zaterdag 30 april 2016

30 April: Queen's Day

In onze serie met jaarlijks één aflevering vandaag aandacht voor Seaside Rendezvous, het door Freddie Mercury gecomponeerde nummer, dat in 1975 verscheen op het onvolprezen album A Night at the Opera.

Kenmerkend voor het nummer is de jaren 20 stijl, het gebruik van blaasinstrumenten (althans zo lijkt het: de koperblazers zijn slechts slim gebruik van de lippen van de leden van Queen zelf) en het typisch Engelse karakter ervan.

In deze aflevering geen beelden van de groep zelf (er is geen officiele videoclip van en de groep heeft het nummer niet standaard op het repertoire staan tijdens hun tournees), maar een versie van The King's Singers.


woensdag 27 april 2016

De Geschiedenis van de Blues (4)

Ook in Detroit onstaat na de Tweede Wereldoorlog een eigen blues-scene. Deze is gecentreerd rond John Lee Hooker, die van 1948 tot 1954 in een lange eruptie van creativiteit onder meer voor de plaatselijke platenstdiohouder en labeleigenaar Bernie Besman honderden songs opneemt, die onder vele namen en vele labels verschijnen.

Het verhaal over Louisiana-blues is vooral het verhaal van Excello Records, de te Crowley gevestigde platenmaatschappij van zakenman Ernest Young en producer  J.D. Miller. Tien jaar lang, van 1955 tot 1965, zorgt Excello voor een stroom van uitstekende bluesplaten. Bekende namen: Lightnin'  Slim, overgetelijk vanwege zijn Nederlandse optredens in het begin van de jaren zeventig, Slim Harpo, met zijn wat ijzige, melancholike songs als I'm a King Bee en Baby Scratch My Back, Lazy Lester (harmonika), Lonesome Sundown (sobere,sterk door Muddy Waters beinvloede artiest).

maandag 25 april 2016

De kwintencirkel

Als we 12 kwinten opeenstapelen, zouden we op dezelfde toon moeten uitkomen als wanneer we 7 octaven opeenstapelen. Opeenvolging van 12 reine kwinten geeft bijvoorbeeld, uitgaande van de grondtoon c: c - g - d - a - e - b - fis - cis - gis - dis - ais - eis - bis. We noemen dit de kwintencirkel. Nu blijkt echter dat die twaalfde kwint (bis) niet precies gelijk is aan de zevende octaaftoon (c). Eigenlijk is er dus eerder sprake van een 'kwintenspiraal'. Inderdaad: (3/2)12 = 129,75 en is dus niet gelijk aan (2/1)7 = 128 (een verhouding dus van 524288:531441 of 24 cents11). Ofschoon dit slechts een klein verschil is, volstaat het om die twee aldus bereikte tonen vals ten opzichte van elkaar te doen klinken. We noemen dit verschil het Pythagoreïsche komma. In dit stelsel zijn dus ook tonen als bijvoorbeeld as en gis niet gelijk, evenmin als cis en des enzovoort.

We noemen deze tonen harmonisch gelijke tonen.

De moderne intervalleer maakt veelal gebruik van een verdeling van het octaaf in 1200 evenredige toonschreden, elk dus ter grootte van één honderdste van een halve toon. Zo'n minimale toonschrede wordt 'cent' genoemd. Twee tonen die een cent verschillen in toonhoogte verhouden zich tot elkaar als 1 tot 2-1200 = 1:1,00057778950655444887… Op deze manier kunnen de diverse harmonische intervallen en komma's aanschouwelijk worden voorgesteld (vermits het octaaf de verhouding 1:2 heeft, en een verdeling in twaalf gelijke intervallen (halve tonen) gewenst wordt, is de goede verhouding: de twaalfdemachtswortel van 2, of anders gezegd: 1 tot die van 1/2).

donderdag 21 april 2016

Capo, capotasto, capodastro

Door sommigen afgedaan als "iets voor amateurs die nog geen barré kunnen spelen" is in feite een bijzonder handig en soms zelfs onmisbaar hulpmiddeltje voor de gitarist. Capotasto is italiaans voor topkam. Een capo maakt de snaren korter, alsof je topkam verplaatst is. Met een capo in vakje 1 klinken alle akkoorden die je speelt een halve toon hoger. Elk vakje is een halve toon. De Capo D'Astro was oorspronkelijk een capo van het merk D'Astro, maar werd in veel landen de naam van het ding zélf... In de flamenco heet een capo Cejilla (letterlijk:"wenkbrauwtje", vanwege de vorm). De uitvinder van de capo schijnt een flamenco gitarist te zijn: Jose Patino Gonzalez.

