Jamaica op het One Love Peace Concert ter ere van de wapenstilstand tussen de twee belangrijkst politieke groeperingen in Jamaica. Vlak voor het einde van zijn optreden vraagt hij de twee politieke leiders, die beiden uitgenodigd waren, op het toneel te komen. Daar laat hij de twee aartsvijanden elkaar de hand schudden met de boodschap: One Love. Later dat jaar krijgt Bob Marley The Peace Medal Of The Third World van de Verenigde Naties. In 1977 krijgt Bob Marley last van een wondje aan zijn grote teen. Hij neemt aanvankelijk aan dat het een voetbalblessure is maar wanneer de wond niet geneest wordt de diagnose melanoom (huidkanker) vastgesteld. Bob Marley laat zijn teen niet amputeren omdat dit in strijd is zijn geloofsovertuiging. De kanker zaait vervolgens uit naar de rest van zijn lichaam.
Op 11 mei 1981 overlijdt Bob Marley in het Cedars Of Lebanon ziekenhuis in Miami, Floridia aan kanker, acht dagen nadat de kankerspecialist Dr. Josef Issels zijn behandeling heeft gestaakt. Bob Marley wordt samen met zijn Gibson gitaar en een bijbel, als een nationale held, begraven in zijn geboorteplaats, St. Ann's Parish, Jamaica. Twee jaar later viert de regering zijn sterfdag met de onthulling van een standbeeld. De fans van de zanger zijn er echter niet blij mee, omdat het beeld een slechte gelijkenis heeft. Na de onthulling gooien ze met stenen en fruit naar het beeld. Onder druk van de protesten, besluit Edward Seaga, de minister-president van Jamaica, om een nieuw beeld te laten maken. In 1990 wordt de geboorte dag van Bob Marley, 6 februari, uitgeroepen tot nationale feestdag in Jamaica.
Bob Marley is 36 jaar geworden.
zondag 4 februari 2024
The Newbeats
The Newbeats was een Amerikaans poptrio. Het is vooral bekend van de hit Bread and butter uit 1964. De groep viel op door de falsetstem van zanger Larry Henley.
De groep bestond uit : Larry Henley, Dean Mathis en Mark Mathis. Eind 1950-1959 vormden de broers Dean en Mark Mathis uit Hahira (Georgia) het muzikaal duo Dean & Marc. In 1959 hadden zij een hit met het nummer "Tell him no" van Travis & Bob. Hoewel het hun enige succes was, bleef het duo wel optreden en singles uitbrengen en het werd zelfs uitgebreid tot het Dean & Marc Combo. In 1962 zong Larry Henley voor het eerst met de groep mee en twee jaar later vormden hij en de twee broers de groep The Newbeats, nadat Bouldleaux Bryant, de componist van "Bye bye love" van de Everly Brothers een demo van Dean, Marc en Larry had gehoord en enthousiast was over de falsetstem van Larry. Twee maanden na de oprichting in juni 1964 had de groep zijn eerste hit met "Bread and butter". Het nummer bereikte de tweede plaats in de Billboard Hot 100 en werd van de eerste plaats gehouden door "Oh, pretty woman" van Roy Orbison.
The Newbeats konden het succes van "Bread and butter" niet meer evenaren. Ze scoorden nog zes Amerikaanse hits, waarvan de opvolger "Everything's alright" uit 1964 en "Run, baby run (Back into my arms)" uit 1965. The Newbeats gingen uiteindelijk in 1974 uit elkaar. Henley bleef nadien actief als componist voor anderen. Zo schreef hij mee aan het nummer "Wind beneath my wings" van Bette Midler en kreeg daar in 1990 de Grammy Award voor het beste lied voor. De melodie van "Bread & Butter" werd in 1990 gebruikt door De Nieuwe Snaar voor hun lied "De Pré Historie", naar aanleiding van de gelijknamige radio- en televisieserie. Dit is die formidabele single uit 1965 "Run Baby Run" / "Mean Wooly Willie"
De groep bestond uit : Larry Henley, Dean Mathis en Mark Mathis. Eind 1950-1959 vormden de broers Dean en Mark Mathis uit Hahira (Georgia) het muzikaal duo Dean & Marc. In 1959 hadden zij een hit met het nummer "Tell him no" van Travis & Bob. Hoewel het hun enige succes was, bleef het duo wel optreden en singles uitbrengen en het werd zelfs uitgebreid tot het Dean & Marc Combo. In 1962 zong Larry Henley voor het eerst met de groep mee en twee jaar later vormden hij en de twee broers de groep The Newbeats, nadat Bouldleaux Bryant, de componist van "Bye bye love" van de Everly Brothers een demo van Dean, Marc en Larry had gehoord en enthousiast was over de falsetstem van Larry. Twee maanden na de oprichting in juni 1964 had de groep zijn eerste hit met "Bread and butter". Het nummer bereikte de tweede plaats in de Billboard Hot 100 en werd van de eerste plaats gehouden door "Oh, pretty woman" van Roy Orbison.
