woensdag 29 juni 2016

Popmuziek en zonnecellen

Zonnecellen wekken veel efficiënter energie op wanneer ze ‘luisteren’ naar pop- of rockmuziek. Dat hebben Engelse onderzoekers ontdekt. Met behulp van muziek kan de efficiëntie van zonnepanelen met wel 45 procent verhoogd worden.

Onderzoekers van de Queen Mary University of London en Imperial College London maakten miljarden kleine kegeltjes van zinkoxide. Vervolgens bedekten ze deze met een polymeer, zodat een apparaat ontstond dat zonlicht omzet in elektriciteit.

Piëzo-elektrisch effect
Tijdens een eerder onderzoek hadden wetenschappers al aangetoond dat het uitoefenen van druk op zinkoxide ertoe leidde dat er elektrische spanning ontstond (het piëzo-elektrisch effect). Maar tot op heden is er weinig aandacht besteed aan de invloed die dit effect op de efficiëntie van zonnecellen kan hebben. Maar nu borduren Engelse onderzoekers op dit idee voort en wel door te achterhalen hoe geluidsgolven zonnecellen kunnen beïnvloeden. Een idee waar ze zelf in eerste instantie weinig van verwachtten. “We dachten dat geluidsgolven – die willekeurige fluctuaties produceren – elkaar zouden opheffen en verwachtten dus niet dat ze een significant effect op de energieproductie zouden hebben,” stelt onderzoeker James Durrant.

Popmuziek
Maar het tegendeel blijkt waar te zijn. “Het grootste verschil ontstond wanneer we popmuziek speelden. We realiseren ons nu dat dat komt doordat onze akoestische zonnecellen het beste reageren op de hogere tonen die in popmuziek aanwezig zijn.” En daarvoor hoefde de muziek niet eens hard afgespeeld te worden: 75 decibel (vergelijkbaar met het geluid dat een printer produceert) was al hard genoeg om de prestaties van een zonnecel te verbeteren. In het gunstigste geval bleken zonnecellen door toedoen van de muziek wel 45 procent efficiënter te worden.

“Na het bestuderen van systemen voor het omzetten van trillingen in elektriciteit is dit een heel opwindende ontwikkeling die aantoont dat een vergelijkbare serie fysieke eigenschappen ook de prestaties van een zonnecel kan verbeteren,” aldus onderzoeker Steve Dunn. Het volledige onderzoek is terug te vinden in het blad Advanced Materials.

Seasick Steve

Seasick Steve ziet er niet alleen opmerkelijk uit, ook het verhaal van deze zonderlinge bluesman is er een dat erom smeekt verfilmd te worden. Na veertig jaar in de obscuriteit belooft deze derde cd hem bij een breed publiek te introduceren.

Steve Wold - want zo heet hij eigenlijk - was al jaren een cultfiguur toen Jools Holland hem twee jaar geleden uitnodigde op de nieuwjaarsspecial van Later... en hij na jaren aanmodderen in de marge haast van de ene dag op de andere een ster werd. Geen enkele platenfirma die dat had kunnen verzinnen: een oude, baardige bluesman die zichzelf begeleidde op een gebricoleerde gitaar met drie snaren, en daar een rauw, brutaal geluid mee voortbracht dat de andere gasten - onder hen Paul Weller - perplex deed staan.

Sindsdien is het "Genie uit Mississippi" - zoals Holland hem toen afkondigde - aan een forse klim begonnen, en I Started out with Nothing and I Still Got Most of It Left is zijn eerste plaat voor een grote firma. In tegenstelling tot wat dat doorgaans impliceert is zijn brute, wat viscerale geluid daar niet gepolijster door geworden.



De songs vertellen nog steeds over zijn vorig leven als ongetemde vagebond, roemen wijn die bij gebrek aan een glas rechtstreeks uit de fles wordt gedronken, en beschrijven een bestaan waarin - met een slaapmatje in de rugzak - van hot naar her wordt getrokken. Aan inspiratie geen gebrek, alvast. Als kind van vier zag Steve zijn ouders uit elkaar gaan, een paar jaar later ging hij op de vlucht omdat hij door zijn stiefvader mishandeld werd, en nadien volgde een leven vol honger, aanvaringen met de wet, gevangenisstraffen en muziek.

De voorbije vijfentwintig jaar is hij naar eigen zeggen zevenenvijftig keer verhuisd, maar sinds zijn hartaanval is hij wat honkvaster geworden, al blijkt hij zopas toch alweer van Noorwegen naar Groot-Brittannië verhuisd. De nieuwe songs werden bijgevolg in heel andere - lees: comfortabelere - omstandigheden opgenomen, maar afgezien van het goed volk op de guestlist - zowel Nick Cave als KT Tunstall komen langs - schetsen de nummers nog steeds een beeld van een mythisch Amerika. In 'Prospect Lane' bootst hij het stuwende ritme van een stoomlocomotief na die door het uitgestrekte Wild West sjokt, en in 'Thunderbird' gaat de reis naar de Liquor Shack want 'if you gonna sing a song about drinking wine, you gotta drink some wine'.