Waarom een capo gebruiken?

Elke gitarist is ooit begonnen met het spelen van zogenaamde "open akkoorden". Dat zijn de akkoorden waarbij je open snaren gebruikt, zoals E, A, G, C, Am, en dergelijke. Die klinken lekker vol. Doordat je niet alle snaren hoeft vast te houden klinken akkoord overgangen ook wat vloeiender, omdat de open snaren kunnen blijven doorklinken op het moment dat je met je vingers onderweg bent naar het volgende akkoord. Dat lijkt een beetje op wat een pianist kan doen als hij/zij rechter pedaal gebruikt (sustain): dan klinkt alles door, terwijl je de toetsen los kunt laten. Daar hebben we dus al één argument te pakken: in sommige toonsoorten zoals Ab of Db kun je (vrijwel) geen enkel open akkoord gebruiken, terwijl je met een capo in vakje 1 in G resp. in C kunt spelen. Vaak klinkt dat meteen veel beter, óók bij een professionele gitarist die écht wel barré's kan spelen!

Een andere reden kan zijn: het aanpassen van een stuk aan de stem. Stel je hebt een geniaal nummer gemaakt in A, maar het is echt te laag voor de zanger(es). In C geprobeerd dan maar: voor de stem veel beter, maar nu kun je je licks, die zo lekker liepen in A, niet meer spelen... oplossing: Capo in vakje 3 en gewoon spelen alsof je in A zit!

Capo problemen

Sommige capo's drukken te hard op de snaren of op enkele snaren, zodat ze ontstemmen. Voor een 12-snarige gitaar heb je daarom ook een speciale capo nodig. Als de snaren niet hard genoeg worden ingedrukt, of als sommige niet goed worden ingedrukt, hoor je op die snaar geen toon, of een toon met gerammel erbij.

Er zijn ook capo's die bij het er op zetten ervan de snaren opzij trekken. Ook dan ontstemt de zaak.

Wil je bijvoorbeeld een intro spelen en daarna snel je capo er af gooien, dan gaat dat met sommige modellen niet erg snel. Een capo tijdens een nummer verplaatsen kan ook gewenst zijn. Dat gaat met enkele capo's wél en met andere erg moeizaam.

Sommige capo's zitten ook in de weg met spelen.
Waar laat je zo'n kreng als je het even niet nodig hebt? Sommige kun je op de kop van je gitaar vastklemmen.
Zet de capo zo dicht mogelijk achter de fret en stel (als dat mogelijk is) de druk zó af dat alle snaren helder klinken, maar de druk minimaal is. Als de capo óp de fret drukt, in plaats van vlak er achter, krijg je een doffer geluid omdat de snaren worden gedempt door de capo.


dinsdag 19 april 2016

Cream

De Engelse band Cream werd in 1966 gevormd op initiatief van drummer Ginger Baker. De band zou de standaard zetten voor rockbands die bestonden uit een drummer, een bassist en een gitarist, zogenaamde powertrio’s.Cream was de eerste “supergroep”

Baker kende bassist Jack Bruce uit bands als de Graham Bond Organisation en de band van Alexis Korner. Bruce had enige tijd met Eric Clapton gespeeld in John Mayall’s Bluesbreakers. De beslissing om met elkaar een band te beginnen werd genomen na een jamsessie bij Baker thuis. Naar eigen zeggen vond ieder bandlid de andere twee leden de beste muzikanten die hij kende, bovendien waren ze niet tevreden over de bands waarin ze tot dan speelden.

Voor Eric Clapton gold dat hij graag een goeie bluesgitarist, als Buddy Guy, in een bluesband wilde zijn en daarvoor een goede ritmesectie zocht. Deze ambitie moest hij weldra bijstellen, omdat Jack Bruce en Ginger Baker sterke persoonlijkheden bleken te zijn en muzikaal zeer veel in de melk te brokkelen hadden.

Het drietal koos de naam ‘Cream’ omdat ze, als ze dan toch een supergroep gingen oprichten, niet bescheiden hoefden te doen over hun pretenties: ze vonden zichzelf het neusje van de zalm, oftewel the “Cream of the crop”.