The Newbeats konden het succes van "Bread and butter" niet meer evenaren. Ze scoorden nog zes Amerikaanse hits, waarvan de opvolger "Everything's alright" uit 1964 en "Run, baby run (Back into my arms)" uit 1965. The Newbeats gingen uiteindelijk in 1974 uit elkaar. Henley bleef nadien actief als componist voor anderen. Zo schreef hij mee aan het nummer "Wind beneath my wings" van Bette Midler en kreeg daar in 1990 de Grammy Award voor het beste lied voor. De melodie van "Bread & Butter" werd in 1990 gebruikt door De Nieuwe Snaar voor hun lied "De Pré Historie", naar aanleiding van de gelijknamige radio- en televisieserie. Dit is die formidabele single uit 1965 "Run Baby Run" / "Mean Wooly Willie"
maandag 29 januari 2024
Leadbelly
Huddie William Ledbetter wordt op 29 januari 1889 bij Mooringsport in Louisiana geboren. Zijn geboortejaar staat niet voor 100% vast en varieert van 1885 tot 1901.
Ledbetter groeit uit tot een legendarische folkblues-zanger annex -gitarist. Leadbelly behoort tot de eerste generatie zwarte artiesten uit de Verenigde Staten die hun muziek op de plaat weten vast te leggen. In de periode 1933- 1948 maakt hij, aanvankelijk alleen voor het culturele schatbewaardersinstituut Library Of Congress, maar vanaf 1940 ook voor meerdere platenlabels, waaronder het roemruchte Folkways Records, meer dan 400 opnamen, die gedeeltelijk onuitgebracht blijven. Zijn muziek is een doorsnee van wat er rond 1900 aan zwarte muziek wordt gemaakt. Zijn enorme repertoire wordt naast de gebruikelijke blues gevormd door cajun, worksongs, ballades, spirituals en dansnummers. Folklorist John Lomax is als werknemer van de Library Of Congress verantwoordelijk voor de ontdekking van Leadbelly, wanneer hij hem in 1933 tijdens veldwerk aantreft in de staatsgevangenis van Louisiana, Leadbelly zit een starf uit vanwege moord. Hij is het ook die Leadbelly introduceert bij het blanke publiek, gepresenteerd als moordenaar, Demon en King Of The Twelve-String Guitar.
De invloed die Leadbelly dank zij deze promotie op de blanke folkmuziek heeft, is groot en werkt lang na (Skiffle, Bob Dylan) Leadbelly maakt na zijn vrijlating in 1940 ook deel uit van The Headline Singers, samen met Woody Guthrie en het latere bluesduo Sonny Terry en Brownie McGhee. In 1948 moet hij een Europese tournee inkorten wegens ziekte, waaraan hij een jaar later, op 6 december 1949 overlijdt. Hoe oud Leadbetter geworden is hangt af van zijn geboortejaar.
zondag 7 januari 2024
Cyril Davies
Harmonica speler Cyril Davies overlijdt op 7 januari 1964 aan de gevolgen van leukemie.
Cyril Davis wordt in 1932 geboren in Denham in het graafschap Buckinghamshire en staat bekend als één van de meest legendarische figuren in de Britse r&b. In de jaren vijftig speelt Davies banjo in diverse jazz-combo's. Daarna neemt hij actief deel aan de skiffle-rage. Tijdens een optreden ontmoet hij Alexis Korner, met wie hij snel bevriend raakt. Samen openen ze de eerste R&B-club, de London Blues & Barrelhouse Club, die korte tijd later wegens gebrek aan belangstelling moet worden gesloten.