Een man die zijn pappenheimers kent, quoi. In de titelsong, waar hij twee gospelzangeressen om zich heen schaart, giert de gitaar slidegewijs als een sirene, en op het akoestische 'Fly By Night' dient Steve zich aan als de ontbrekende schakel tussen John Lee Hooker en Keb' Mo'. Elders - in 'St. Louis Slim', bijvoorbeeld - wordt de toon iets funkier, en in het broeierige 'Just Like a King' - waar Cave de hilarische zin "I'm a prizefighter, baby, when I step inside your ring" uit zijn mouw schudt - wordt de toon zelfs iets lichtvoetiger.



Het valt af te wachten of zijn nieuwe, iets minder tot de verbeelding sprekende leven in Groot-Brittannië Seasick Steve aan scherpte zal doen verliezen. Het is een kwestie die de zanger zelf overigens aankaart in 'My Youth', het donkere, wat aan Ry Cooder verwante slotnummer op deze plaat. "I got my memories, and that's something no man can steal", besluit hij. En inderdaad: Seasick Steve heeft naast elf uitstekende songs datgene waarmee hij het verschil maakt op het gros van zijn collega's: authenticiteit. Iets wat geen enkele platenfirma - groot of klein - je aan de hand kan doen.

zondag 26 juni 2016

Hurricane

 Het vertelt het verhaal van Rubin Carter, een enorm talent in het middengewicht boksen, die halverwege de jaren zestig na een oneerlijk proces onschuldig achter de tralies vliegt wegens een drievoudige moord in de Lafayette Bar & Grill te Paterson, New Jersey. Hij verliest negentien jaar van zijn leven door racisme, corruptie en onverschilligheid. De schuldige lijkt op het eerste zicht de racistische politieagent Vincent Della Pesca uit New Jersey, die al zijn hele leven op Carter jaagt en hem telkens achter de tralies weet te krijgen. Maar tijdens die woelige jaren zestig onstonden er vele opstanden en was er veel te doen voor de gelijke rechten van de mens. Tegen deze achtergrond kunnen we stellen dat Carter als zwarte niet door één persoon maar door een overwegend blank systeem geviseerd werd.



De vele protestacties die hierop volgden, waaronder de protestsong "Hurricane" van Bob Dylan uit zijn album "Desire" (1974), haalden niets uit. De twee processen verloor Carter eveneens. Zijn situatie zag er uitzichtloos uit. Tot op een dag de zwarte tiener Lesra Martin, op een rommelmarkt, heel toevallig het boek van Carter op de kop tikt, een boek dat hij jaren voordien nota bene in de gevangenis geschreven had. Lesra, oorspronkelijk afkomstig uit Brooklyn, werd trouwens door enkele Canadezen meegenomen om zijn studies te vervolmaken. Hij raakt danig in de ban van het boek en merkt enkele raakpunten met zijn eigen leven. Hij besluit Carter te schrijven en te bezoeken in de gevangenis. Lesra overtuigt zijn Canadese voogden het boek ook te lezen, waarop een bezoekje aan Carter volgt. Na lang aarzelen besluiten ze Carter's zaak opnieuw voor de rechtbank te brengen. Samen met enkele advocaten gaan ze op onderzoek uit en verzamelen de nodige bewijzen. Hierbij worden ze meermaals tegengewerkt, maar dit laat hen niet uit hun lood slaan. De hele zaak zal beslist worden voor het federale gerecht...

Dat Rubin Carter na zoveel onrecht niet verbitterd is mag blijken uit dit interview

donderdag 23 juni 2016

Moontan



Toen de leden van Golden Earring in de zomer van 1973 een single van hun nieuwe album moesten kiezen, pleitte drummer Cesar Zuiderwijk voor 'space ballad' The Vanilla Queen. Anderen zagen meer in de rocker Candy's Going Bad. Niemand dacht aan Radar Love....

Omdat dat nummer live zo goed werd ontvangen, dook het op 25 augustus 1973 toch als single op in de Nederlandse Top-40. Een dag eerder was de lp verschenen die de lange versie bevatte: Moontan.

Hen slepende conflict (lees: financiële geschillen) tussen de band (met name songschrijver George Kooymans) en de maatschappij die de uitgeefrechten bezit: Red Bullet, het bedrijf van platenbaas Willem van Kooten, zijn opgelost, zo zeggen beiden, maar Kooymans vindt dat Red Bullet liefdeloos met de Earring-catalogus omspringt. Van Kooten laat weten dat hij wel voor een mooie heruitgave te porren was geweest, maar Kooymans niet. Een klassiek geval van welles-nietes, dat ook verklaart waarom Moontan niet tot de Nederlandse Classic Albums-afleveringen van de VPRO hoorde. Het is een droeve toestand. Dat Radar Love de internationale doorbraakhit van de Haagse rockband werd en een mondiale rockklassieker zou blijven, is wel bekend. Het sterke Moontan werd toch al door die hit overschaduwd - en blijft nu wegens bonje achter slot en grendel. Zo zou je bijna vergeten dat we het hier hebben over, met enige afstand, het succesvolste Nederlandse album over de grens: 'goud' in de VS én Canada, onder meer.

