zondag 28 juni 2015

In Alle Staten: New York


De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 33e aflevering:
New York
USA
Net als New Jersey en Mississippi ook hier weer een oververtegenwoordiging van grote artiesten.
Mariah Carey, Barbra Streisand, Tony Bennett, Fats Waller, Neil Diamond, Run D.M.C., the state never sleeps. New Yorker Billy Joel en Bruce Springsteen zijn in een New York state of mind :

x

vrijdag 26 juni 2015

Ekseption (2)

In 1971 had zanger Steve Allet de groep verlaten. Rick van der Linden maakte in London met het Royal Philharmonic Orchestra opnames voor het nummer Piccadilly sweet - een stuk van 15 minuten. Over deze opnames heen speelden de leden van Ekseption later, in Nederland, hun partijen in. Op het daarna ontstane vierde album, Ekseption 00.04, stonden de inmiddels vertrouwde instrumentale arrangementen op klassieke werken en ook jazzachtige nummers. In het nummer Choral hoort men ook een groep vocalisten. Ook dit album haalde de eerste plaats op de albumverkooplijst.

Het jaar daarop kwam Ekseption 5 uit, een mix van klassiek, rock en jazz, met nummers als À la Turka (op Mozarts Rondo alla Turka, uit de Pianosonate no. 11 in A, K331:3) en arrangementen op J.S. Bachs Sonata no. 2 in e mineur, Siciliano in G (J.S. Bach) en Concerto for violin and orchestra in A minor: 1. Vivace. Wat opvalt zijn de huilbijdrage van Rick van der Lindens zoontje in de ballade My son, en een instrumentale versie van For example van The Nice, hun voorbeeldgroep, in een medley met For sure van Rick van der Linden. Andere nummers zijn Midbar session en het melodieuze Virginal.
Intussen was de band druk met vele tournees in heel Europa; vooral in Scandinavië was de band populair. De druk veroorzaakte echter fricties tussen verschillende groepsleden.



1972 was het laatste grote succesjaar van de groep, waarin interne strubbelingen steeds meer de kop opstaken. Dick Remelink (naar Galaxy Lin) en Peter de Leeuwe verlieten de band. Bij de opnamen van het zesde album, Trinity, waren zij er niet meer bij; Jan Vennik (fluit, sopraan- en tenorsax) en Pieter Voogt (drums, percussie) namen hun plaats in. Opvallend waren op dit album onder meer de bijdragen van fluitist Vennik en van het Nederlands Kamerkoor in het nummer Finale III, alsmede het 9 minuten durende jamnummer Improvisation. Rick van der Linden leefde zich uit op piano, pijporgel, spinet, ARP 2600-synthesizer en mellotron. Trinity werd commercieel geen groot succes en hits bleven uit.

Ondanks dat het succes buiten Europa niet groot was, zijn er wel diverse persingen gemaakt van de eerste 6 lp's. Ekseption, Beggar Julia's time trip en Ekseption 5 in de Verenigde Staten, alle 6 in Canada, het Verenigd Koninkrijk en Israël. Verder diverse persingen in andere Europese en Zuid-Amerikaanse landen. Een Japanse persing bestaat alleen van Beggar Julia's time trip. De hoezen verschillen van opzet. Met name in Duitsland, waar de groep zeer populair was, zijn zelfs in 1976 napersingen van de lp's gemaakt, omdat er veel vraag naar was van het publiek.

In 1973 toerde Rick van der Linden met Jaap van Eik (ex-bassist van Cuby and the Blizzards) en ex-Focus-drummer Pierre van der Linden onder de naam Trace door Zweden. Min of meer gedwongen bij Ekseption te vertrekken, ging Rick van der Linden verder met Trace.

Bij Ekseption nam Hans Jansen (keyboards, ex-Think Tank) de plaats in van Rick van der Linden. Gastspeler op het zevende album, Bingo, was Hans Hollestelle (gitaar, viool). Zonder de dominerende toetsenist Rick van der Linden klonk Ekseption losser en jazzier, met meer ruimte voor solo's met de andere instrumenten. De meeste nummers voor dit album werden gecomponeerd en gearrangeerd door Vennik, Jansen en Van den Broek. Het album bevat onder meer nummers als Nightwalk en een nieuwe versie van het eerder uitgebrachte Sabre dance (naar Chatsjatoerjan). En hoewel De fietser als single enig succes had, werd ook duidelijk dat de speciale Ekseptionsound met Rick van der Linden verdwenen was. Het album bleef qua notering steken in de middenmoot.



Ook het achtste album, Mindmirror (1975), met zowel klassiek getinte nummers als nummers van Piet Sauer en Ramses Shaffy, deed commercieel gezien niet veel en Ekseption hield het voorlopig voor gezien.
Sommige leden bleven wel zichtbaar in het muziekmétier, zoals Rein van den Broek, Jan Vennik, Hans Jansen en Hans Hollestelle, die met Jan Hollestelle(basgitaar) en Cees Kranenburg (drums) de jazzrockgroep Spin vormden. Cor Dekker vertrok naar Trace.

Toch kwam in 1977 opnieuw een plaat van Ekseption uit, met de veelzeggende titel Back to the Classics, maar de aanhangers renden niet meer hard naar de platenwinkel; het album had weinig succes. De bezetting van de groep was als bij Bingo, echter zonder Hans Hollestelle.

