vrijdag 30 januari 2015

De Flamenco gitaar

Flamenco is een (zigeuner) muziek- en levensstijl die voornamelijk uit de Spaanse provincie Andalusië komt. Hoe de flamenco precies is ontstaan is niet duidelijk, maar wel duidelijk is dat Noord Afrikaanse invloeden belangrijk zijn geweest. Eind 18e eeuw werd de flamenco steeds meer een stijl die zang, dans en gitaar combineerde.
 
De flamenco gitaar is grotendeels op de Spaanse gitaar gebaseerd. Antonio de Torres Jurado heeft ook op de ontwikkeling van de flamenco gitaar veel invloed gehad. Qua vorm en afmetingen is de flamenco gitaar kleiner dan een Spaanse. De Zij- en achterkant van de gitaar zijn van dun Spaans cipressenhout gemaakt, dit zorgt voor een helderder en indringender geluid, dat bovendien meer volume heeft.

De snaren zitten dichter bij de toets en de kast, (een lagere actie) waardoor er sneller gespeeld kan worden. Vaak worden er snaren met een hogere snaarspanning toegepast dan bij een Spaanse gitaar, maar dat hoeft niet altijd. Kenmerkend voor de flamenco gitaar zijn de “slagplaten” (golpe) aan weerszijden van de snaren ter bescherming van het bovenblad. Het typerende tikken en slaan van de vingers, die mede het ritme en klank bepalen van de flamenco, wordt ook wel de golpe aanslag genoemd.

dinsdag 27 januari 2015

Muziek en uw brein

Als verschillende mensen naar dezelfde muziek luisteren, reageert hun brein dan op dezelfde manier op die muziek? Ja, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Tenminste: als u klassieke muziek luistert.

De onderzoekers verzamelden zeventien proefpersonen die tussen de negentien en 27 jaar oud waren. De proefpersonen kregen een koptelefoon op en luisterden naar klassieke muziek. Terwijl de proefpersonen luisterden, werd hun hersenactiviteit vastgelegd.

Klassiek
De onderzoekers kozen bewust voor klassieke muziek, omdat er geen tekst in voorkomt en de onderzoekers dus zeker wisten dat de hersenen van de proefpersonen op de muziek (en niet op taal) reageerden. Ook zorgden de onderzoekers ervoor dat de proefpersonen muziek te horen kregen die ze allen nog nooit hadden gehoord. Zo moest voorkomen worden dat proefpersonen bepaalde herinneringen bij een muziekstuk zouden hebben en deze tot activiteit in de hersenen zouden leiden. Bovendien wilden de onderzoekers de hersenactiviteit van de proefpersonen met elkaar kunnen vergelijken en als de één de muziek kent en de ander niet, kon er geen goede vergelijking worden gemaakt.

Kan een goed muziekstuk ontstaan zonder dat daar een componist aan te pas komt? Ja, zo bewijst dit onderzoek.

Synchroon
Uit het onderzoek blijkt dat de hersenactiviteit van verschillende proefpersonen in reactie op de muziek gelijk was. En dat gold niet alleen voor de activiteit in het deel van de hersenen dat mensen gebruiken om geluiden te verwerken, maar ook voor delen die we gebruiken om onze aandacht ergens bij te houden en delen van het brein die betrokken zijn bij het plannen van bepaalde bewegingen. Dat laatste suggereert dat ons brein van nature op muzikale prikkels reageert door bewegingen die vaak gepaard gaan met het luisteren naar muziek (bijvoorbeeld klappen of dansen) alvast voor te bereiden. Dat muziek deze reactie in het brein van verschillende mensen oproept, maakt het waarschijnlijker dat de bewegingen die we uiteindelijk in reactie op de muziek daadwerkelijk gaan maken goed op elkaar zijn afgestemd.

Consistent
“Wij besteden veel tijd aan het luisteren naar muziek en vaak doen we dat in groepen en door er synchroon op te bewegen en dansen,” vertelt onderzoeker Vinod Menon. “Hier tonen we voor het eerst aan dat klassieke muziek – ondanks onze individuele verschillen in ervaringen met muziek en voorkeuren voor muziek – een zeer consistent patroon van hersenactiviteit oproept in verschillende individuen.”

Het onderzoek kan in de toekomst wel eens worden uitgebreid. Zo willen de onderzoekers graag achterhalen hoe het brein van verschillende mensen op taal en andere vormen van communicatie reageren. Ze zouden die reacties van gezonde mensen willen vergelijken met de reacties van mensen met autisme. “Luisteren kinderen met autisme op dezelfde manier naar spraak als kinderen zonder autisme? En als dat niet zo is: hoe verwerken ze de informatie dan anders? Welke delen van het brein lopen uit de pas?”

zaterdag 24 januari 2015

Lou Reed & The Velvet Underground

De Amerikaanse zanger en songschrijver Lou Reed werd geboren in Freeport, Long Island New York, in 1942. Reed was de zoon van een accountant en groeide op Long Island. Hij studeerde literatuur en toneel aan de Syracuse Universiteit. Na zijn studie werkte Lou Reed enige tijd als songwriter voor Pickwick Records in New York.
De Amerikaanse rockband Velvet Underground werd in 1965 opgericht door Lou Reed (zang en gitaar) en John Cale (basgitaar, viool, piano en orgel). Sterling Morrison (gitaar) en Maureen Tucker (drums) waren de andere musici van de groep. Gedurende haar bestaan was de band commercieel onsuccesvol, maar later werd de Velvet Underground gezien als één van de belangrijkste rock & roll bands van de jaren zestig.