Eric bleef de belangrijkste muzikant, ook al zou de band zonder de composities van Jack Bruce wellicht niet die superstatus hebben veroverd. Het geluid van de band ontwikkelde zich snel. De gitaar van Clapton had al de scherpte die hij had ontwikkeld bij John Mayall’s Bluesbreakers, maar zou zich verder ontwikkelen mede door de technologie. Er kwamen steeds zwaardere gitaarversterkers. Daarbij komt dat het podiumgeluid wel hard moest zijn, zeker als opgetreden moest worden in grotere ruimtes. Er bestonden nog geen P.A.-systemen, die het zaalgeluid voor hun rekening konden nemen.

Ook de persoonlijkheden van de drie muzikanten zelf zorgden ervoor dat er steeds luider werd gespeeld. In een trio is het aandeel van elk van de drie muzikanten even belangrijk. Jack Bruce experimenteerde met het geluid van en type basgitaar. Toch bleef er controle over het geluid.

De band besloot in 1968 uit elkaar te gaan. Clapton had daar op aangedrongen nadat hij een recensie had gelezen in het muziekblad Rolling Stone. De band werd daarin sterk bekritiseerd. Clapton trok zich de kritiek erg aan en zou later zeggen dat hij vond dat de band stil had gestaan in zijn ontwikkeling.

Na een afscheidstournee door de VS traden ze nog eenmaal op in eigen land. Het afscheidsconcert in de Royal Albert Hall heeft een legendarische reputatie.

Toen de band uit elkaar ging was Clapton 23 jaar oud, Bruce 25 en Baker 29. Eric Clapton en Ginger Baker vormden na Cream samen met Steve Winwood en Rick Grech de band Blind Faith.


maandag 18 april 2016

Indo-Rock

Rock 'n' roll gemaakt door de Indonesische Nederlanders. Halverwege de jaren vijftig introduceren zij hun eigen variant op het nieuwe genre in ons land.
Als in 1949 Nederlands-Indië zelfstandig wordt, komt een groot aantal Indiërs mee met hun voormalige regenten en opdrachtgevers naar Nederland. Het opbouwen van een nieuw bestaan in hun nieuwe vaderland blijkt niet gemakkelijk. In die sombere jaren vijftig brengt de muziek uitkomst. Qua ontwikkeling van de popmuziek zijn de Indonesiërs op dat moment veel verder dan de Nederlanders. Ze zijn bekender met de blues en de country en blijken in staat de invloeden uit de eigen muziekcultuur moeiteloos in te passen. Zo ontstaat de Indorock, een mengeling van country, krontjong en de elektronische gitaarmuziek van, bijvoorbeeld, Les Paul. Bands, vaak al in het eigen land actief, vinden hier snel plekken om te spelen. Dat heeft ook te maken met de in Nederland nog talrijk aanwezige Amerikaanse militairen. De Indorockers blijken prima in staat de Yanks te vermaken met optredens die veel weg hebben van shows die de jongens thuis gewend zijn.



Totdat Peter Koelewijn in 1960 een hit heeft met Kom Van Dat Dak Af is rock 'n' roll in Nederland een randverschijnsel, dat zich afspeelt in rokerige achterafzaaltjes. Daar moet de Indorock wedijveren met de jazz; het speeltje van de alternatieve jongeren. In 1958 breken de Tielman Brothers op enige schaal door na een optreden tijdens de Wereldtentoonstelling in Brussel. De groep rond de vier broers Tielman zal tot 1963 het gezicht bepalen van de Europese rock-'n'-roll. De roem van de band is buiten de landsgrenzen groter dan in hun nieuwe thuisland. In Duitsland zijn de broers een sensatie. Ze spelen in hetzelfde clubcircuit als The Beatles en de overlevering wil dat George Harrison diep onder de indruk was van, vooral, podiumbeest Andy. In enkele publicaties wordt aangehaald hoe de ex-Beatle vol bewondering spreekt over 'Andy, The Indo Man'. Ook Haagse bands The Crazy Rockers en Javalins maken in Duitsland furore.
Daarnaast zijn veel Indo-muzikanten actief in instrumentale bands. Die doen opgang door het succes van The Shadows en The Ventures. The Jumping Jewels, ooit de begeleidingsband van Johnny Lion, zijn daar een voorbeeld van. Tussen 1961 en 1963 is de Indorock big business. Bands schieten als paddestoelen uit de grond en in het kielzog van de rockers boeken ook Indonesische sterren als de Blue Diamonds en Anneke Grönloh succes. Als in 1964 The Beatles definitief doorbreken en met andere bands zorgen voor de Britse Beatinvasie, raken de Indorockbands in de versukkeling. Ondanks dat vinden veel muzikanten emplooi bij nieuwe (Haagse) beatbands.