Het gemis aan succes gold ook voor Ekseptions tiende: Ekseption '78, waaraan naast Van den Broek, Dekker, De Leeuwe en Remelink ook Rick van der Linden meewerkte. Naast het opvallende openingsnummer, een uittreksel van Bachs Matthäus Passion, bevatte dit album onder meer Your home van Van der Linden en arrangementen op Impromptu van Schubert, Summertime van Gershwin en The cat van Lalo Schifrin. Ekseption '78 was het enige album van de band dat werd uitgebracht onder het label CNR (en Decca in Duitsland); het zou later als CD worden heruitgebracht onder de titels The very best of Ekseption (1991), Ekseption (1994) en Hollands glorie (2001). Het is het enige album van Ekseption waar Rick zijn Yamaha GX-1-synthesizer laat horen.

Rein van den Broek en Rick van der Linden besloten het in 1980 samen te proberen en brachten een duoplaat uit onder de naam Cum laude.
In 1981 kwamen de oude Ekseption-leden Van den Broek, Van der Linden en Remelink weer bij elkaar, aangevuld met de twee ex-Kayakleden Max Werner (drums, percussie, marimba) en Johan Slager (gitaar, basgitaar). Zij namen het album Dance Macabre op met een verzameling oude successen van de band als Air, Rhapsody in blue, The 5th en Peace planet. Het album had echter weinig commercieel succes.
In 1988 kwam een vervolg op de eerste Cum laude, met Van der Linden en Van den Broek, en versterkt met gastmusici, o.a. Peter de Leeuwe op slagwerk.

In 1989 probeerde Ekseption het opnieuw in de oude bezetting (Van der Linden, Van den Broek, De Leeuwe, Remelink). Met medewerking van Frans Muys van de Moer (bas), Johan Zwart (gitaar) en Eddie Conard (percussie) nam de groep een tweede reünieplaat op, getiteld Ekseption '89. Maar de formule van enkele oude hits als The 5th, Air en Peace planet, aangevuld met nieuwere nummers, bracht de handen niet meer op elkaar en de groep werd opnieuw ontbonden. Toch kwam de groep af en toe weer bij elkaar, b.v. voor evenementen zoals bij Eberhard Schoener in Duitsland met een immens Viditizerscherm in 1991.

Hoewel de band keer op keer ontbonden werd, bleef de naam Ekseption voortbestaan. In 1994 werd dan eindelijk een 'live' cd uitgebracht: The reunion, iets later met de titelnaam Best of Ekseption. De opnames werden in november 1993 gemaakt in het Kurhaus in Eberbach en in de Meistersingerhalle in Neurenberg. De bezetting: Van der Linden, Van den Broek, Remelink, met Max Werner en Frans Muys van der Moer.

In 2003 richtte Rick van der Linden een nieuw Ekseption op, waarmee hij in Nederland, België en Duitsland op tournee ging. De groep bestaat behalve Van der Linden en zijn vrouw Inez (zang) uit de Canadezen Mark Inneo (drums/percussie), Bob Shields (gitaar), Meredith Nelson (basgitaar) en Peter Tong (toetsinstrumenten).



Met hulp van Rein van den Broek werd in 2003 videomateriaal op DVD gezet met als titel The story of Ekseption. De opnames omvatten interview, clips, documentaire en livemateriaal o.a. uit Israël, Frankrijk en Italië. Deze DVD bevat o.a. een deel niet eerder in het openbaar getoond materiaal. De DVD kwam in zekere oplage met een extra CD, de live-opnames uit Duitsland van 1993. De CD kreeg in deze uitgave de nieuwe titel "Live in Germany".

In 1988 overleed oud-Ekseptiondrummer Tim Griek bij een auto-ongeluk. Op 13 mei 2003 overleed gitarist, saxofonist en medeoprichter van Ekseption Huib van Kampen op 59-jarige leeftijd. Op 26 oktober 2005 overleed in zijn woonplaats IJmuiden bassist Cor Dekker op 57-jarige leeftijd. Op 22 januari 2006 overleed Rick van der Linden op 59-jarige leeftijd aan de gevolgen van het herseninfarct dat hem twee maanden eerder had getroffen.

woensdag 24 juni 2015

The Story of The Rolling Stones, deel 7

The Rolling Stones: de grootste rock & roll-band ter wereld met een lange geschiedenis.


In '81 verschijnt Tattoo You, die wordt gekenmerkt door een terugkeer naar het ruige en simpele
r&b-geluid. Met de singles Start Me Up en Waiting On A Friend wordt het succes geconsolideerd en opnieuw wordt een gigantische wereldtournee ondernomen. De tijdens het Amerikaanse gedeelte daarvan opgenomen live-LP ‘‘Still Life'' (American Concert 1981), waarvan de Smokey Robinson-compositie Going To A Go Go een hit wordt, sluit aan bij de optredens van zomer '82 in het Rotterdamse Feyenoord-stadion. 140.000 toeschouwers zijn er getuige van dat de groep in een circusachtige entourage drie ouderwets opwindende shows weggeeft. De filmregistratie Time Is On Our Side trekt naderhand velen naar de bioscoop en staaft de veronderstelling dat met name Jagger zich steeds meer manifesteert als een uitgekookte zakenman, die zijn fans de laatste centen uit de portemonnee trekt.

Na het teleurstellende Under Cover, waarbij alleen de videoclip van het titelnummer, die een echte executie toont, enige commotie teweegbrengt, sluiten de Stones bij Cbs een contract af voor vier albums. Het eerste resultaat, She'S The Boss, Jaggers solodebuut waarop hij wordt bijgestaan door talloze prominente muzikanten, bevat gedistingeerde Stones-rock, in tegenstelling tot de swingende cover van de Martha & The Vandellas-classic Dancing In The Street, gemaakt ten behoeve van Live-Aid, die hij die zomer in duet met David Bowie tot tophit zingt. Willie And The Poor Boys is een liefdadigheidsinitiatief van Bill Wyman, waarvan de opbrengst gaat naar het Ronnie Lane A.R.M.S. Fonds, opgericht door de aan multiple sclerose lijdende ex (Small) Faces-bassist Ronnie Lane. De gelijknamige gelegenheidsgroep, met naast Wyman ook Charlie Watts, legt zich toe op r&b uit de jaren veertig en vijftig.