Lou Reed was de zoon van een accountant en groeide op in Long Island (New York). Hij studeerde literatuur en toneel op de Syracuse Universiteit. Na zijn studietijd werkte Reed enige tijd als songwriter voor Pickwick Records in New York.

John Cale werd geboren in Wales in Groot-Brittannië. Nadat hij een beurs kreeg van de Leonard Bernstein Stichting kon hij in 1963 naar New York gaan voor een studie muziekcompositie. Cale speelde met John Cage en LaMonte Young, maar werd steeds sterker aangetrokken door de rock & roll.
Reed en Cale wilden met hun groep een synthese tot stand brengen tussen avant-garde, moderne literatuur en rock & roll.

De Velvet Underground ontmoette de popart-kunstenaar Andy Warhol. Warhol zag de band als een goede aanvulling voor zijn multimediaproject "The Exploding Plastic Inevitable". De kunstenaar introduceerde ook de Duitse actrice en fotomodel Nico, die korte tijd deel ging uitmaken van de Velvets.

In het voorjaar van 1966 werd het eerste album opgenomen, maar het verscheen pas een jaar later. Deze plaat bevatte de klassiekers "Heroin", "Venus in furs", "Black angel's death song" en "Sunday morning". Ook de hoes was heel bijzonder: Warhol ontwierp hiervoor de beroemde "banaanhoes". Het album verkocht slecht, mede doordat de muziek te gedurfd was en niet op de radio gedraaid kon worden.

In 1967 verliet Nico de band en werd een nieuw album "White heat / white light" opgenomen. Op deze plaat staat onder meer het zeventien minuten durende "Sister Ray". Na dit album verliet John Cale de groep. Dough Yule (gitaar) volgde hem op.
"Velvet Underground" was het derde album van de groep en bevat een conventioneler rock benadering. "Pale blue eyes", "Candy says" en "What goes on" zijn de opvallendste nummers.



Nog voor het verschijnen van het vierde album van de Velvet Underground, verliet Lou Reed de groep. "Loaded" werd een gewoon rock-album waarbij de Reed-klassiekers "Rock and roll" en "Sweet Jane" tot de beste nummers gerekend moeten worden.

Het laatste studioalbum werd "Squeeze", maar door de echte Velvet Underground fans wordt dit album niet beschouwd als een echt Velvet-album, omdat de beide oprichters Lou Reed en John Cale hieraan niet meer meewerkten.

In de jaren zeventig waren Lou Reed en John Cale erg succesvol en oogsten met hun solocarrières de roem, die de Velvet Underground had ontbeerd.
In 1989 maakten Reed en Cale weer een gezamenlijk album ter herinnering aan hun inmiddels overleden vriend Andy Warhol. Vier jaar later maakte de Velvet Underground in haar originele bezetting een korte Europese tournee, waarbij ook opnamen werden gemaakt die later verschenen.
De eerste bandjes waarin Lou Reed speelde waren Pasha & The Prophets en L.A. & The Eldorados. In 1965 richtte Lou Reed samen met de Engelsman John Cale Velvet Underground op. De Velvet Underground had weinig commercieel succes, maar groeide wel uit tot één van de invloedrijkste rockbands uit de jaren zestig, mede door het stadsidioom dat door Lou Reed werd ingebracht. Terwijl de hippies zongen over liefde en broederschap schreef Reed nummers als "Heroin", "Sister Ray", "Sweet Jane" en "Venus in furs" waarin de zelfkant van de maatschappij werd beschreven.
Na het uiteenvallen van de Velvet Underground begon Lou Reed een solocarrière. Op de eerste plaat uit 1972 ("Lou Reed") staan stukken, die eerder ook door de Velvet Underground werden gespeeld.

"Transformer" (1972) kwam tot stand in samenwerking met David Bowie en Mick Ronson en bevat het beroemde "Walk on the wild side". Hierdoor werd Reed over de gehele wereld bekend en ontstond ook vraag naar de oude albums van de Velvet Underground.

De volgende plaat werd een soort concept-album over een teloorgaande relatie tussen junks. "Berlin" (1973) werd geproduceerd door Bob Ezrin, die in die jaren veel successen boekte met Alice Cooper. De optredens van Lou Reed kregen een steeds theatraler inhoud. Reed bleekte zijn haar, schilderde zijn vingernagels en simuleerde druggebruik op het toneel. In deze periode werd hij begeleid door de topgitaristen Steve Hunter en Dick Wagner. Met deze muzikanten werden ook twee live-albums ("Rock 'n' roll animal" (1974) en "Lou Reed live" (1975)) opgenomen. Naast solowerk bevatten deze albums ook Velvet Underground klassiekers.