Een exact verkoopcijfer is niet te geven, zegt Van Kooten. 'Dat is vaak zo met albums uit die tijd. Niemand weet het meer. Maar ga gerust uit van tweeënhalf miljoen, dat getal is eerder te laag dan te hoog. Moontan verkocht meer dan een miljoen in Noord-Amerika, een paar honderdduizend in Engeland, vele honderdduizenden in de Duitstalige landen, honderdduizend in Nederland, maar het liep ook als een tierelier in Scandinavië, Spanje en Australië. We verkopen 'm nog steeds. Dagelijks.'

Golden Earring was bij het aanbreken van 1973 groot in Nederland en Duitsland, maar wilde voet aan de grond in de Engelstalige wereld. Eerdere albums waren in de VS uitgebracht, maar Seven Tears (1971) en Together (1972) niet, een frustrerende stap terug, waarna de band besloot de tijd te nemen voor het beslissende nieuwe album. Dat het in Engeland zou verschijnen, was al duidelijk: een Europese tournee als voorprogramma van The Who had een Brits contract opgeleverd bij het Track-label.

De groep maakte demo's in Blaricum en nam het album op in de Phonogramstudio in Hilversum. Met synthesizers werd een weids, gelaagd en futuristisch spacerockgeluid neergezet. Het schrijven van de teksten liet Kooymans voor het eerst over aan frontman en native speaker Barry Hay, die de Earring tekstueel naar een hoger plan tilde: in de VS zouden Radar Love, maar ook Candy's Going Bad en The Vanilla Queen, worden geprezen om hun verhalende teksten. Moontan markeert de geboorte van Hay en Kooymans als songschrijversduo.

Radar Love werd nummer één en sloeg in november ook aan in Engeland: een zevende plaats, meer dan een kwart miljoen verkochte singles, twee succesvolle tournees.



In 1974 was de VS aan de beurt, maar Amerika zou een ander Moontan te horen krijgen dan Europa: de band besloot Just Like Vince Taylor en de zwakke zuster van de plaat, Suzy Lunacy (Mental Rock), te schrappen en te vervangen door een lange, nieuw opgenomen versie van de oude livefavoriet Big Tree, Blue Sea (1970), met een consistenter, beter album als resultaat. Ook dat helpt niet: er zijn twee Moontans - en de Amerikanen hebben de beste.

De Amerikaanse versie kreeg zelfs een andere hoes. De originele foto van een naakte danseres met veren (idee van Barry Hay, foto van Ronny Hertz) was in landen als Spanje al ietwat gekuist, maar stuitte in de VS op zo veel weerstand dat MCA (tot woede van de band) voor een nieuwe, neutrale hoes koos: een foto van een oor met gouden oorring.

Zo werd Moontan een album met een op verschillende manieren gespleten identiteit, maar het klom wel naar de 12de plaats in de Amerikaanse albumlijsten. Op 9 oktober 1974 was het feest, na afloop van een optreden in het Californische Long Beach: goud, ruim een half miljoen verkochte exemplaren - en dat was nog maar een tussenstand.

Radar Love werd, anders dan Venus van Shocking Blue in 1970, géén nummer-1-hit in de Billboard Hot 100 (de single bleef steken op plaats 13), maar zou toch het beroemdste stukje Nederlandse popmuziek worden. Geen andere Nederlandse song is wereldwijd zo vaak op de radio en wordt zo vaak op verzamel-cd's gezet. In de VS, Canada én Australië werd het, vrij onlangs nog, verkozen tot ultieme 'car classic'. In de Britse verkiezing van het autoprogramma Top Gear moest de Earring Don't Stop Me Now van Queen voor zich dulden.

Op Moontan zijn de stemmen van twee bekende Nederlandse vrouwen te horen. De vrouwenstem in Are You Receiving Me is van de 24-jarige Patricia Paay. Nog moeilijker te herkennen is Sandra Reemer, die in 1972 als 21-jarige namens Nederland aan het Eurovisie Songfestival had meegedaan. Golden Earring vertraagde een opname van haar stem en verwerkte de sample in The Vanilla Queen.

woensdag 22 juni 2016

Muziek en Werk

In opdracht van Randstad zijn er twee onderzoeken uitgevoerd door R2Research. Met het eerste onderzoek is het fundament gelegd voor de link tussen Werk en Muziek. Dit onderzoek is gehouden onder 555 respondenten van minimaal 18 jaar oud, verspreid over alle provincies in Nederland en minimaal 24 uur per week werkzaam in verschillende beroepsgroepen. Dit is een steekproef geweest onder werkend Nederland. Het betreft een externe database. Dit onderzoek vond plaats in maart/april 2012. Het onderzoek bestond uit een online vragenlijst.