Het door Steve Lillywhite geproduceerde Dirty Work komt moeizaam tot stand en kan ook niet overtuigen. Wel is de single Harlem Shuffle, een nummer van Bob & Earl uit '63, een grote hit. Niettemin vindt men het wel weer eens tijd voor een adempauze. Charlie leeft zich uit in een eigen, 33-koppige big (jazz) band: Live Fulham Town Hall. Wyman produceert de Britse groep Rome en werkt aan een nieuwe solo-LP. Jagger is dan aan zijn tweede toe, Primitive Cool, die hij grotendeels opneemt in de Hilversumse Wisseloord-studio's. Ron Wood opent in december '87 zijn eigen rockclub 'Woody's On The Beach' in Miami met o.a. een optreden van Bo Diddley, met wie hij dan door de Verenigde Staten toert. Richards produceert Aretha Franklins versie van Jumpin' Jack Flash en begint vervolgens aan de opnames voor zijn langverwachte soloplaat, het door Steve Jordan geproduceerde Talk Is Cheap, waarop hij wordt bijgestaan door o.a. Ivan Neville, Mick Taylor, saxofonist Maceo Parker en
zydeco-accordeonist Stanley 'Buckwheat' Dural. De plaat wordt alom lovender onthaald dan Jaggers krampachtige solopogingen.

dinsdag 23 juni 2015

Het Dorp

‘Het Dorp’ is inmiddels een heuse Nederlandstalige klassieker geworden, en dan te bedenken dat het nummer in 1974 niet verder kwam dan de 27e plaats in de Top40. ‘De kat van ome Willem’ en ‘Catootje’ tilden de cabaretier daarvoor beduidend hoger op de hitladder.

De tekst van het nummer is geschreven door zijn toenmalige levenspartner Friso Wiegersma. Nadat ze een relatie kregen, ging Wiegersma aan de slag als decorontwerper voor Sonneveld. Min of meer bij toeval ging hij ook liedteksten schrijven voor Sonneveld. Sonneveld vond het beter dat Wiegersma die taak onder een andere naam uitvoerde om te voorkomen dat de teksten extra kritisch werden bekeken onder het motto “schoenmaker blijf bij je leest” en zo was de naam Hugo Verhage geboren, getuige ook de aankondiging in bijgaande clip. Let u daarnaast op de prachtige articulatie en de trillende adamsappel van Sonneveld.

Het nummer stamt overigens uit Frankrijk, want het is gebaseerd op ‘La Montagne” van de chansonnier Jean Ferrat. Dat gaat over de bergdorpen die leegstromen, omdat de inwoners hun heil zoeken in de steden; een proces dat nog steeds aan de gang is. De herkenbaarheid van de tekst van ‘Het Dorp’ is groot: iedereen kan zich wel straten, velden of winkeltjes uit zijn jeugd herinneren die al lang verdwenen zijn. Plekken waar je je eerste lollie kocht en voor het eerst tegen een voetbal trapte. Sommigen duiken helemaal als een detective in het nummer en proberen te achterhalen op welk dorp ‘Het Dorp’ gestoeld is. Is het Pijnacker, de plaats waar Sonnevelds familie vandaan kwam of is het Deurne, het dorp van Wiegersma’s jeugd? Heeft de in het lied bezongen ‘Slagerij J. van der Ven’ bestaan en zo ja, waar dan?

zaterdag 20 juni 2015

Bamboe panfluit


De man bespeelt de bamboe panfluit die de Wajana, een Indianenvolk in het binnenland van Suriname, gebruiken in combinatie met een schildpadschild. De speler houdt het schild onder zijn linkerarm en strijkt er met zijn rechterhand overheen. Zo ontstaat één toon. Tegelijkertijd gebruikt hij zijn linkerhand om de panfluit te bespelen en voert hij een dans uit.
Indianen bespelen fluiten als vrijetijdsbesteding. Het zijn vooral mannen die fluiten bespelen. Naast de panfluiten zijn er enkelvoudige bamboe fluiten van verschillende lengtes en kleine benen fluiten met drie of vier speelgaatjes. De Wajana kennen ook dwarsfluiten van bamboe waarvan één soort met de neus wordt bespeeld. Tijdens dansen wordt ook gezongen. De liederen zijn vrij monotoon.
Dit voorwerp is verzameld door Claudius Henricus de Goeje, 1879-1955. Hij nam deel aan expedities die in het begin van de twintigste eeuw werden uitgezonden om Suriname in kaart te brengen. In 1907 was hij expeditieleider bij de Toemoekhoemak-expeditie, die voor het eerst de zuidgrens van Suriname bereikte.