In de tweede helft van de zeventiger jaren verschenen een aantal albums van verschillende kwaliteit, waarop altijd een nummer stond, dat er duidelijk bovenuit sprong. Alleen op het dubbelalbum "Metal machine music" (1975) is geen enkele goede song te horen. Dit album bestaat uit non-stop elektronische herrie en werd reeds na enkele dagen uit de handel genomen.

In 1982 verscheen het verrassend goede "The blue mask". Lou Reed had nieuwe, jongere, muzikanten in dienst genomen en legde zich weer toe op het maken van gemakkelijker in het gehoor liggende nummers, waarbij veel aandacht werd besteed aan het gitaarspel.
"New York" (1989) werd zowel een commercieel als een creatief succes. Samen met John Cale maakte Lou Reed een album ter herinnering aan de popart-kunstenaar Andy Warhol ("Songs for Drella").

In 1993 vindt de hereniging van de Velvet Underground plaats. De groep toert door Europa en een aantal optredens werden opgenomen en later uitgebracht.

woensdag 21 januari 2015

Een beknopte geschiedenis van de populaire muziek (deel 1)


De populaire muziek van na de tweede wereldoorlog wordt op wereldvlak op een beslissende wijze beinvloed door de Amerikaanse muziektraditie, met name door een niet aflatende crossover tussen zwarte en blanke muziek.

Jazz

Voor de opkomst van rock 'n' roll in de eerste helft van de jaren vijftig bestaat de markt van de zwarte muziek uit de uit de traditionele New-Orleans-jazz ontwikkelde moderne jazz-stijl. Als voornaamste component mag de bebop genoemd worden (Charlie Parker), gevolgd door de cool jazz (Miles Davis).
Door groeiende estetisering is de jazz van volks- naar kunstmuziek geëvolueerd, een evolutie die in de
daarop volgende free jazz een hoogtepunt zal bereiken.


Blues

Anders is het gesteld met de andere tak van de zwarte muziek, de blues, die met de trektocht van de
zanger-gitaristen van de zuiderse Mississippi-Delta naar het noorden van de USA een gedaanteverandering ondergaat. Aan de gitaar wordt een ritmegroep (bas en drum) toegevoegd.Vandaar de nieuwe naam: 'rhythm’ and blues. Deze evolutie van de eerste plattelands (country-) blues (Robert Johnson) naar de stedelijke rhythm and blues wordt ook nog gesymboliseerd door de elektrificering van de gitaar (B. B. King, Muddy Waters). In de blues zijn onomwonden tema's als seks, drank, lijden en dood aan de orde. Het is steeds een weinig respectabele muziekvorm geweest, beoefend door zwarten die niets geven om sociale status en schijnrespect.

Gospel

Maar de zwarten die hun plaats menen te kennen in de negro- en USA-maatschappij verkiezen wijselijk in de kerk te zingen: door de aanwending van oude Afrikaanse extase-technieken zijn de spirituals tot gospel-songs uitgegroeid. Ze worden in samenzang beoefend en weerspiegelen de sterk emotionele betrokkenheid van de uitvoerders ondermeer door de aanwending van een exalterend ruwe stem en de roep- en antwoordstructuur van de zang (Mahalia Jackson).

Swing en Crooners

De populaire muziek voor de blanke markt bestaat in de jaren veertig hoofdzakelijk uit de swing die
uit de traditionele jazz is afgeleid (Glenn Miller). Deze muziek wordt gebracht door grote orkesten waaraan tenslotte een showzanger of half neuriënde crooner (‘kreuner’) (Frank Sinatra) is toegevoegd die zich meest in zijn schik voelde bij de uitvoering van melodramatische of tenminste sentimentele balladen.

Country and Western

Naast deze popmuziek voor de massa treft men door een minderheid gewaardeerde country (and western)-songs (Hank Williams) aan, met slepende melodieën, uitgevoerd op de akoestische gitaar. Wanneer de gitaar aangevuld wordt met viool, banjo en mandoline voor de dansvariant, spreekt men eerst van mountain, later van bluegrass (Bill Monroe). De tekst is vaak doorspekt van een nationalistische reflex, een conservatieve moraal en een voldoende portie berusting.



maandag 19 januari 2015

Een lekker deuntje tijdens het opereren.

Een lekker deuntje tijdens het opereren. Dat is doodnormaal in Nederlandse operatiekamers. De belangrijkste motivaties: ontspanning, concentratie en het krijgen van energie.

52 procent van de chirurgen af aan naar muziek te luisteren tijdens operaties. 15 procent doet dat zelfs altijd; slechts 2 procent zet nooit de radio of een playlistje op. Volgens Brits onderzoek luisteren 8 op de 10 chirurgen tijdens operaties naar muziek, zodat ze zich beter kunnen concentreren.