Voor het tweede onderzoek zijn 620 respondenten bevraagd in specifieke beroepsgroepen zoals ICT, technisch,productie, zorg, administratief, commercieel, financieel en transport. We hebben vragen gesteld zoals: Hoe vaak luister je naar muziek op het werk? Hoe doe je dat dan? Welke soort muziek maakt je het meest productief? De resultaten van het onderzoek geven een goed beeld van hoe werkend Nederland omgaat met muziek op de werkvloer. Hierna volgen voor onderzoek 1 en 2 de belangrijkste onderzoeksresultaten. Ook al lijkt de link tussen muziek en werk voor veel mensen heel logisch, toch is er  niet eerder onderzoek naar gedaan. Uit ons eerste onderzoek blijkt dat muziek een grote rol speelt op de Nederlandse werkvloer. 83% van de respondenten luistert muziek op het werk, en 66% zelfs zeer regelmatig. Muziek heeft ook invloed op de manier waarop mensen werken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat 81% aangeeft beter te kunnen werken met muziek. 95% vindt het zelfs leuker om te werken met muziek. 65% van de ondervraagden weet nog welke muziek ze hebben aangeschaft van hun eerst verdiende geld.

Muziek op de werkvloer
53% geeft aan alleen van bepaalde collega’s de muziekkeuze te willen luisteren. Dit geeft ook aan dat men een beeld heeft bij de muziekvoorkeur van collega’s. De helft van de respondenten luistert samen met collega’s naar muziek. Een derde van de respondenten gaat weleens met collega’s naar een concert of dansfeest.

In het algemeen (70%) wordt in goed overleg bepaald welke muziek er op het werk wordt geluisterd. Waar men aangeeft zelf te kunnen bepalen welke muziek er wordt geluisterd, gaat het meestal om zelfstandige functies zoals vrachtwagenchauffeurs. 93% geeft aan dat de muziek die wordt beluisterd op de werkvloer geen discussiepunt is. Het merendeel van de respondenten (53%) geeft aan dat muziek een steeds belangrijkere rol speelt op de werkvloer. Men luistert het liefst naar popmuziek op het werk, daarna is dance het meest favoriete genre.

Overdag wordt er meer muziek geluisterd via de radio en een draagbare muziekspeler. ’s Avonds verschuift dat naar de computer en het afspelen van CD’s. Muziek luisteren via radio is verreweg het meest populair (84%).
Met name jongeren luisteren vaker via een MP3-speler of de telefoon.
Radio 538 is het meest beluisterde radiostation op de werkvloer met 38% van de stemmen. Bijna tweederde (63%) luistert op het werk hetzelfde als thuis. 59% luistert altijd naar muziek van en naar het werk.

71% van de respondenten denkt dat muziekvoorkeur niets te maken heeft met het beroep dat je uitoefent. Uit het tweede onderzoek blijkt echter dat dit wel het geval is.

Verder lezen ?

maandag 20 juni 2016

Django Reinhardt

Django Reinhardt, geboren op 23 januari 1910 in het Henegouwse dorpje Liberchies, was een zigeunerjongen die opgroeide in de buitenwijken van Parijs. Hij was een manouche, en zijn muziek werd jazz manouche genoemd, ook al liet hij zijn vingers de vrijheid om te spelen tot ver voorbij de grenzen die een genre zo voorspelbaar maken.

Vingers: django had er tweeëneenhalf aan zijn linkerhand (als tiener verloor hij een pink en een stuk van een ringvinger bij een brand in de ouderlijke woonwagen die hem bijna het leven kostte), maar haalde daarmee dingen uit zijn instrument die je geblinddoekt deden vermoeden dat de quatre-mains ook op de gitaar zijn intrede had gedaan. Gitaristen die aan zichzelf twijfelen, hebben aan twee minuten Django doorgaans genoeg om er finaal mee te kappen.



Eind jaren dertig trok Django naar Amerika om zich daar ten dienste te stellen van grote concertmeesters als Coleman Hawkins, Dicky Wells, Bill Coleman, Benny Carter en - wellicht de allergrootste - Duke Ellington. Een onverdeeld succes werd dat niet. Reinhardt was een einzelgänger, een levensgenieter en een speelvogel die een hobby had gemaakt van te laat komen en zijn kat sturen.

Zijn beste werk had hij de jaren daarvoor al afgeleverd, als aanvoerder van Le Quintette du Hot Club de France, al dan niet met de vocale bijdrage van Freddy Taylor, maar altijd aan de zijde van de man die hij zijn carrière lang niet meer zou kunnen afschudden: violist Stéphane Grappelli. 'Oriental Shuffle', 'After You're Gone', 'Swing Guitars', 'Georgia on My Mind', 'Minor Swing', 'Nuages', 'Manoir de mes rêves', 'Solitude': of ze het nu zelf verzonnen of zich op andermans standards stortten, Reindhardt/Grappelli waren de Leiber/Stoller, de Lennon/McCartney, de Jagger/Richards van hun tijd.