zaterdag 16 april 2016

The fabulous sounds of the sixties (5)


Alleszins betekende dit het einde van de “cleane rockmuziek”, want daar was nu geen markt meer voor: de college kids die hun tijd meer doorbrachten voor hun studeertafel dan voor een concertpodium lieten de aankoop van platen gewoon over aan mama en papa, zoniet aan kleine zus. De anderen lieten hun haar groeien (en nu écht) en gingen in de marginaliteit. Iron Butterfly, Cream, Pink Floyd, Buffalo Springfield (met Stephen Stills en Neil Young), Soft Machine, Velvet Underground (met Lou Reed, John Cale en Nico), the Mothers of Invention, Big Brother and the Holding Company, The Nice, Genesis, King Crimson, Wishbone Ash, Jefferson Airplane en dé cultgroep van de hippies Grateful Dead met frontman Jerry Garcia worden de namen die in dit circuit opgeld maken. Typisch is dat al deze groepen de voorkeur gaven aan elpees boven singles.

Men begon in dat verband te spreken van “progressieve” pop. Door zich meer op elpees toe te leggen, vielen een aantal beperkingen die een single aan de muziek oplegt weg. Dat betekende b.v. dat vele nummers zich niet langer tot de traditionele drie minuten dienden te beperken. Eén van de bekendste voorbeelden is “In-a-gadda-da-vida” van Iron Butterfly, dat eigenlijk “In the garden of Eden” zou moeten betekenen, maar Doug Ingle was zo stoned toen de platenfirma hem vroeg wat de titel was, dat hij het niet behoorlijk uit zijn bek kreeg.

Dat bracht met zich ook veel maatwisselingen mee, zodat je niet langer van dansmuziek kunt spreken, wat pop in de oorsprong toch was (of het nu “rappe” of “trage” nummers waren).

Uit de jazz is anderzijds de eigen melodielijn voor de bas afkomstig (Jack Bruce van Cream heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld), terwijl er ook invloeden zijn van free-jazz (Soft Machine), heavy blues (Jimi Hendrix, Janis Joplin) en elektronische muziek (Pink Floyd).

Elpees waren dan ook niet langer een verzameling van zes singles, A- en B-kant, maar vormen een concept. “Sgt.Pepper’s lonely heartsclub band” wordt algemeen beschouwd als de eerste conceptelpee, tenzij men “Pet sounds” van The Beach Boys als dusdanig zou benoemen.

“Sgt.Pepper” is alleszins de eerste popplaat om verworvenheden uit de hedendaagse “ernstige” muziek, zoals het aanwenden van “concrete muziek” (de verwerking van alledaagse geluiden), evenals “wereldmuziek” (met name dan uit India). Op de voet gevolgd door “A saucerful of secrets” van Pink Floyd (1968) met door experimentele muziek geïnspireerde composities, met nieuwe elektronische instrumenten (de moog synthesizer) en men gebruikte drugs om tot – wat men dacht – betere creaties te komen (de zogenaamde “psychedelische” muziek).

dinsdag 12 april 2016

Simon & Garfunkel (deel 16)

In de loop van 1967 maakt het duo wel geregeld opnames voor een nieuwe elpee, maar Simon schrijft zijn songs in langzaam tempo. Helaas voor Columbia komen de hits en meesterwerken niet op bestelling. Het jaar 1967 is een periode van heroriëntatie, van de folk-rock naar psychedelica. Die laatste stijl heeft het duo nog niet onder de knie. Zo bezoekt Simon een folk-festival in Californië, georganiseerd door Joan Baez, en verbaast zich over de ongedwongen naaktlopende hippies. Maar Simon en Garfunkel leren snel, ze nemen zelfs enige malen LSD om bij te blijven. In april 1967 wordt Simon, samen met onder anderen John Phillips van de Mamas & Papas, Alan Pariser en de ultieme PR-man Derek Taylor adviseur bij de voorbereidingen van het Monterey Pop Festival in Californië. Simon & Garfunkel zijn ook co-sponsor van het festival, dat plaatsvindt van 16 tot en met 18 juni 1971 en naast een hoop prachtige optredens ook enige tonnen voor het goede doel oplevert. Simon & Garfunkel spelen onder meer "Homeward Bound" en "Feelin' Groovy", en oogsten veel succes.