Maar wat luisteren chirurgen dan als jij onder narcose bent? Aan hen werd een aantal genres voorgelegd, waarvan zij meerdere mochten kiezen. 45 chirurgen antwoordden en gaven een indicatie welke muziek populair is in de OK: pop.

iphop
86
Pop
38
Rock
33
Soul
26
Klassiek
21
Jazz
14
Nederlandstalig
14
Trance
12
House/dance/electro
12
Funk
2

Orthopedisch chirurg Taco Gosens van het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg luistert tijdens operaties bij voorkeur naar Arrow Classic Rock. Maar als hij een eigen playlist aanzet, kiest hij voor Queen.
Soms zetten we met het team Don't Stop Me Now aan als we de operatiekamer opkomen. Dan denk ik: 'we gaan het doen'.
(Taco Gosens)

Concentratie 

De muziek zorgt voor energie, maar helpt hem ook te concentreren, zegt Taco. "Bij mij gaat dat vooral met steviger muziek, zoals AC/DC. Tijdens operaties voer je veel gestandaardiseerde handelingen uit. Die muziek helpt je lekker in het ritme."

Casper van Eijk, chirurg in het Erasmus Ziekenhuis, luister het liefst naar The Counting Crows. "Ik draai die muziek thuis ook, dus voel ik me erdoor op mijn gemak. Operaties duren soms 6 tot 8 uur, vaak 's nachts, dus nummers als Richard Manuel is Dead en Perfect Blue Buildings zijn ook echt even opkikkers. Arbeidsvitaminen, zeg maar."

De zanger heeft een bepaalde gedrevenheid in zijn stem, die op me overslaat als ik opereer. Daardoor blijf ik geconcentreerd.
(Casper van Eijck)

Verzoekjes

Het scalpel snijdt overigens aan twee kanten. Niet alleen chirurgen, ook patiënten profiteren van deuntjes tijdens operaties. Peter van Dun, anesthesist in het St. Elisabeth ziekenhuis, is al jaren een grote aanjager van muziek in de operatiekamer. Volgens hem - en recent onderzoek - zorgt muziek ervoor dat patiënten kalm blijven voor de operatie.

Patiënten mogen dan ook altijd verzoeknummers aanvragen voordat ze onder het mes gaan. En dat levert gevarieerde verzoekjes op.
Een man die geopereerd moest worden, was erg nerveus. Ik vroeg hem waar hij rustig van werd en hij zei dat hij normaal een rondje door zijn koeienstal liep om te ontspannen. We hebben hem toen naar koeiengeluiden laten luisteren. Zijn bloeddruk werd lager, de stress nam af en hij ging vredig onder narcose.
(Peter van Dun)

zaterdag 17 januari 2015

In Alle Staten: Montana


De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 27e aflevering:
Montana
USA
Geen enkel belletje ging bij mij rinkelen bij Montana's celibrities: Nicolette Larson Philip Arlberg, Tim Ryan, Martha Raye... Jeff Ament even gegoogled:

Jeffrey Allen Ament (Havre (Montana), 10 maart 1963) is een Amerikaanse bassist en songwriter. Samen met Stone Gossard, Mike McCready en Eddie Vedder is hij de oprichter van de Amerikaanse grungeband Pearl Jam. Ament heeft ook een muzikaal verleden bij Green River, Mother Love Bone en Temple Of The Dog.


vrijdag 16 januari 2015

The Story of The Rolling Stones, deel 2

The Rolling Stones: de grootste rock & roll-band ter wereld met een lange geschiedenis.

Februari '63 ondertekent de groep een contract dat haar acht maanden werk oplevert in Giorgio Gomelsky's Crawdaddy Club in Richmond, Surrey. Twee maanden later trekt ze daar de aandacht van Andrew Loog Oldham. Op aanraden van Oldham verlaat Stewart de groep, omdat hij niet past in het rebellen-imago dat Oldham voor de groep heeft bedacht. Stewart is later wel vaak als pianist te horen op platen en tijdens concerten van de Stones. Oldham troont de groep mee naar Decca's A&R-man Dick Rowe, die het jaar daarvóór nog de vergissing van zijn leven maakt door The Beatles af te wijzen.



Op 7 juni '63 verschijnt op Decca de eerste officiële Rolling Stones-single Come On/I Want To Be Loved, in november gevolgd door I Wanna Be Your Man/Stoned. I Wanna Be Your Man zorgt voor de doorbraak; de Lennon/McCartney-compositie haalt de negende plaats in de Engelse Top 20. Eerder al is de groep op tv te zien in het programma Thank Your Lucky Stars. Eind september mag zij het voorprogramma verzorgen van de door Engeland toerende Everly Brothers, Little Richard en de door hen aanbeden Bo Diddley. De eerste Engelse Stones-tournee volgt in januari '64, ter ondersteuning waarvan een Ep met o.a. Chuck Berry's Bye Bye Johnny en het Coasters-nummer Poison Ivy. Turbulente tijden vangen aan wanneer via de media herhaaldelijk de consternatie en opschudding tijdens de Stones-concerten
worden gesignaleerd, en de Diddley-imitatie Not Fade Away bovendien een grote hit wordt. Hun voor die tijd zeer lange haar - tot net over de oren - geeft aanleiding tot krantenkoppen als 'de lelijkste en smerigste groep ter wereld' en hun - in de ogen van de gevestigde orde - subversieve gedrag wordt uitgelegd als anarchistisch en revolutionair.