Een tweede poging in 1961 met een pub in Ealing levert meer succes op. Op 17 maart 1962 maakt Blues Incorporated, de door Davies en Korner geformeerde groep, daar haar debuut. Het betekent de start van de R&B-boom die in 1964 met groepen als Rolling Stones, Yardbirds, Manfred Mann en Pretty Things zijn hoogtepunt bereikt. De eerste bezetting van Blues Inc. is: Cyril Davies (harmonika, zang), Alexis Korner (gitaar, zang), Dick Heckstall-Smith (saxofoon) en Charlie Watts (drums). Eind 1962 verlaat Cyriel Davies Blues Inc. om een eigen groep te beginnen: Cyril Davies R&B All Stars. Long John Baldry gaat met hem mee. De rest van de groep bestaat uit Bernie Watson (gitaar), Ricky Fenson (bas), Carlo Little (drums) en Nicky Hopkins (piano). Als Nicky Hopkins in mei 1963 de groep verlaat, wordt zijn plaats ingenomen door Keith Scott. Gitaarhelden als Jimmy Page en Jeff Beck doen hun eerste ervaring op bij Cyril Davies. Van de weinige opnamen die de All Stars maken, krijgt Country Line Special, een legendarische jam, de meeste bekendheid. Het enorme succes van de door hem op gang gebrachte stroming heeft Cyril Davies niet mee mogen maken. Cyril Davies is 32 jaar geworden.
De Hootchy-Kootchy
In de Chess Studio in Chicago neemt Muddy Waters op 7 januari 1954 zijn later beroemd geworden (I'm Your) Hoochie Coochie Man op.
(I'm Your) Hoochie Coochie Man is geschreven door Willie Dixon. Het is de eerste succesvolle combinatie van Muddy Waters met Willie Dixon. De Hootchy-Kootchy is oorspronkelijk een buikdans, gedemonstreerd door de danser Little Egypt op de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago (Columbia Exposition) en veroorzaakte destijds een schandaal.
(I'm Your) Hoochie Coochie Man blijkt een populair nummer te zijn, en is ondermeer gecoverd door: Alexis Korner (1963), Dave Berry (1964), Dion (1964), Graham Bond Organisation (1965), Manfred Mann (1965), Sam The Sham & The Pharaohs (1965), Junior Wells (1966), John Mayall (1966), Tim Hardin (1967), Steppenwolf (1968), Jimi Hendrix (1968), The Allman Brothers Band (1970), Motorhead (1983), Supertramp (1988), Eric Clapton (1994) en King (2000).
vrijdag 5 januari 2024
Scrabled Eggs
Dat we John Lennon en Paul McCartney tot de belangrijkste componisten van de 20ste eeuwse lichte muziek rekenen, is zeker geen euforische overdrijving. Alleen al omwille van één melodie zijn ze onsterfelijk te noemen, het haast klassiek getinte Yesterday, al weten wij met z’n allen dat het nummer door Paul in zijn eentje werd geschreven.
Oorspronkelijk verscheen Yesterday op de elpee Help (augustus 1965) en was tevens de titelsong van een eepee (single met vier tracks) die een jaar later werd uitgebracht. Het nummer in Engeland op single uitbrengen, durfden zij volgens Paul niet omdat het té soft klonkt voor een rockgroep. Het is ook een nummer waarin hij als solist optreedt en zij hadden vooraf afgesproken dat zij als groep naar buiten zouden treden, zeker in hun thuisland. De elpee Help verscheen een jaar nadat The Beatles iedereen hadden verrast met de film A hard day’s night. Hun tweede film Help zou een even groot succes worden, net als de soundtrack. September 1965 stond de elpee wereldwijd op nummer 1 .
Ook al klinkt Yesterday als een heuse love ballad, toch deed de werktitel aanvankelijk een andere inhoud vermoeden. Paul McCartney, die voor 90 % verantwoordelijk is voor deze popklassieker, noemde het liedje in zijn broeifase Scrambled eggs. Op een vroege ochtend werd hij wakker in de woning van de familie Asher aan de Wimpole Street in Londen. Paul had in die tijd een relatie met Jane Asher ( haar broer Peter maakte deel uit van het populaire duo Peter and Gordon). Hij had de melodie compleet in zijn hoofd. Aan het uiteinde van zijn bed stond in de buurt van het raam een piano. Hij kon de melodie zo meteen uit het blote hoofd spelen. Daarom dat Paul dacht dat hij het ooit ergens had opgepikt. Hij had wel nog geen tekst en noemde het liedje gewoonweg Scrambled eggs. De enige tekst die hij er die ochtend speels bij verzon was “Oh my baby how I love your legs”. Hij liet het liedje in zijn ruwste vorm horen aan George Martin toen zij op concertreis waren in Parijs.