Terug uit Amerika blies Django Le Quintette in wisselende bezetting - en af en toe zelfs onder een andere vlag - nieuw leven in, en midden jaren veertig voerde hij een tijdlang zijn eigen bigband aan. Zijn zwaartepunt bleef liggen in het midden van de jaren dertig, maar niets van wat de man daarna nog uitbracht dat niet het beluisteren waard is. Hij overleed in 1953 in het Franse Samois-sur-Seine aan een hersenbloeding. Inderdaad: nog maar drieënveertig jaar oud.

vrijdag 17 juni 2016

Simon & Garfunkel (deel 18)

Tegelijkertijd met de soundtrack van The Graduate, maar eigenlijk al sinds begin 1967, werken Simon & Garfunkel aan een opvolger voor het Parsley-album. Bookends komt evenwel pas in april 1968 uit, twintig maanden na zijn voorganger. De eerste kant van Bookends is gewijd aan een bepaald thema: een levenscyclus; de tweede kant is gevuld met de tracks van recente singles. Naast de altijd goed verzorgde teksten is bijzonder veel zorg besteed aan de instrumentatie. Voor het eerst worden Simon en Garfunkel hier als co-producers naast Roy Halee genoemd.




In het tweede nummer, direct na "Bookends Theme", "Save The Life Of A Child", een soort reportage over een zelfmoord van een jongen in het centrum van New York, horen we een vroege, brommende synthesizer, terwijl "America" — waarbij je zit te bedenken welke latere singer-songwriters ideeën uit juist deze song hebben gekozen — vrij losjes is gearrangeerd. Overigens heeft dit nummer niets te maken met de gelijknamige song uit de West Side Story — behalve dan de New Yorkse setting. "Overs" is de zoveelste observatie, over een verwording van een relatie. "Voices Of Old People" is exact dat: een montage van stemmen van personen uit twee bejaardenhuizen, gevolgd door de song "Old Friends". "Punky's Dilemma" is het andere nieuwe nummer, naast "Mrs. Robinson" en een groep songs die al eerder op single zijn verschenen.

The Graduate en Bookends worden beide bestsellers. Op 13 oktober 1968 geeft het duo een concert in Burlington, Vermont, waar wederom een aantal nummers live wordt opgenomen. Is er ooit sprake geweest van een geplande live-elpee, iets wat logisch zou kunnen zijn gezien de lange pauzes tussen de platenalbums van Simon & Garfunkel? Drie nummers van Burlington staan op de cd-box Old Friend, waaronder "Bye Bye Love" van de Everly Brothers, een hommage aan oude idolen.





Garfunkel is dermate druk bezig met zijn rol in een nieuwe film van Mike Nichols, de anti-oorlogsfilm Catch-22, die in Rome opgenomen wordt, dat Simon veel alleen aan de volgende elpee werkt, en aan de verfijning van de backing-tracks. Garfunkel draagt bijvoorbeeld ook minder bij aan het mixen van de songs, wel zingt hij de zeer succesvolle titelsong, die onder meer door Aretha Franklin wordt gecovered. Als een voorproefje wordt in maart 1969 — driekwart jaar voor het verschijnen van de elpee — de single "The Boxer" uitgebracht, een song over het overwinnen van tegenslagen.



Het album Bridge Over Troubled Water komt uiteindelijk in januari 1970 uit en schijnt de meest verkochte elpee van 1970, 1971 en 1972 te zijn geweest. Ook de toenmalige critici ontvangen het album welwillend. De meeste van de songs op Bridge Over Troubled Water klinken voor mijn oren te gepolijst, iets te gezocht. Opvallend is "El Condor Pasa (If I Would)", waarbij het duo een Engelse tekst van Simon over een bestaande melodietrack van de groep Los Incas heenzingt, overigens met toestemming van die Zuid-Amerikaanse groep zelf. Los Incas heeft trouwens rond deze tijd ook een grote Europese hit met de song. Gedeelten van het vlotte "Cecilia" worden trouwens opgenomen in Blue Jay Way House in Los Angeles — beroemd geworden door het George Harrison-nummer uit 1967. Simon zingt op de elpee ook een afscheidssong voor Garfunkel, "So Long Frank Lloyd Wright": "all of the nights we'd harmonize till dawn," terwijl Art nog even herinnerd wordt aan zijn architectuurstudie, "architects may come and architects may go and never change their point of view." En "Keep The Customer Satisfied" zingen op je laatste elpee als duo is enigszins ironisch, niet?

maandag 13 juni 2016

De opbouw en het vasthouden van de mondharmonica

De opbouw van de diatonische harp

De diatonische harp bestaat uit een middenstuk (meestal van hout, kunststof of metaal)
met bovenop en onderop een metalen plaatje geschroefd. Ieder plaatje bevat 10
tongetjes voor de verschillende tonen. De bovenplaat zorgt voor de “blow”notes
(uitademen), en de onderplaat voor de “draw”notes (inademen). De plaatjes worden
afgedekt door 2 afdekkapjes. De achterkant van de afdekkapjes staat open, zodat de
lucht eruit en erin gezogen kan worden en de 10 tongetjes kunnen gaan trillen.