Hoe opruiend de Stones, en hoe snel opgejut de Stones-fans zijn, ondervindt Nederland in augustus '64. Na Montreux (het Gouden Roos Festival in april) en de eerste korte Amerikaanse tournee (juni) staat de groep nog geen kwartier op het podium van het Scheveningse Kurhaus en de oprukkende politie kan al niet meer verhoeden dat het zaalmeubilair kort en klein wordt geslagen door een uitzinnige schare Stones-fans. De scheiding der geesten onder de popliefhebbers is daarna duidelijk: Beatles-liefhebbers zijn relatief netjes en aangepast, Stones-fans agressief, vies en brutaal.



Inmiddels is de eerste Lp van de groep uit The Rolling Stones met naast blues-, r&b- en rock & roll-covers ook de eerste Jagger/Richards-compositie, Tell Me. Voor de Amerikaanse markt krijgt de plaat een andere samenstelling dan voor het Engelse afzetgebied, waarmee de tamelijk ondoorzichtige Stones-discografie is geboren. In juli behaalt de groep de eerste nummer 1-hit in Engeland met het in juni uitgebrachte It's All Over Now. De opname ervan vindt, net als een deel van The Rolling Stones Vol. 2, plaats in de beroemde Ter Mar-studio van Chess Records, tot dan het domein van Stones-voorbeelden als Muddy Waters, Howlin' Wolf, Chuck Berry, Bo Diddley en Little Walter. Het jaar '64 wordt afgesloten met een tweede Amerikaanse tournee en de in die periode in de Chess-studio opgenomen hitsingle Little Red Rooster (origineel: Willie Dixon).

woensdag 14 januari 2015

Rebètika

De rebètika zijn Griekse liederen, die aan het eind van de 19e eeuw ontstonden. Net als de blues kwamen ze voort uit de onderste lagen van de maatschappij. Terwijl Griekenland zich na de bevrijding van het Ottomaanse rijk meer en meer op het westen richtte, ook in muzikaal opzicht, bleven in havenkroegen, hasjkitten, gevangenissen en gewoon op straat de oosterse klanken van de rebètika te beluisteren. Soms spottend, soms melancholisch zingt de mangas, de rebètika-zanger bij uitstek, over de liefde, over het leven in de gevangenis, over muziek, over hasj en waterpijpen. Daarbij wordt hij natuurlijk begeleid door de bouzouki en de baglamás.

maandag 12 januari 2015

Simon & Garfunkel (deel 1)

Paul Simon wordt op 13 oktober 1941 in Newark, New Jersey geboren als zoon van een bassist in een radio-orkest — die later ook te zien is in televisie-shows en te horen op sessies voor rock-'n-roll platen — en een onderwijzeres. De familie Simon is Joods, maar doet nauwelijks aan georganiseerd religieus leven. Het gezin verhuist enkele jaren later naar een echte voorstad van New York, Forest Hills, waar ze een keurig huis van twee woonlagen betrekken in een brede straat met bomen langs de weg. De huizen in de straat zijn dusdanig identiek dat vader Simon nogal eens de verkeerde oprit kiest. In dezelfde buurt is op 5 november 1941 Art Garfunkel geboren als zoon van een verkoper van verpakkingen annex uitvinder en een secretaresse. Beide jongens groeien op in stabiele gezinnen.



Paul krijgt de muziek met de spreekwoordelijke paplepel ingegoten, Art luistert van jongs af veel naar de radio. Paul en Art gaan naar dezelfde lagere school, waar Art al op negenjarige leeftijd een succesvol zangdebuut maakt met een song van Nat King Cole. Art's ouders stimuleren de zang van hun zoon sterk; ze kopen zelfs een bandrecorder waarmee zijzelf en Art de vorderingen bijhouden. Paul doet er wat langer over; wellicht zijn de prestaties van vader Simon — in die tijd werkzaam als muziekdocent op een Teachers College en vaak te zien op de televisie — nog iets te intimiderend.

Wanneer Paul Simon tien jaar oud is, wordt er een auditie gehouden voor een productie van Alice In Wonderland. Die productie brengt Paul en Art voor het eerst samen: Art als de Cheshire Cat en Paul als de White Rabbit — overigens nog zonder connotaties van The Great Society c.q. Jefferson Airplane. Paul en Art zijn beiden introverte jongens. Op regenachtige avonden maken ze bandopnames van hun stemmen en hangen ze de amateur-deejay uit. De zang is het enige onderdeel dat Art echt bevalt. Uiteraard kiezen ze dezelfde High School, vlak bij huis, maar in een gribusbuurt. Als dertienjarige Joodse jongens komen ze voor Bar Mitzvah, het feest van "jonge volwassenen", te staan.