Tussen de 16de januari en de 4de februari 1964 traden zij negen maal op in de Parijse Olympia en verbleven al die tijd in het hotel George V. Het is hier dat George Martin dus Scrambled eggs voor het eerst hoorde. Paul speelde toen al met de gedachte het liedje Yesterday te noemen. Paul ging van de 27ste mei tot midden juni met vakantie in het Portuges stadje Albufeira. Hij was daar samen met Jane op vakantie. Zij logeerden in de villa van Bruce Welch van The Shadows. Op de terugweg naar de luchthaven, 270 km lang, schreef Paul met Bruce aan het stuur, al tokkelend op een gitaar die hij van Bruce geleend had, de volledige tekst van Yesterday .
Yesterday
All my troubles seemed so far away
Now it looks as through they’re here to stay
Oh I believe in yesterday.
Maandag 14 juni 1965, twee dagen nadat Jane Asher en Paul teruggekeerd waren van hun vakantie in Portugal, had de opname plaats in de Abbey Road studio’s in Londen. Je zou het gerust een soloproject mogen noemen, want noch John Lennon, noch Ringo Starr, noch George Harrison namen aan die opnamesessie deel, al waren zij wel aanwezig, want zij hadden net voordien gezamenlijk de nummers I’m down en I’ve Just seen a Face opgenomen. John, George en Ringo vonden dat zij als groep aan Yesterday niets konden toevoegen en dat Paul het in zijn eentje in de verf moest zetten. Wel werd er op aanraden van George Martin een strijkkwartet bijgehaald. Martin had een klassieke opleiding aan the Guildhall School of Music genoten en kon goed overweg met ernstige muziek. Paul had het nummer eerst ingeblikt met alleen een akoestische gitaarbegeleiding. Hij zag het niet zitten daar een strijkwartet aan toe te voegen omdat hij het té klassiek vond. Maar uiteindelijk kon Martin hem toch overtuigen. Voor dit kwartet deed Martin een beroep op de violisten Tony Gilbert en Sidney Sax , cellist Francisco Gabarro en altviolist Kenneth Essex. We mogen jiet vergeten te vermelden dat McCartney het nummer eerst niet zelf wilde opnemen. Hij had het eerst doorgespeeld aan Chris Farlowe en nadien aan Billy J.Kramer van The Dakotas, maar die hadden beleefd geweigerd.
Paul McCartney beschouwt Yesterday nog steeds als de meest complete song die hij ooit heeft geschreven. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat hij dit liedje altijd is blijven koesteren, ook na zijn Beatlesperiode. Zo kan u het bijvoorbeeld nog eens terughoren op de elpee Wings over America. Deze elpee was de live-registratie van de wereldtournee die hij met zijn groep Wings in 1976 op het getouw had gezet. Tijdens een periode van dertien maanden deden zij tien landen aan. Tijdens deze tournee zong McCartney niet alleen nieuwe songs, maar ook een aantal Beatles hits die de groep zelf nooit live had uitgevoerd. Songs zoals The long and winding road, Lady Madonna, Blackbird en Yesterday kwamen op de playlist voor .
Zeven jaar na datum bestonden er van Yesterday 1186 opgenomen versies in alle toonaarden, gaande van: Pat Boone en Cilla Black, over Nat King Cole en Perry Como tot en met Otis Redding en Frank Sinatra. In Engeland geraakten, naast The Beatles, nog enkele collega’s van hen met Yesterday tot in de top 5O: Matt Monro stond in oktober 1965 op 8 , de maand daarop Marianne Faithfull op 36 en in de maand december 1967 Ray Charles op 44. Charles was ook diegene die in de Amerikaanse top 100 het hoogst scoorde met zijn coverversie. In de maand november van 1967 hield Ray Charles singleversie van Yesterday halt op plaats 25. Minder bekend bij ons is de Franse versie die Hugues Aufray meteen uitbracht als Je croyais. In Nederland slaagden ze er in enkele dwaze versies op plaat te zetten: Ria Valk, Ivo de Wijs, Sjef Van Oekel en niet te vergeten in 1966 Rijk de Gooyer
Yesterday
’ t Was gewoon een doordeweekse day
Zat ik allenig in een soort café
Verdrietig achter ’n slappe thee
Yesterday
Plotseling zaten we daar met z’n twee
En na een uurtje werd ik vreselijk wee
Toen zij d’r hand op de mijne lee.