woensdag 17 juni 2015

Boogie Woogie


Net als de Blues heeft de Boogie Woogie zijn oorsprong in Afrika. En net als de Blues ontstaat deze stijl aan het eind van de negentiende eeuw. Boogie woogie is een speelstijl voor de piano, waarbij de linkerhand een zeer strak ritme aanhoudt en de rechterhand vrij is om bluesloopjes in diverse ritmes te spelen. Dit is wat in de muziek 'syncopating' wordt genoemd; iets wat je ook terugziet in de ragtime en vroege jazz. Een exacte geboortedatum is van deze muziekstijl is niet te geven. Je kunt er van uitgaan dat deze, net als de blues, ergens tussen 1870 en 1890 is geëvolueerd uit de muziek die er destijds werd gemaakt. Een vergelijking met de Westafrikaanse Madinka-muziek valt meteen op. Ook hier wordt gebruikt gemaakt van zich repeterende bassen, shuffle-ritme en breaks. Net als in de boogie woogie.
Muziek werd destijds naast het gewone werk gemaakt. Slechts een enkeling maakte er destijds zijn beroep van. Hetzij noodgedwongen omdat zij door een handicap geen gewoon werk konden doen of uit eigen vrije wil, omdat zij als muzikant meer konden verdienen. Deze muzikanten reisden rond, speelden op barbecues en in barrelhouses en juke joints en waren erg populair, omdat zij naast het maken van muziek ook verhalen vertelden en nieuwtjes doorgaven. De muzikanten waren ongeschoold, dat wil zeggen dat zij nooit een opleiding hebben gehad in de Europese harmonieleer en uitsluitend gebruik maakten van de eigen muziektraditie, die rechtstreeks uit Afrika stamt. Buiten het feit dat het op een Europees instrument werd gespeeld bevat de pure boogie woogie dan ook helemaal geen blanke elementen.

Nadat deze stijl zich in verschillende vormen heeft gemanifesteerd kreeg zij pas in de twintiger jaren van de vorige eeuw de naam 'boogie woogie' mee. Piano's hadden als voordeel dat zij een groter volume konden voortbrengen als gitaren. Hierdoor konden zij beter de muziek verzorgen in de grotere dansgelegenheden. Naast boogie woogie en blues beheersten de pianisten ook andere stijlen. Op verzoek konden zij de toenmalige populaire deuntjes, ballades en zelf walsjes spelen. In de negentiende eeuw wilden ragtimespelers als Scott Joplin en William Turk gezien worden als serieuze componisten. Op hun beurt beïnvloeden deze pianisten stride-pianisten als Eubie Blake, Fats Waller en Jelly Roll Morton. In 1899 schreef de genoemde Eubie Blake “Charleston Rag” waarin boogiebassen waren verwerkt. Deze had hij eerder al gehoord van ragtime-pianist William Turk.

Er wordt wel beweerd dat de boogie woogie is ontstaan in Chicago, maar dat is pertinent niet waar. Wel is het zo dat veel zwarten in die tijd op zoek naar werk naar het noorden trokken en de muziek dan ook meeverhuisde. Met het uitbrengen van de “Pinetop's Blues” / “Pinetop's Boogie Woogie” door Pinetop Smith werd deze naam voor altijd aan dit genre verbonden. De oorsprong van de naam is onduidelijk. Er wordt wel beweerd dat dit te maken heeft met de 'bogye man', iemand waar kinderen mee bang worden gemaakt, maar het is ook mogelijk dat de oorsprong van het woord in West-Afrika ligt, waar in het Hausa “Boog” en het Mandingo het woord “Booga,” het slaan op een trommel betekent.
En met de benaming 'boogie woogie' voor deze muzieksoort was in 1928 ook meteen raak. Veel blues- en boogiepianisten kregen de gelegenheid opnamen te maken. Pinetop Smith werd al begin 1929 doodgeschoten en heeft van zijn succes niet kunnen profiteren. Hij had in januari nog “Jump Steady Blues” opgenomen, wat tevens zijn laatste sessie zou zijn. De eerste imitatie van “Pinetop's Boogie Woogie” werd in 1929 als “Boot That Thing” op de plaat gezet door Roosevelt Sykes. Hij was de eerste van een serie pianisten, die ook dat jaar de studio ingingen.
Namen hiervan zijn o.a. Montana Taylor, Charles Avery, Romeo Nelson, Charlie Spand, Speckled Red, James Stump Johnson en Cow Cow Davenport. Voor de meest invloedrijke zou dat vreemd genoeg nog enkele jaren duren. Ik doel hierbij o.m. op Jimmy Yancey, Meade Lux Lewis en Cripple Clarence Lofton.
Ondanks het feit dat de muziekindustrie door de Grote Depressie in 1930 in het sloop raakte werd nog steeds muziek opgenomen. Meade Lux Lewis, die in 1927 al een hitje had met “Honky Tonk Train Blues” kreeg in 1935 de vraag van John Hammond of hij van deze oude hit een nieuwe versie wilde maken. Naast deze nam hij er nog een aantal op, zoals “Mr. Freddie Blues” en “Yancey Special”, zijn ode aan Jimmy Yancey. In dezelfde tijd nam Albert Ammons “Boogie Woogie Stomp” op. Toen deze beide pianisten samen met Pete Johnson voor het 'From Spirituals To Swing'-concert in december 1938 aan elkaar werden gekoppeld was helemaal het hek van de dam. De Boogie Woogie Boys, zoals ze werden genoemd, bleven in de jaren erna populair en veelgevraagd maar moesten ook met de tijd meegaan. Zo heeft Meade Lux Lewis ook met pop-boogie geflirt en Pete Johnson deed hetzelfde met rhythm & blues. Nog steeds worden De Grote Drie als voorbeeld genomen.
Pas in de tweede helft van de jaren dertig werden ook Jimmy Yancey en Cripple Clarence Lofton op de plaat gezet. Yancey nam o.a. “Yancey Special" op, het stuk dat Meade Lux Lewis als eerbetoon aan Jimmy had opgenomen. Cripple Clarence Lofton was een invloedrijke figuur als voorbeeld voor aspirant boogie-pianisten, die de 'School Of Boogie Woogie' oprichtte. Zijn bekendste werkjes nam hij reeds op in 1936 ("Streamline Train"/"I Don't Know"), heropnamen en nog veel meer titels werden net als bij Jimmy Yancey rond 1940 gemaakt. Zo nam hij drie versies op van 'The Fives' onder de titels “The Fives”, “Sixes & Sevens” en “Clarence's Blues”, zo ook een uitvoering van “Pinetop's Boogie Woogie”.
De vercommercialisering, die in feite door de Boogie Woogie Boys in gang was gezet, betekende ook bijna het einde van de boogie woogie. Het was in feite een soort popmuziek geworden toen de rock 'n roll en rhythm & blues zijn kop opstak. Rhythm & blues-artiesten als Amos Milburn, Little Willie Littlefield, Champion Jack Dupree en Professor Longhair gebruikten de boogie woogie als basis voor hun eigen stijl. Iemand als Professor Longhair beïnvloedde op zijn beurt weer Fats Domino en Dr. John. En zo blijft boogie woogie toch levend, hetzij voortlevend en een nieuwe stijl of gewoon om dat er nog genoeg pianisten zijn, die deze gecompliceerde speelwijze beheersen.