In 1954 worden Paul en Art meegesleept in de rock-'n-roll manie, vooral door de radio-show "Rock & Roll Party" van Alan "Moondog" Freed, een deejay die pure rock-'n-roll durft te draaien vermengd met zwarte rhythm and blues. Bij Freed worden de witgewassen cover-versies van Pat Boone en Georgia Gibbs geweerd en krijgen de luisteraars de zwarte originelen te horen. Veel indruk maakt ook Elvis Presley, wiens muziek voor Simon kennelijk de aanleiding vormt om gitaar te gaan spelen. In 1980 speelt Simon in de film One Trick Pony zichzelf als teenager, die zich realiseert dat hij nimmer Elvis kan zijn maar altijd een fascinatie voor de man zal blijven houden. Zowel Art als Paul zijn verslaafd aan rock-'n-roll, rhythm and blues en de zwarte vocale rock-'n-roll, doo-wop. Little Richard en Fats Domino zijn hun favorieten, maar minstens zo belangrijk zijn de nummers "Earth Angel" van de Penguins en "Pledging My Love" van Johnny Ace. De bezetenheid van het duo gaat zover dat ze hun eigen vorderingen steeds vergelijken met de opnames van hun favorieten.



zaterdag 10 januari 2015

Muzieksmaak

Muzieksmaak ontstaat voornamelijk tijdens de puberteit en verandert daarna meestal nauwelijks meer. Die smaak zegt iets over je persoonlijkheid.

‘Muziekprofessor’ Tom ter Bogt zocht uit of deze vooroordelen opgaan. Zijn er conclusies te trekken over het karakter van iemand op basis van zijn of haar muzieksmaak? Het antwoord is bevestigend. De muziek die je luistert, is een afspiegeling van je persoonlijkheid. Vertel me wat je luistert, en ik zeg je wie je bent.

Tom ter Bogt is niet de eerste die onderzoek gedaan heeft naar de relatie tussen muziek en persoonlijkheid. In de V.S. onderzochten psychologen eerder al de muzieksmaak van studenten. Uit beide onderzoeken blijkt dat muzieksmaak en karakter hand in hand gaan. Grofweg is muziek in te delen in vier of vijf categorieën. Dit zijn de categorieën die je ook tegenkomt in de muziek- en persoonlijkheidstest in de muziekspecial: Reflectief en Complex (jazz, blues, klassiek en folk), Intens en Rebels (rock, alternatieve muziek en heavy metal), Opgewekt en Conventioneel (pop, country, religieuze muziek) en tot slot Energiek en Ritmisch (rap/hiphop, soul/funk en dance/eletronische muziek).

Deze laatste categorie wordt soms in tweeën opgedeeld. Maar zijn vier of vijf categorieën niet een beetje weinig als je bedenkt hoeveel muziekgenres er zijn? Volgens Tom ter Bogt niet: ‘Iemand die van rock houdt, zal eerder geneigd zijn ook punk te waarderen dan R&B. Zo kun je de muziekstijlen groeperen. Op die manier kun je uiteindelijk uitkomen bij de vier of vijf hoofdstromen.’

Tijdens concerten ervaart Jimi Hendrix z'n lichaam anders. Door drugs? Door de muziek? Of door z'n gitaar?
Om de persoonlijkheid van mensen te evalueren maakte Ter Bogt en zijn Amerikaanse collega’s gebruik van de ‘Big Five’. De ‘Big Five’ is een van verschillende manieren in de psychologie om persoonlijkheden te ordenen. Mensen kunnen hoog of laag scoren op een van de dimensies van de ‘Big Five’. Elk mens is ofwel meer of minder neurotisch of stabiel; extravert of introvert; open voor nieuwe ervaringen of juist niet; een aardig mens of onaardig; heel precies of slordig.

Ter Bogt: ‘De categorieën zijn relatief onafhankelijk van elkaar. Dat is belangrijk. Ieder mens zit hoog of laag op verschillende eigenschappen en op basis van hoe eenieder op de categorieën scoort, kun je een profiel opmaken. Bij ieder van die dimensies horen subkenmerken. Als je aardig bent, ben je hulpvaardig en hoffelijk. Ben je neurotisch en angstig, dan ben je vaak ook bang en heb je de neiging dingen somber te bekijken. Zo kun je iedere eigenschap onderverdelen in een van de categorieën.’

Een van de favoriete experimenten van de parapsychologie: de Ganzfeldproef. Bij het experiment worden de zintuigen van een proefpersoon 'uitgeschakeld' door halve pingpongballen op de ogen te plaatsen en ruis op een koptelefoon te laten horen. Proefpersonen zouden zo gevoeliger zijn voor buitenzintuiglijke waarneming.

En wat blijkt nu? De persoonlijkheidscategorieën zijn te koppelen aan de muzikale categorieën. Mensen die een voorkeur hebben voor muziek uit de categorie Reflectief en Complex of Intens en Rebels scoren hoog op openheid voor nieuwe ervaringen. Kort door de bocht: een rocker gaat eerder bungeejumpen dan de doorsnee top-40 luisteraar.