Door de jaren heen werd Yesterday met prijzen overladen. In 1966 had McCartney al de “Ivor Novello Award” in ontvangst mogen nemen voor deze compositie. Yesterday werd in Amerika uitgeroepen tot de meest favoriete song van 1965. Tussen het jaar van release en 1973 was het het meest gedraaide nummer op de Amerikaanse radio: méér dan zes miljoen keer. In 1999 stond Yesterday bovenaan de lijst van beste songs van de twintigste eeuw. Intussen werd de grens van drieduizend coverversies ruim overschreden.
Oorspronkelijk verscheen Yesterday op de elpee Help (augustus 1965) en was tevens de titelsong van een eepee (single met vier tracks) die een jaar later werd uitgebracht. Het nummer in Engeland op single uitbrengen, durfden zij volgens Paul niet omdat het té soft klonkt voor een rockgroep. Het is ook een nummer waarin hij als solist optreedt en zij hadden vooraf afgesproken dat zij als groep naar buiten zouden treden, zeker in hun thuisland. De elpee Help verscheen een jaar nadat The Beatles iedereen hadden verrast met de film A hard day’s night. Hun tweede film Help zou een even groot succes worden, net als de soundtrack. September 1965 stond de elpee wereldwijd op nummer 1 .
Ook al klinkt Yesterday als een heuse love ballad, toch deed de werktitel aanvankelijk een andere inhoud vermoeden. Paul McCartney, die voor 90 % verantwoordelijk is voor deze popklassieker, noemde het liedje in zijn broeifase Scrambled eggs. Op een vroege ochtend werd hij wakker in de woning van de familie Asher aan de Wimpole Street in Londen. Paul had in die tijd een relatie met Jane Asher ( haar broer Peter maakte deel uit van het populaire duo Peter and Gordon). Hij had de melodie compleet in zijn hoofd. Aan het uiteinde van zijn bed stond in de buurt van het raam een piano. Hij kon de melodie zo meteen uit het blote hoofd spelen. Daarom dat Paul dacht dat hij het ooit ergens had opgepikt. Hij had wel nog geen tekst en noemde het liedje gewoonweg Scrambled eggs. De enige tekst die hij er die ochtend speels bij verzon was “Oh my baby how I love your legs”. Hij liet het liedje in zijn ruwste vorm horen aan George Martin toen zij op concertreis waren in Parijs.
Tussen de 16de januari en de 4de februari 1964 traden zij negen maal op in de Parijse Olympia en verbleven al die tijd in het hotel George V. Het is hier dat George Martin dus Scrambled eggs voor het eerst hoorde. Paul speelde toen al met de gedachte het liedje Yesterday te noemen. Paul ging van de 27ste mei tot midden juni met vakantie in het Portuges stadje Albufeira. Hij was daar samen met Jane op vakantie. Zij logeerden in de villa van Bruce Welch van The Shadows. Op de terugweg naar de luchthaven, 270 km lang, schreef Paul met Bruce aan het stuur, al tokkelend op een gitaar die hij van Bruce geleend had, de volledige tekst van Yesterday .
Yesterday
All my troubles seemed so far away
Now it looks as through they’re here to stay
Oh I believe in yesterday.
Maandag 14 juni 1965, twee dagen nadat Jane Asher en Paul teruggekeerd waren van hun vakantie in Portugal, had de opname plaats in de Abbey Road studio’s in Londen. Je zou het gerust een soloproject mogen noemen, want noch John Lennon, noch Ringo Starr, noch George Harrison namen aan die opnamesessie deel, al waren zij wel aanwezig, want zij hadden net voordien gezamenlijk de nummers I’m down en I’ve Just seen a Face opgenomen. John, George en Ringo vonden dat zij als groep aan Yesterday niets konden toevoegen en dat Paul het in zijn eentje in de verf moest zetten. Wel werd er op aanraden van George Martin een strijkkwartet bijgehaald. Martin had een klassieke opleiding aan the Guildhall School of Music genoten en kon goed overweg met ernstige muziek. Paul had het nummer eerst ingeblikt met alleen een akoestische gitaarbegeleiding. Hij zag het niet zitten daar een strijkwartet aan toe te voegen omdat hij het té klassiek vond. Maar uiteindelijk kon Martin hem toch overtuigen. Voor dit kwartet deed Martin een beroep op de violisten Tony Gilbert en Sidney Sax , cellist Francisco Gabarro en altviolist Kenneth Essex. We mogen jiet vergeten te vermelden dat McCartney het nummer eerst niet zelf wilde opnemen. Hij had het eerst doorgespeeld aan Chris Farlowe en nadien aan Billy J.Kramer van The Dakotas, maar die hadden beleefd geweigerd.