Ook in Nederland is deze populair. De bekendste artiest uit dit genre is wel Rob Hoeke, die in de jaren zestig en begin jaren zeventig furore maakte met zijn Rhythm & Blues Group. Ondanks een ongeluk in 1974, die hem twee vingers kostte, blijft hij tot zijn dood in 1999 een virtuoos pianist.

zondag 14 juni 2015

Drs. P overleden

Zanger en tekstdichter Drs. P is op 95-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amsterdam overleden. Dat meldt de NOS. Drs. P had succes met liedjes als Veerpont, Dodenrit en De zusters Karamazov.

Drs. P. (Zwitserland, 1919), heeft een Nederlandse moeder en en Zwitserse vader, waaraan hij zijn Zwitserse nationaliteit dankt. Toen hij drie was kwam hij, na de scheiding van zijn ouders, met zijn moeder mee naar Nederland. Hij groeide op in Velp.

Vanaf 1939 studeerde hij aan de Economische Hogeschool in Rotterdam. In 1942 zat Drs. P. een jaar gevangen in de Scheveningse strafgevangenis i.v.m. een (tamelijk onschuldig) verhaaltje in een Rotterdams studentenblad over de deugnieten Dolf en Ben die van oom Sam een pak slaag kregen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging hij (met zijn Zwitsers paspoort) naar Zwitserland. Hij verdiende de kost met pianospelen in een hotel in Gstaad.

Na de oorlog kwam hij terug naar Nederland en studeerde in 1950 af. Als bedrijfseconomisch doctorandus werkte hij tot 1962 in het reclamevak, o.a. in Djakarta bij Lintas. Op zijn werk in de reclamewereld kijkt hij terug in het boek 'Nieuw!' (1978). Sinds zijn terugkeer in 1962 is hij 'rijmkundige'. Drs. P maakte naam met de vertolking van zijn eigen liedjes, gezongen op een komisch-plechtstatige wijze. Ook anderen hadden succes met nummer van Drs. P. Vooral Adèle Bloemendaal, met carnavalsnummers 'Wat heb je gedaan, Daan' en 'Halleluja, kameraden', maar ook Cabaret Don Quishocking, Kabaret Ivo de Wijs, Gerard Cox, Jenny Arean en Hetty Blok gebruikten teksten van Drs. P.

Gevraagd naar zijn 'lievelingsboek' noemt hij in Vrij Nederland van 01-10-1988 'Kees de Jongen' van Theo Thijssen. Hij geeft daarbij aan niet te kunnen kiezen tussen dit boek en 'Villa des Roses' van Willem Elsschot.

Met Ivo de Wijs vormde Drs. P 'Het Rijmschap'. Samen ijverden ze voor een goed gebruik van rijm en rijmschema's, o.a. in brieven aan elkaar in het blad van het 'Genootschap Onze Taal'.
In 1996 is Drs. P gestopt met optreden.


zaterdag 13 juni 2015

Les Paul

De Amerikaanse gitarist en gitaarbouwer Les Paul overleed in augustus 2009 op 94-jarige leeftijd aan een longontsteking. Les Pal was een van de meest invloedrijke muzikale pioniers van de twintigste eeuw: hij verbeterde de elektrische gitaar. De elektrische gitaar werd mede door zijn innovaties het belangrijkste instrument van de jaren zestig.

Les Paul, wiens werkelijke naam Lester William Polfuss was, werd in juni 1915 geboren in Waukesha, Wisconsin. Na een verhuizing naar Chicago werkte Les Paul met verschillende bandjes. Hij speelde in deze jaren hillbilly als Hot Rod Red en Rhubarb Red. In 1936 begon hij met de band Les Paul Trio, waarin onder meer Jimmy Atkins, de broer van Chet Atkins, en Ernie Newton speelden. Een jaar later vestigde hij zich in New York. Later zou hij vooral jazzcoryfeeën begeleiden. Het publiek in Nederland kent Les Paul vooral door zijn hits uit de jaren vijftig waarop zijn vrouw Mary Ford (1925-1977) zong: How high the moon, The word is waiting for the sunrise, Tennessee walz en Vaya con dios.



Les Paul begon in de jaren dertig te experimenteren met elektrisch versterkte gitaren. In 1934 bouwde hij zijn eerste pickup en in 1941 bouwde hij zijn eerste gitaar met een massieve klankkast. Deze eerste elektrische gitaar kreeg de naam Log (houten plank). Uiteindelijk resulteerde zijn experimenten met gitaren in een prototype van massief materiaal, dat in 1952 voor het gitaarmerk Gibson in productie werd genomen. Deze Gibson Les Paul wordt in vernieuwde versies tot op de dag van vandaag gemaakt.