Energieke en ritmische muziekfans zijn extravert en aardig, en mensen die van opgewekte en conventionele muziek houden zijn extravert, aardig en ook nog zorgvuldig. Ter Bogt licht toe: ‘Concreter vertaald betekent dit dat metalliefhebbers open staan om nieuwe dingen te proberen en wat slordig zijn, en dat pop- en urbanliefhebbers aardig en sociaal zijn. Een fan van jazz of klassieke muziek is eerder neurotisch, open van geest en erg precies.’


Muzieksmaak ontstaat voornamelijk tijdens de adolescentie. De voorkeur die je dan ontwikkelt, laat je waarschijnlijk je hele leven niet meer echt los. ‘In de vroege adolescentie speelt conformisme een belangrijke rol. Je vriendenkring op de middelbare school is heel belangrijk. Je zoekt gelijken, en als je die gevonden hebt, versterk je elkaars voorkeuren, niet in de laatste plaats elkaars muziekvoorkeuren. Als je ouder wordt, wordt dat een minder belangrijk motief.’ Mensen ontwikkelen zich daarna zeker, zowel op persoonlijk als muzikaal gebied, maar radicale veranderingen komen weinig voor.

‘Naarmate je ouder wordt, wordt je muzieksmaak dieper, en diverser en krijgen mensen meer aandacht voor complexe muziek. Dit alles gebeurt wel binnen dezelfde categorie.’ Het scala aan muziek dat elke categorie vertegenwoordigt, is dus breed genoeg om zowel de toegankelijke als de wat complexere muziek te herbergen. Die breedte is ook waarom de emotionele gesteldheid niet bepalend is voor de muzieksmaak, maar wel voor de muziek die iemand in een bepaalde situatie zal kiezen. ‘Een teneergeslagen hiphopfan zal binnen het genre van zijn voorkeur iets kiezen dat troostend werkt, net zoals de rockfan dat binnen zijn of haar genre zal doen. Het doel is hetzelfde maar het middel verschilt. De genres zijn breed genoeg om alle doelen te vervullen.’

Maar hoe zit het dan met mensen die op zaterdagavond staan te raven op een technofeest en de volgende dag tijdens het diner Radio 4 aanzetten om te genieten van een sonate Beethoven? Zijn dit totale buitenbeentjes? ‘Dit soort mensen zijn er inderdaad,’ geeft Ter Bogt toe. ‘Je zou kunnen zeggen dat zij tot de groep omnivoren behoren. Deze mensen zijn geen combinatie van twee groepen, maar vormen eerder een aparte, eigen groep met eigen persoonlijkheidseigenschappen.’

Muzieksmaak wordt gevormd door verschillende factoren. Of je rijk of arm geboren bent, op het platteland woont of in de Randstad, of een jongen of meisje bent, het heeft allemaal invloed op je voorkeuren. Een opmerkelijk feit dat uit onderzoek naar muzieksmaak blijkt, is dat de neiging van jongeren om zich af te zetten tegen de voorkeuren van hun ouders vaak overschat wordt, vertelt Ter Bogt ons.

‘Conflicten tussen pubers en hun ouders gaan vaak over alledaagse kleine dingen, maar over het algemeen kunnen ze het goed met elkaar vinden. Als de ouders niet van jazz houden, dan doen de kinderen dat waarschijnlijk ook niet. Opmerkelijk is verder dat er aanwijzingen zijn dat meisjes over het algemeen wat gevoeliger voor de smaak van hun ouders zijn dan jongens. Misschien komt dit omdat de pubertijd bij jongens over het algemeen iets meer met zich meebrengt dat ze onafhankelijk van hun ouders opereren. Meisjes blijven waarschijnlijk gevoeliger voor input van ouders.’

donderdag 8 januari 2015

I.M. Elvis Presley

Op 8 januari 1935 wordt Elvis Presley geboren. Hij is er een van een tweeling. Zijn broertje sterft direct na de geboorte. De kleine Elvis vindt het prachtig gospelsongs mee te zingen in de kerk. Hij speelt graag gitaar. Hij wint als 10-jarig kereltje de tweede prijs (vijf dollar) tijdens de jaarlijkse talentenjacht met de smartlap 'Old Shep'.

Aan het einde van de zomer van 1948 vertrekt de familie Presley naar Memphis in de hoop een nieuwe toekomst op te bouwen. Elvis gaat naar de Humes Junior High. Hij is een onopvallende, middelmatige leerling die ervan droomt zanger en acteur te worden. In 1954 stapt hij de studio van Sam Phillips binnen om voor $4 een plaatopname te maken. Net als zovelen wil Elvis 'ontdekt' worden. Bij wijze van grap speelt Elvis 'That's allright mama' van Arthur Crudup. Phillips is laaiend enthousiast. Het nummer wordt een redelijk grote, maar lokale hit.



Direct gaat Elvis optreden en merkt wat voor uitwerking zijn spontane schokkende bewegingen op zijn jonge publiek hebben. Hele horden welopgevoede jonge grietjes, die zich letterlijk de haren uit het hoofd trekken van hysterie, bestormen het podium als Elvis staat te heupwiegen en te schouderschokken.