Paul McCartney beschouwt Yesterday nog steeds als de meest complete song die hij ooit heeft geschreven. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat hij dit liedje altijd is blijven koesteren, ook na zijn Beatlesperiode. Zo kan u het bijvoorbeeld nog eens terughoren op de elpee Wings over America. Deze elpee was de live-registratie van de wereldtournee die hij met zijn groep Wings in 1976 op het getouw had gezet. Tijdens een periode van dertien maanden deden zij tien landen aan. Tijdens deze tournee zong McCartney niet alleen nieuwe songs, maar ook een aantal Beatles hits die de groep zelf nooit live had uitgevoerd. Songs zoals The long and winding road, Lady Madonna, Blackbird en Yesterday kwamen op de playlist voor .
Zeven jaar na datum bestonden er van Yesterday 1186 opgenomen versies in alle toonaarden, gaande van: Pat Boone en Cilla Black, over Nat King Cole en Perry Como tot en met Otis Redding en Frank Sinatra. In Engeland geraakten, naast The Beatles, nog enkele collega’s van hen met Yesterday tot in de top 5O: Matt Monro stond in oktober 1965 op 8 , de maand daarop Marianne Faithfull op 36 en in de maand december 1967 Ray Charles op 44. Charles was ook diegene die in de Amerikaanse top 100 het hoogst scoorde met zijn coverversie. In de maand november van 1967 hield Ray Charles singleversie van Yesterday halt op plaats 25. Minder bekend bij ons is de Franse versie die Hugues Aufray meteen uitbracht als Je croyais. In Nederland slaagden ze er in enkele dwaze versies op plaat te zetten: Ria Valk, Ivo de Wijs, Sjef Van Oekel en niet te vergeten in 1966 Rijk de Gooyer
Yesterday
’ t Was gewoon een doordeweekse day
Zat ik allenig in een soort café
Verdrietig achter ’n slappe thee
Yesterday
Plotseling zaten we daar met z’n twee
En na een uurtje werd ik vreselijk wee
Toen zij d’r hand op de mijne lee.
Door de jaren heen werd Yesterday met prijzen overladen. In 1966 had McCartney al de “Ivor Novello Award” in ontvangst mogen nemen voor deze compositie. Yesterday werd in Amerika uitgeroepen tot de meest favoriete song van 1965. Tussen het jaar van release en 1973 was het het meest gedraaide nummer op de Amerikaanse radio: méér dan zes miljoen keer. In 1999 stond Yesterday bovenaan de lijst van beste songs van de twintigste eeuw. Intussen werd de grens van drieduizend coverversies ruim overschreden.
zondag 24 december 2023
The Four Pennies
The Four Pennies was een Britse popgroep, opgericht in 1963 in Blackburn, Engeland. De groep had één nummer 1-hit in de Britse hitparade: Juliet, en drie kleinere hits. In 1967 viel de groep uit elkaar.
De leden van de groep waren:
- Lionel Morton, gitaar en zang
- Fritz Fryer (volledige naam David Roderick Carney Fryer), gitaar
- Mike Wilsh, basgitaar, piano en zang
- Alan Buck, drums
Alan Buck en Fritz Fryer zijn inmiddels overleden, respectievelijk in 1994 en 2007.
donderdag 9 november 2023
dinsdag 31 oktober 2023
Them
Them is een Noord-Ierse band afkomstig uit Belfast, die zijn grootste succes kende tussen 1964 en 1966. Het belangrijkste lid van de groep was van 1963-1966 zanger Van Morrison.
De Britse zanger en songschrijver Van Morrison werd in augustus 1945 geboren in Belfast als George Ivan Morrison.