Vasthouden van de harp

De standaard manier om je harp vast te houden: tussen de duim en de wijsvinger van je
linkerhand, met de lage noten links en de hoge noten rechts. De nummers van de gaten
1 t/m 10 zijn zo aan de bovenkant te lezen.
De hielen van beide handen tegen elkaar, de rechterhand iets draaien en je handen om
de harp heen sluiten (“cupping”). Je vormt zo een holle ruimte tussen je handen, die
bijdraagt aan de klank van je spel. Je hoeft niet de hele harp met je handen te
omvatten: je handen zijn gesloten en er steekt waarschijnlijk nog een stukje harp uit
(tenzij je echt heel grote handen hebt).

zaterdag 11 juni 2016

No Milk Today

Uit Manchester kwamen ze, de Engelse Herman’s Hermits en tussen 1965 en 1969 verschenen ze zeven keer in de nederlandse top 40.  Op het hoogtepunt van hun roem bestonden Herman’s Hermits  uit  gitaristen/zangers Keith Hopwood, Karl Green en Derek Leckenby; drummer Barry Whitwam en zanger Peter Noone, die volgens sommigen sprekend leek op een stripfiguur, Sherman.  Vandaar de naam van de groep.
De groep bestond sinds 1963 en aanvankelijk speelden de jongens R&B.  Ze schreven ook heel wat van hun eigen nummers.  Producent Mickie Most vond dat niet zo geschikt en dirigeerde de jonge groep (Peter Noone was aan het begin van de muzikale loopbaan zelfs nog maar 15, doch had al Engelse roem opgebouwd door in de populaire serie ‘Coronation Street’ te acteren) naar een wat meer naar de middenmoot klinkende ‘veilige’ popmuziek.  Dit zou later in de VS gebeuren met de door mij al eens eerder besproken Monkees.  Zo werden Herman’s Hermits waanzinnig populair in de britse popwereld, maar ook in de VS.  In Nederland waren “Mrs Brown you’ve got a lovely daughter’ en ‘I’m Henry the Eighth I am’ bescheiden hits in 1965 en in 1966 werd ‘Dandy’ nummer 3: een Ray Davies – Kinks – lied.



Maar dat veranderde eind 1966.  ‘No Milk Today’ kwam in oktober dat jaar de top 40 binnen en stormde binnen een maand naar nummer 1, waar ze maar liefst vijf weken verbleven.   Dat jaar zag 14 verschillende nummers 1, dus ga maar na hoe populair.  Het lied had een alleraardigst filmpje waarbij de groep in een heuse melkfabriek teweer ging, en al zingend aan de lopende band stond.  Jammer genoeg heb ik dat filmpje niet op Youtube kunnen vinden, maar ik herinner me het nog wel!  Wat heb ik een plezier aan die plaat gehad.  Het lied was geschreven door Graham Gouldman, die ook voor de Hollies schreef, en zelf voor 10cc uitkwam.  ‘No Milk Today” is volgens mijn weten nergens anders zo’n grote hit geweest, zou het aan die melk gelegen hebben?




donderdag 9 juni 2016

Papa George Lightfoot

Papa Lightfoot, ook wel bekend als Papa George Lightfoot (2 maart 1924 – 28 november 1971), geboren Alexander Lightfoot, was een Amerikaanse blues zanger en mondharmonica speler.

Papa Lightfoot werd geboren in Natchez, Mississippi. Hij nam verschillende songs op in de jaren twintig, en dan later in 1949 voor Peacock Records (die nooit werden uitgegeven), in 1950 voor Sultan Records, in 1952 voor Aladdin Records en in 1954 voor Imperial Records. Na de laatste singles voor Savoy Records in 1955 en Excello Records in 1956, stopte Lightfoot met opnemen

Hij is nog steeds een obscure Southern blues harmonica speler.

Naarmate in het begin van de jaren zestig de belangstelling groeide voor de Delta blues werd Papa Lightfoot’s naam weer bekend, en in 1969 trok producer Steve LaVere naar Papa Lightfoot in Natchez, en vroeg hem om opnieuw op te nemen.


Het resultaat was hetmagnifieke album “Natchez Trace”, uitgebracht op Vault Records in 1969. Het album bracht Lightfoot voor korte tijd op de voorgrond van de blues revival.

De bekende blues verzamelaar “Rural Blues Vol. 2” van het label Liberty werd dat jaar uitgebracht met het formidabele “When the Saints” van Papa Lightfoot. Iedereen was er onderste boven van. Het album “Rural Blues” was samengesteld door Bob “the Bear” Hite van Canned Heat, een notoir blues verzamelaar.

De lang verwachte comeback kwam er echter niet . Papa Lightfoot stierf in 1971.

dinsdag 7 juni 2016

In Alle Staten: Utah

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?
In deze 45e aflevering:
Utah
USA

Utah is de staat van de familie Osmond, maar daar zullen we u niet mee lastigvallen. Maar ja, wie komt er dan in aanmerking voor onze serie ?
Art Lund (1915-1990) was een Amerikaans acteur en zanger. Hij werd bekend met zijn lied Mam'selle dat in 1947 twee weken op nummer 1 stond in Billboards Best Sellers Chart. Ook verscheen hij regelmatig op de televisie en op toneel. Art Lund was getrouwd met Kathleen Virginia Bolanz van 1940 tot haar dood in 1969. Samen hadden ze twee kinderen. Later trouwde met Janet Burris Chytraus in 1989 tot zijn dood in 1990.