'Colonel' Tom Parker Parker ziet brood in Elvis en wordt eind '55 zijn manager. Het eerst dat Parker regelt is het afkopen van het Sun-contract door platenmaatschappij RCA Victor. Rond zijn 21e verjaardag stapt Elvis de RCA-studio in Nashville binnen en neemt vijf songs op, waaronder 'Heartbreak Hotel.' Het wordt een wereldhit.

De filmbonzen bieden Elvis een contract aan. Hij speelt in 'Love Me Tender', 'Jailhouse Rock' en 'King Creole', stuk voor stuk kassuccessen. Op 24 maart 1958 haalt 'Uncle Sam' Elvis binnen zijn gelederen. Gladys, Elvis' moeder sterft in augustus van dat jaar. Elvis is ontroostbaar. Na het beëindigen van zijn dienstplicht neemt Elvis tal van nieuwe nummers op, die alle de hoogste regionen van de hitlijsten bereiken. In de jaren daarna is Elvis te zien in een dertigtal middelmatige, maar winstgevende film-musicals.

Op 1 mei 1967 trouwt hij met Priscilla Beaulieu en op 1 februari 1968 wordt zijn enige kind, Lisa Marie, geboren. In de 'Come Back'-special in 1968 bewijst Elvis de enige echte koning van de rock & roll te zijn. Hij zweert nooit meer een nummer te zingen of in een film te spelen waar hij niet achter staat.

Elvis gaat weer op toernee ("Ik miste het contact met het publiek.") en treedt op voor volle zalen. In 1973 ruilt Priscilla Elvis in voor haar karateleraar Mike Stone. Elvis is verbijsterd en grijpt naar verdovende middelen. Na de scheiding die Elvis maar niet kan verkroppen, gaat het snel bergafwaarts met Presley. Hij verzwelgt pillen als Smarties en op 16 augustus 1977 sterft hij 'aan een onregelmatighe hartslag met hartstilstand als gevolg'.

dinsdag 6 januari 2015

Roy Orbison (2)



In 1973 werd zijn contract bij M.G.M. ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album "I'm Still In Love With You" op. Niet alleen was dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Roy de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam "The Big O" hadden opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album "Regeneration" op. Dit album was beter dan het voorgaande maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album was af (nooit uitgebracht) toen Roy hartklachten kreeg nadat hij had opgetreden in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor was overleden. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 by-passes.



Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album "Laminar Flow" uit. Het album bevatte matige disco-achtige liedjes met uitzondering van "Poor Baby" en "Hounddog Man". Ondertussen was er achter de schermen iets op gang gekomen, want Roy was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de zestiger jaren had echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega's. Linda Rondstadt nam "Blue Bayou" op (1977), Don McLean "Crying" (1980) en Van Halen "Oh, Pretty Woman" (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Roy samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met "That Loving You Feeling Again". Het werd beloond met een Grammy Award, zijn eerste.

Vanaf die tijd begon Roy aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van "The Eagles" en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven onder de naam "Roy Orbison live in Austin City Limits Texas" In 1985 trad hij op bij "Farm Aid" en bracht hij een nieuwe single uit, "Wild Hearts". Het was een ballad die een ouderwets goede Orbison liet horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sun-maatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette "The Class of '55". In 1986 werd het nummer "In Dreams" gebruikt in de cultfilm "Blue Velvet", geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van "In Dreams" was en ontdekte daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Roy samen met k.d. lang "Crying" opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de Rock-'n-Roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie.



In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-witvideo Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Roy al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). Roy was eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys waarvan Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty ook deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Op het moment dat de single "Handle With Care" van het laatst genoemde album en het album zelf hoog in de hitlijsten stonden en de voorbereidingen voor het uitbrengen van Orbisons soloalbum "Mystery Girl" en de daarbij behorende wereldtournee in volle gang waren, overleed Orbison op 6 december 1988 plotseling aan een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville.

Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virgin-label. De single "You Got It" werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen waar hij een "Diamond Award" kreeg omdat hij 25 jaar tot de "top of the bill" behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van "You Got It". De tweede single "She's A Mystery Girl" werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer "I drove All Night" een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziekbusiness erkend als een van de grootste artiesten die de rock-'n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is een voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand waartegen producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; "Roy, you're never gonna make it as a balladsinger"

zaterdag 3 januari 2015

The House of the Rising Sun...reprise

Na ons artikel van 5 maart 2012 kwam er nog een korte reactie en aanvulling.

Bij hun grootste hit "The House Of The Rising Sun" uit 1964 waren de Animals gelukkig wel zo eerlijk om er traditional achter te zetten in plaats van hun eigen naam. De oorsprong van het lied gaat dan ook tot ergens in de 19e eeuw terug. Hier een oude versie van Lead Belly uit de dertiger jaren."


donderdag 1 januari 2015

De 31-toonsgitaar

Voor de liefhebber: een 20 minuten durende documentaire over de 31-toonsgitaar.
Vanaf 9:54 ook met panfluit !