Als tiener speelde Van Morrison mondharmonica, gitaar en saxofoon in verschillende groepen. Op 16-jarige leeftijd verliet hij de middelbare school om zich bij de The Monarchs aan te sluiten. Met The Monarchs speelde Van Morrison ook op het vaste land van Europa.
Na terugkomst in Noord-Ierland richtte Van Morrison in 1963 Them op, met Billy Harrison (gitaar), Eric Wickson (orgel), Alan Henderson (bas) en Ronnie Millings (drums).
Hun eerste single werd uitgebracht in augustus 1964, met op de A-kant "Don't start crying now" en aan de achterkant "One two brown eyes". Het succes bleef uit. Onduidelijk is of op die eerste plaat ook inderdaad alle Themleden te beluisteren zijn. Van Morrison en Henderson lijkt dat zeker, maar in de opnamepraktijk werd veelal met studiomuzikanten gewerkt. Daarin was Them niet uniek. Bekend is het verhaal dat Ringo Starr tijdens de opnamen van de eerste Beatles-singel "Love me do" plaats moest maken voor een sessiedrummer. Zo zijn tijdens die eerste Them-opnamen waarschijnlijk gitarist Jimmy Page, organisten Arthur Greenslade en Peter Bardens en drummer Bobby Graham ingezet.
De tweede single "Baby, Please don't go" had aanvankelijk ook geen succes en Them vertrok teleurgesteld naar Belfast, om even snel naar Londen terug te komen, toen het nummer een hit bleek. Live kon Them de sound van de plaat in elk geval reproduceren, zoals uit de spaarzame overlevende opnamen blijkt. Het verhaal dat de meeste muzikanten binnen Them hun instrumenten onvoldoende beheersten, wordt daardoor ontkracht. Het succes van het nummer leidde tot de elpee "The Angry Young Them". Hierop is ook de uiteindelijk grootste hit van de band "Gloria" te horen. Deze single bereikte in december 1964 de tiende plaats op de hitparade.
Them kende veel personeelswisselingen. Na "Them again" verschenen nog een aantal albums, maar deze zijn niet zo goed.
De Britse zanger en songschrijver Van Morrison werd in augustus 1945 geboren in Belfast als George Ivan Morrison.
Als tiener speelde Van Morrison mondharmonica, gitaar en saxofoon in verschillende groepen. Op 16-jarige leeftijd verliet hij de middelbare school om zich bij de The Monarchs aan te sluiten. Met The Monarchs speelde Van Morrison ook op het vaste land van Europa.
Na terugkomst in Noord-Ierland richtte Van Morrison in 1963 Them op, met Billy Harrison (gitaar), Eric Wickson (orgel), Alan Henderson (bas) en Ronnie Millings (drums).
Hun eerste single werd uitgebracht in augustus 1964, met op de A-kant "Don't start crying now" en aan de achterkant "One two brown eyes". Het succes bleef uit. Onduidelijk is of op die eerste plaat ook inderdaad alle Themleden te beluisteren zijn. Van Morrison en Henderson lijkt dat zeker, maar in de opnamepraktijk werd veelal met studiomuzikanten gewerkt. Daarin was Them niet uniek. Bekend is het verhaal dat Ringo Starr tijdens de opnamen van de eerste Beatles-singel "Love me do" plaats moest maken voor een sessiedrummer. Zo zijn tijdens die eerste Them-opnamen waarschijnlijk gitarist Jimmy Page, organisten Arthur Greenslade en Peter Bardens en drummer Bobby Graham ingezet.
De tweede single "Baby, Please don't go" had aanvankelijk ook geen succes en Them vertrok teleurgesteld naar Belfast, om even snel naar Londen terug te komen, toen het nummer een hit bleek. Live kon Them de sound van de plaat in elk geval reproduceren, zoals uit de spaarzame overlevende opnamen blijkt. Het verhaal dat de meeste muzikanten binnen Them hun instrumenten onvoldoende beheersten, wordt daardoor ontkracht. Het succes van het nummer leidde tot de elpee "The Angry Young Them". Hierop is ook de uiteindelijk grootste hit van de band "Gloria" te horen. Deze single bereikte in december 1964 de tiende plaats op de hitparade.
Them kende veel personeelswisselingen. Na "Them again" verschenen nog een aantal albums, maar deze zijn niet zo goed.
Abonneren op:
Posts (Atom)