zondag 5 juni 2016

A Capella

De term a cappella staat voor muziek die enkel met de stem wordt uitgevoerd en is niet genregebonden. A cappella is Italiaans voor 'als in de kapel', wat verwijst naar de koorzang zoals die vanaf de vroege middeleeuwen in rooms-katholieke kerken werd gehoord. Echter in vrijwel alle religies kennen een traditie met dergelijke koorzang. Een bekend voorbeeld is het met boventonen zingen door Boeddhistische monniken uit Tibet. Voor de a capella zang in de popmuziek is de gospel van belang.
Als slaaf naar Amerika verscheepte Afrikanen - afkomstig uit verschillende landen - proberen de lange, zware werkdagen op het land dragelijker te maken met het zingen van liederen. Puur vocale muziek, waarbij vaak één iemand als aangever wat roept en de anderen hem in koor antwoorden ('call-and-response'). Dit ontwikkelt zich verder in de kerk, waar, na de afschaffing van de slavernij in 1865, een zeer opgewekte variant ontstaat, die circa 1900 uitmondt in kerkdiensten waarbij de geestelijken zingen, schreeuwen en springen als bezetenen en het in de kerkbanken aanwezige publiek al even uitgelaten op antwoordt. De gospel is geboren.
Aanvankelijk is gospel louter gebaseerd op eeuwenoude religieuze liederen, maar in de jaren dertig gaan ook bluessongwriters zich met gospel bezighouden en krijgt het genre een creatieve en vooral ook lucratieve impuls. Gospel wordt big business, met eigen platenmaatschappijen en producers. De gospelgroep ontstaat: vier à vijf getalenteerde zangers, die ingetogen, harmonieus en polyfoon, a cappella een liedje zingen; aanzienlijk rustiger dan het er in de kerken aan toegaat. Aan het eind van de jaren vijftig ontstaan als vervolg op de a cappella-groepen hele gospelkoren, met internationaal groot succes. Zelfs blanke kerken nemen er voor hun koren elementen uit over.


De vorm van de a capella gospel wordt ondertussen ook overgenomen door de seculiere genres rhythm & blues en rock 'n' roll. De leadzang wordt daarbij ondersteund door ritmisch herhaalde onzinwoorden, en het is dat kenmerk waaraan het flink aan de gospel verwante genre zijn naam doo wop dankt. Met het oog op de dansbaarheid wordt doo wop vaak van instrumentatie voorzien. Eind jaren vijftig is doo wop een enorme rage met hits als Blue Moon (Marcels), The Lion Sleeps Tonight (Tokens), Why Do Fools Fall In Love (Frankie Lymon And The Teenagers) en Yakety Yak (Coasters). Met de opkomst van de beatmuziek vanaf 1963 waait de populariteit van het genre snel weer over.
In Nederland zijn eind jaren vijftig eveneens diverse vocale groepen actief, die elementen uit de gospel en doowop in hun repertoire verwerken. De bekendste zijn The Fouryo's, die Amerikaanse rock 'n' roll-hits als Bye Bye Love, Sugar Time ('k Zie Je Elke Morgen) en Save The Last Dance For Me (Dans Nog Eenmaal Met Mij) vertalen. De groep vindt haar Waterloo in 1964 als ze als voorprogramma staat bij het fameuze eerste concert van de Rolling Stones in het Kurhaus in Scheveningen. Een groter contrast tussen de fris geschoren vocale pop van The Fouryo's en de ruige rock van de Stones is niet denkbaar, vinden ook de groepsleden zelf. Niettemin steken doowop en andere vorm van close harmony en a capella zang daarna met enige regelmaat de kop op in de Nederlandse popmuziek. In de jaren zeventig grijpt televisiemaker en componist Wim T. Schippers regelmatig terug naar de clichés uit het genre voor de muziek in zijn Barend Servet Show. Uit de begeleidingsgroep ontstaat het gezelschap Pee Wee & The Specials, dat in 1980 een authentiek klinkend doowop- en rock & roll-album produceert en enige tijd redelijk populair is in het clubcircuit. De Haagse groep Groupies Delight, geformeerd rond voorzanger Han Blaauw en met in de gelederen Trudy Huysdens, die later naam maakt in de groep Champagne, profileert zich eveneens als een doowopgroep. Tussen 1975 en 1978 brengt men drie singles uit.
Geïnspireerd door het succes van de Canadese Nylons wordt in 1984 Montezuma's Revenge opgericht, een a capella groep met een zeer brede stijlopvatting. Initiator is zangleraar Kees Taat die vier van zijn pupillen (Paul Klooté, Bart Keuskamp, Maarten Mourik en Rob Veldhuijsen) om zich heen verzamelt. Hun debuutalbum uit 1989 bevat bekende hits en nummers van onder meer Randy Newman en Tom Waits.