De nieuwe single heet "Fakin' It" en is eens te meer een observatie van gevoelens van onzekerheid en faalangst. Simon verklaart later dat hij de single-versie te "jumbled and sloppy" vindt, terwijl dit nu juist de kracht van de psychedelische productie is. De single kan zich meten met bijvoorbeeld "She's My Girl" van de Turtles — nog zo'n folk-rock act in ontwikkeling. Het geluid — bij wijlen overstuurd — golft af en aan: orgels, strijkers, gitaren, blazers, handgeklap, twee drummers, voor- en achtergrondstemmen. Er rinkelt een bel, een vrouwenstem — de stem van Beverly Martyn, ook een Monterey-artiest, een bekende uit de Engelse folk-scene — zegt: "Goodmorning mr. Leitch are you having a pleasant day." Die naam verwijst natuurlijk naar Donovan Leitch en voor wie dan nog niet doorheeft dat ook Simon & Garfunkel zich een Sgt. Pepper Experience wensten, sluit de song af met een citaat uit "A Day In The Life" van de Fab Four. In 1967 nemen Simon & Garfunkel ook nog twee kerstsongs op, "Comfort And Joy" en "Star Carol", die vooralsnog niet worden uitgebracht. Ze zijn in 1997 te horen op de cd-box Old Friends.

vrijdag 8 april 2016

In Alle Staten: Tennessee

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?
In deze 43e aflevering:
Tennessee
USA
Beroemde vrouwen domineren de celibrities top 10 van Tennessee: Tina Turner, Dolly Parton, Bessie Smith, Dinah Shore en Aretha Franklin.

woensdag 6 april 2016

Je t’aime, moi non plus

foto - Classic Rock Records - Gainsbourg en BirkinGainsbourg had ’Je t’aime, moi non plus’ in 1967 al gezongen met Brigitte Bardot, met wie hij een relatie had. Maar Bardot was getrouwd en kon geen schandaal gebruiken. Op haar verzoek legde Gainsbourg de opname in de kast.Met oren van nu is het moeilijk om je de drukte voor te stellen, maar toen de verhitte single ’Je t’aime, moi non plus’ van Serge Gainsbourg met Jane Birkin, in 1969 uitkwam was de verontwaardiging groot. Koningin Juliana zou zelfs de raad van bestuur van Philips hebben laten weten ontstemd te zijn met het lied. Of de platenmaatschappij het onmiddellijk wilde laten vallen. In Italië werd het lied verboden en de BBC achtte het ’niet geschikt voor uitzending’. Toen het toch op twee in de Engelse hitlijst belandde, trok de Britse Philips-afdeling de plaat terug uit de catalogus. Dankzij een klein platenlabel belandde het er alsnog op 1.

zondag 3 april 2016

Een beknopte geschiedenis van de mondharmonica (1)

Circa 3000 voor Christus – de eerste “vrije riet” instrumenten worden
ontwikkeld in China. Deze instrumenten ontwikkelen en verspreiden zich in de daarop volgende duizenden jaren over geheel Zuid-Oost Azie.

1636 – De “sheng” (een Aziatisch “vrije riet” instrument) wordt voor het eerst beschreven in West-Europese publicaties.
1776 – de eerste “shengs” worden geimporteerd vanuit China naar Parijs.
Europese instrumentmakers beginnen te experimenteren met het ontwerp.
1821 – Christian Friedrich Buschmann krijgt een patent op het eerste Europese “vrije riet” mondorgel. Hij noemt zijn uitvinding de “Aura”.
1825 – het eerste 10-gaten, 20 tonen model wordt ontwikkeld door een zekere
heer Richter. Dit model en de stemming is ook nu nog steeds de basis uitvoering van veel mondharmonica’s.
1857 – Matthias Hohner begint met hulp van familie en vrienden met de
productie van mondharmonica’s. In hun eerste jaar produceren ze 700 stuks.
Bekijk de afbeelding op ware grootte
1862 – op verzoek van geemigreerde kennissen begint Hohner met de export
van mondharmonica’s naar de Verenigde Staten. Het wordt een groot succes: in
1867 produceert de M. Hohner Company 22.000 mondharmonica’s, in 1887 is de
productie opgevoerd naar 1.000.000 stuks per jaar!
1896 – Hohner ontwikkelt en introduceert de Hohner Marine Band. Het wordt
wereldwijd de best verkopende mondharmonica.