In 1945 bouwde Les Paul in zijn garage in Los Angeles zijn eerste opnamestudio. Daar ontwikkelde hij technieken die nu tot de standaard studiogrepen behoren als 'multitracking' (meer sporen opname) en 'sound on sound' (geluid op geluid). Ook 'tape delay', het afspelen van eerder opgenomen geluid, was een vinding van Les Paul. Deze techniek vormde ook de basis voor de 'echo delay'. Door het toevoegen van of vertragen van een zangstem of het geluid van een instrument kon een voller geluid worden gecreëerd. Later zou deze techniek geperfectioneerd worden door Phil Spector, die er een muur van geluid mee samenstelde.

Door de gitaarpatenten was Les Paul een rijk man geworden. Bovendien bracht de naar hem genoemde Gibson Les Paul hem aanzien als gitarist. Les Paul werd een veelgevraagd begeleider van jazzvocalisten. Hij speelde met de Andrews Sisters, Bing Crosby en andere grootheden. Na zijn scheiding van Mary Ford vormde hij een duo met countrygitarist Chet Atkins. Tot op hoge leeftijd speelde Les Paul elke maandag in de jazzclub Iridium in New York.

donderdag 11 juni 2015

Wounded Knee

In 1550 was Amerika iets langer dan een halve eeuw door de Europeanen ontdekt. Columbus idee dat hij in Indië was, leidde tot de naamsverwarring van de bewoners van Amerika. Amerikanen werden zo Indianen. Om de rijkdommen uit de bodem in Amerika te halen was veel arbeid nodig. In eerste instantie gebruikten de Spanjaarden hiervoor Indianen. Tot het Dispuut van Valladolid in 1550. Hier stonden de priesters Bartolomé de las Casas en Juan Ginés de Sepúlveda tegenover elkaar. De eerste vond dat de Indianen een ziel hadden en daardoor niet als slaaf mochten worden gebruikt. Hij slaagde erin de aanwezigen te overtuigen dat de ‘Indios Bravos’ voortaan als mensen moesten worden beschouwd. Bijkomend voordeel voor de las Casas was dat de Indianen niet goed bestand waren tegen de harde omstandigheden en dus vaak ongeschikt waren voor de verschillende werkzaamheden. Dit maakte de weg vrij voor de slavenhandel uit Afrika. Pogingen van de las Casa om ook de Afrikanen als mensen te betitelen mislukten. De rest is wat dat betreft geschiedenis.

Het feit dat vanaf 1550 Indianen als mensen werden gezien, wilde nog niet zeggen dat zij gelijkwaardig werden behandeld. Er werd weinig aandacht aan hun welzijn besteedt, hun land werd zonder mededogen ingepikt. Door oorlog en vooral door ziekte was rond 1600 75% van de oorspronkelijke Indiaanse bevolking gestorven. In de daaropvolgende eeuwen veroverden de Europeanen fysiek steeds meer gebieden waar ook de Indianen woonden. In Noord-Amerika kwamen de Indianen vooral in conflict met de Fransen, Nederlanders en Engelsen. Zij kregen hier voet aan de grond door middel van de verdeel en heers tactiek. Zij sloten handelsverdragen met Indianen die zich rond de bruggenhoofden bevonden. Langzaam maar zeker werd op deze manier het achterland en uiteindelijk heel Noord-Amerika veroverd. De Indianen verzetten zich, maar de strijd was ongelijk. Wat restte was slechts enkele reservaten voor de verschillende Indianenstammen.

Het laatste gewapende conflict tussen de Amerikanen van Europese herkomst en de Indianen was in 1890 bij het Pine Ridge-reservaat. Vanwege de erbarmelijke omstandigheden in het reservaat, raakten de Lakota-Indianen in de ban van een mystieke stroming die de uitroeiing van de blanken voorspelde. Gekleed in hemden die immuun waren voor kogels zouden de Indianen de blanken eindelijk kunnen verslaan. Deze hemden zouden immuun worden tijdens een zogenaamde ‘geestesdans’. Hiertoe werd ook de beroemde Sioux-leider Sitting Bull uitgenodigd. Voordat deze zich echter bij de Indianen in het Pine Ridge-reservaat had kunnen voegen werd hij al aangehouden. Bij de schermutselingen rond zijn arrestatie stierf Sitting Bull, samen met nog enkele stamgenoten en leden van de Indiaanse politie die hem kwam arresteren.



Daarna besloot het Amerikaanse leger in te grijpen. Het Zevende Cavalerie regiment werd ingezet om de Indianen rond deze sekte, die hun reservaat waren ontvlucht, te arresteren. Toen deze indianen in de buurt van Wounded Knee Creek werden gearresteerd, ging het helemaal mis. Door allerlei misverstanden, waaronder een ‘dove**’ Indiaan, vielen over en weer schoten. De soldaten begonnen van dichtbij te vuren, waaronder met een soort van mitrailleur. De Indianen hadden alleen enkele messen en knuppels en hun kogelvrije hemden. Deze werkten helaas niet en uiteindelijk vonden meer dan 200 Indianen, waaronder veel vrouwen en kinderen de dood. De militairen werden nadien ook nog beloond met een medaille vanwege getoonde moed tijdens dit ‘Bloedband van Wounded Knee.

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam het bewustzijn van de zogenoemde Native-Americans in een nieuwe fase. Daartoe werd onder andere het AIM, het American Indian Movement opgericht. Een van de oprichters was de Lakota-Indiaan Russell Means. In 1973 brachten zij Wounded Knee weer in het centrum van het nieuws. Uit protest tegen de corrupte leider Richard Wilson van het reservaat, bezetten zij op 27 februari Wounded Knee. Op de achtergrond speelde een veel grotere onvrede. De bij de Lakota-Indianen heilige Black Hills dreigden door de Amerikanen te worden afgegraven op zoek naar edelmetalen. Andere mijnbouwactiviteiten zorgden voor verontreinigd drinkwater in het reservaat. Men wilde dus niet alleen het aftreden van de corrupte leider, maar ook gesprekken met de Amerikaanse regering over de misstanden. De regering reageerde direct met een omsingeling van het dorp door de FBI en het leger. Toen na een paar dagen de omsingeling voor korte tijd werd opgeheven, stroomden allerlei sympathisanten vanuit het hele land Wounded Knee binnen. Men riep een onafhankelijke staat uit, wenste alleen nog maar te onderhandelen met de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken en trok zelfs bij de Verenigde Naties aan de bel.