donderdag 2 juni 2016

De geschiedenis van de mp3 (1995-2015) deel 3

DE NIEUWE WALKMAN

De allereerste mp3-speler is geen legendarisch artefact geworden, want met een geheugen van 32 MB kon je er amper een volledige cd op kwijt.
De komst van Napster in 1999 was een kickstart voor de digitale revolutie in de muziekwereld. Het immense aanbod en het gemak om muziek te downloaden was ongezien. Maar ook het beluisteren van muziek werd in diezelfde periode een pak eenvoudiger dankzij de komst van een andere nieuwe speler. In 1998 lanceerde een onbekende Zuid-Koreaanse technologiemaker de MPMan. De referentie in de naam van het toestel naar de legendarische Walkman van Sony geeft meteen het enorme potentieel van de nieuwe uitvinding aan. In de jaren ’80 was het dankzij de draagbare cassettespeler voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid mogelijk om in je eentje naar je favoriete muziek te luisteren op werkelijk elke mogelijke locatie: op de fiets, in de trein, in de winkel, al joggend… Twintig jaar later nam de mp3-speler die functie over met als grote verschil dat het plots ook mogelijk werd om je volledige of toch een aanzienlijk groot deel van je muziekcollectie constant mee te nemen. 

ONE MORE THING

Net zoals harde schijven in geen tijd verdubbelen van capaciteit, zou ook jaar na jaar de opslagruimte van de mp3-speler aandikken. Toen Apple de eerste iPod lanceerde stond de teller op 5 Gb. De aankondiging van Steve Jobs was een grote verrassing. In 2001 was Apple een heel ander bedrijf dan de glorieuze multinational zoals je die nu kent. Er waren amper 2 Apple Stores ter wereld en die verkochten enkel felgekleurde computers. Apple hield in die tijd wel al keynotes, al was het in die tijd voor duffe computerjournalisten in plaats van een zaal vol hipsters. Het was op zo’n keynote in oktober 2001 dat Steve Jobs de iPod aankondigde als “1000 songs in your pocket”.

Weinigen in de zaal die op dat moment begrepen waarom Apple een mp3-speler lanceerde. Steve Jobs begreep het maar al te goed. Net zoals Apple een buitenbeentje was in de computerwereld en bijna als enige hard inzette op gebruiksvriendelijkheid en design, zo zag Steve Jobs een gat in de markt van de mp3-spelers die tot dan toe bestond uit schreeuwlelijke toestellen met onoverzichtelijke menu’s en teveel knoppen. De iPod stak af tegen de concurrentie door het eenvoudige menu, het intuïtieve scrollwheel en de witte behuizing inclusief witte koptelefoon. Die witte oortjes werden zo kenmerkend voor de beginjaren van de iPod dat er in New York een veiligheidswaarschuwing kwam om een andere koptelefoon te gebruiken omdat je anders te veel in de kijker liep bij zakkenrollers.

DIGITALE MUZIEKWINKEL

iPod
Hoewel de iPod en het bijhorende iTunes al in 2001 werden gelanceerd, ging Apple pas in 2003 van start met de verkoop van muziek via iTunes. De iPod was tegen die tijd uitgegroeid tot lieveling van de kritische massa en de schijfgrootte was aangezwollen tot een flinke 40 Gb of 10.000 nummers. Net zoals Steve Jobs zijn gading niet vond tussen de verschillende mp3-spelers op de markt en dan maar de iPod ontwikkelde, zo gefrustreerd was hij ook over de versnipperde en gebruiksonvriendelijke manieren om muziek te kopen. In 2002 besprak hij zijn visie over een iTunes-winkel voor het eerst met een topman bij Warner Music Group, in de maanden daarna volgden de eindbazen van de andere grote platenfirma’s BMG, EMI, Sony en Universal. Nog meer bevlogen dan in zijn publieke keynotes zou hij ze één voor één overtuigen van de kracht van de iTunes Music Store en vooral van de noodzaak om hun volledige muziekbibliotheek ter beschikking te stellen van zijn platform dat zou uitgroeien tot de grootste digitale muziekwinkel ooit.



In de eerste week na de lancering stond de teller van de iTunes Music Store al op 1 miljoen verkochte nummers. In 2006 was Speed Of Sound van Coldplay het miljardste nummer dat werd gedownload in Apple’s iTunes Store. In 2013 stond de teller al op 25 miljard. In 2010 maakte Apple bekend dat I Gotta Feeling van Black Eyed Peas het meest gedownloade nummer aller tijden was.

HET EINDE VAN HET ALBUM

Het gebruiksgemak van de iTunes-winkel en de bijna naadloze koppeling met de iPod was ongetwijfeld de sleutel van het succes, maar ook de prijszetting van 99 cent per nummer was een goede zet. Bij Apple hadden ze goed gekeken naar wat de consument enkele jaren ervoor had gedaan op Napster. De meerderheid ging namelijk niet voor het downloaden van volledige albums, maar iedereen stelde song per song zijn eigen favoriete muziekbibliotheek samen. Dat nummers voor het eerst in de geschiedenis apart werden aangeboden zorgde voor een dalend belang van het album en artiesten werden enkel nog beoordeeld op het succes van de laatste single. Met de iTunes Music Store verdween zo niet enkel het album als fysieke drager van muziek maar ook als concept.