Over en weer vonden de volgende maanden allerlei schermutselingen plaats. Sommige bronnen spraken zelfs van sluipschutters die vanuit helikopters op de Indianen schoten. Aan beide zijden vielen regelmatig slachtoffers en er waren zelfs drie doden te betreuren. Uiteindelijk werd op 5 mei begonnen met de ontwapening van de ‘bezetters’ van Wounded Knee. De regering nam de controle weer over en Richard Wilson bleef zitten. De maanden daarop werden veel tegenstanders hem onder onopgehelderde omstandigheden vermoord.

maandag 8 juni 2015

Focus op Focus (2)

1972
Met producer Mike Vernon, die bekend is van Fleetwood Mac wordt, wederom in Engeland, Focus 3 opgenomen. Sylvia wordt een grote hit. Met weer Mike Vernon achter de knoppen worden een aantal nummers van In And Out Of Focus en Focus 2 opnieuw opgenomen voor de dubbele verzamelaar Moving Waves. Dit produkt zorgt voor de internationale doorbraak, zowel Sylvia als Hocus Pocus worden hits in Engeland en Amerika. In Nederland wint Focus glorieus de in die tijd populaire polls. Ze winnen de categorie beste band, Jan Akkerman is de instrumentalist (Van Leer wordt derde), Focus 2 is elpee van het jaar en ook wordt het viertal uitgeroepen tot trendsetter van 1971. Voor de tweede achtereenvolgende maal staat het kwartet op Pinkpop. De formatie heeft dan ook net de eerste toernee door Engeland achter de rug, die erg succesvol is verlopen. Ook de nieuwe single Tommy doet het goed. Eind van het jaar komt Focus 3 uit. De band is nu op het toppunt van de roem in Nederland, wat bewezen wordt door het feit dat Focus 3 maar liefst 23 weken in de albumlijst blijft staan. In Engeland blijft het succes eveneens aanhouden, zo roept de Melody Maker Focus uit tot meest beloftevolle groep voor 1973. Het viertal gaat regelmatig naar de overkant van het Kanaal om op te treden. Zowel Akkerman als Van Leer maken solo-elpees die goed aanslaan. Zo staat Introspection van Thijs anderhalf jaar in de albumlijst.



1973
De groep heeft het druk met toeren. De tussentijd wordt opgevuld door Hocus Pocus en Sylvia samen opnieuw op single uit te brengen, wederom wordt het een dikke hit. Tijdens een optreden in het Londense Rainbow theater worden opnamen gemaakt die later het jaar als de lp Focus At The Rainbow verschijnt. De eerst toernee door de verenigde Staten vindt plaats, met behoorlijk succes. In Nederland krijgt Focus een gouden plaat voor Moving Waves en de Exportprijs voor het gehele oeuvre. Als de Rainbow lp verschijnt is de band ook in Engeland razend poulair. Focus staat 10 februari op de voorkant van het Britse muziekweekblad Melody Maker. De lezers van het blad verkiezen Jan Akkerman tot beste gitarist ter wereld. De band en de afzonderlijke leden nemen nog meer prijzen mee, zoals de tweede plaats bij groep en Sylvia als de op één na beste single. De langspeler Focus 3 haalt de derde plaats bij lp's en staat Jan Akkerman tiende bij beste instrumentalisten, waar het dan om zijn luitspel gaat. Jan maakt Tabernakel als solo-elpee waarop hij laat horen dat niet alleen Thijs van Leer thuis is in de klassieke muziek. In het najaar gaat het viertal voor de tweede keer naar Amerika, deze keer is de groep hoofdact samen met onder andere Chick Corea's Return To Forever en Joe Walsh. Pierre van der Linden begint in deze tijd aan zijn positie bij de band te twijfelen, maar besluit voor de opnamen van Hamburger Concerto toch maar te blijven. In de studio voor Hamburger Concerto (die op dat moment voor het buitenland als 'Kloten' en voor Nederland als 'Balls' geplanned staat) beslist Pierre toch de groep te verlaten. Hij vormt met Rick van der Linden (ex-Ekseption) en Jaap van Eik (ex-Cuby & The Blizzards) Trace. Voor het eerst(!) wordt op de tv aandacht aan Focus besteed. Er is een Popzien-special over het viertal bij de VARA en de Tros zendt een registratie van het concert in de Rainbow uit. Cyril Havermans (ex-Heralds, ex-Spatial Concept, ex-Big Wheel) richt, nadat hij uit Focus is gestapt, zijn eigen groep Cyril op.

vrijdag 5 juni 2015

Rhythm & Blues in Nederland

Rhythm & Blues is een blues gespeeld met stomende backbeat en in puntige composities. Ontstaan in de jaren vijftig in Amerika onder de zwarte bevolking, een decennium later opgepikt en verder ontwikkeld door blanke jongeren die op zoek gaan naar de wortels van de rock-'n'-roll en beatmuziek.
Rhythm & blues ontstaat in de vroege jaren vijftig als een swingende variant op de blues. Hierbij worden de bluesakkoorden gespeeld met een stomende backbeat, met de nadruk op het (poppy) liedje. De rauwe zwarte dansmuziek is één van de ingrediënten van de rock- 'n'-roll, die enkele jaren later opgang maakt. Binnen de zwarte gemeenschap evolueert rhythm & blues, mede onder invloed van gospel en doowop, tot soul en later tot funk. In de jaren zestig kiest de zwarte jeugd massaal voor die nieuwe varianten. Blanke jongeren daarentegen volgen de weg terug, op zoek naar de roots van de rock-'n'-roll en beat, richting rhythm & blues en blues. Genres die zich bij uitstek lenen om nagespeeld te worden door beginnende muzikanten. Hieruit ontstaat een nieuwe, blanke variant op rhythm & blues, die eind jaren zestig doorontwikkelt tot bluesrock.



Geïnspireerd door Britse rhythm & bluesbands formeert pianist Rob Hoeke - die dan al zes jaar actief is met zijn Boogie Woogie Quartet - in 1965 de Rob Hoeke Rhythm & Blues Group. Hierin dient de boogie als basis voor een mix van blues en beat. De platen van de groep doen het goed, met singles die hits worden. Het album Save Our Souls (1967) verwerft de status van nederpopklassieker.
Kernlid Frank Kraayeveld (bas, zang) richt in 1961 The Bintangs op, te Beverwijk. De rock-'n'-roll is op dat moment hot, en zijn groep speelt dan ook rock & roll-covers. Vanwege de afkomst van de bandleden, wordt de groep als indorock gekenmerkt. Na jaren actief te hebben opgetreden, verschijnt in 1969 de debuutelpee Blues On The Ceiling. De groep speelt inmiddels onvervalste, rauwe rhythm&blues, naar voorbeeld van The Rolling Stones. Genuine Bull uit 1974 wordt de klassieker van de band; de plaat vindt zelfs in Amerika gretig aftrek.

The Motions worden in 1964 opgericht te Den Haag, met zanger Rudy Bennett (ware naam Ruud van de Berg), Robbie van Leeuwen (gitaar), Sieb Warner (drums) en Henk Smitskamp (basgitaar). De groep is nog hetzelfde jaar een van de voorprogramma-acts bij het roemruchte optreden van de Rolling Stones in het Scheveningse Kurhaus. Een jaar, een hit en een debuutplaat later strekt de bekendheid van de groep zich al uit tot de Verenigde Staten en Engeland. De harde, rauwe gitaarsound en frisse, opwindende composities van The Motions slaan goed aan. Nadat Van Leeuwen en Smitskamp de groep in 1967 verlaten - de eerste richt Shocking Blue op, de tweede stapt over naar Livin' Blues -, gaat het groepsgeluid meer richting psychedelica. Impressions Of Wonderful (1968) is de Sgt. Peppers van de lage landen. Met het met de jaren tanen van het succes, valt de groep in 1971 uit elkaar.



Ook uit Den Haag is het in 1965 opgerichte Q65, met kernleden Frank Nuyens (gitaar) en Willem Bieler (zang). De concerten van de Q65 blijken al snel spectaculair, met Bieler die over het podium rolt en een woeste band op keihard volume. In 1966 verschijnt het eerste plaatje You're The Victor. Het is de typische Q-sound: een alle kanten rammelende beat met Bielers zang in nauwelijks verstaanbaar 'Haags' Engels. Een andere Haagse band in het genre in deze periode is The InCrowd, in 1965 opgericht door zanger/toetsenist Wil van der Hurk, met een contract bij Polydor en bekend van de hitsingle I'll Be Free.
Tee-Set wordt in 1965 in Delft opgericht, door zanger Peter Tetteroo. Debuut Emotion (1966) is direct een uitstekende plaat, die een stevige, rhythm&blues-achtige band laat horen. Terwijl in 1967 de hits blijven komen breekt er ruzie uit binnen de band, wat opstappende leden een nieuwe band doet formeren met de naam After Tea. Tee-Set zal daarop transformeren tot popgroep, die zich toelegt op toegankelijke, soms zelfs wat zoete liedjes.
Was in de jaren zestig en de vroege jaren zeventig de rhythm&blues een populair genre, dat wereldwijd de hitparades wist te halen. Sinds de komst van de punk is het een plaats toegewezen aan de zijlijn, een genre voor enkel liefhebbers in plaats van het grote publiek.

woensdag 3 juni 2015

Simon & Garfunkel (deel 6)

Simon doet goede contacten op, onder anderen met Tom Wilson, producer bij het grote Columbia Records (CBS dus), die dan onder meer de supervisie heeft over de platen van Bob Dylan. Simon laat Wilson de song "He Was My Brother" horen en Wilson wil de song kopen voor de groep de Pilgrims. Paul voelt dat hij een spreekwoordelijke voet tussen de deur heeft gekregen en zegt dat hij een hele reeks songs heeft geschreven die net zo goed zijn als dat ene nummer. Hij zegt erbij dat hij ze gewoonlijk met een vriend zingt, die elders in de stad verblijft. Zou Wilson die songs willen horen? Wilson stemt toe in een auditie van het duo, die een demo met vier songs oplevert, waaronder "The Sound Of Silence". De technicus bij deze demo-opnames is Roy Halee, die in de gaten heeft dat de microfoons voor deze songs vrij precies moeten worden afgesteld. Het duo vraagt of ze voor toekomstige opnames met dezelfde technicus mogen werken.

Een passende naam ontbreekt nog. De curieuze artiestennamen van de vorige singles zijn nu ondenkbaar; onze vrienden zijn serieuze folk-artiesten bij een serieus label. Het wordt gewoon Simon & Garfunkel, ondanks enige vrees voor anti-semitische reacties in bepaalde delen van de Amerikaanse maatschappij. Met steun van Tom Wilson gaat Columbia toch akkoord met de naam van het duo.



Simon & Garfunkel krijgen een contract aangeboden en hun eerste elpee verschijnt in de loop van 1964, Wednesday Morning 3 A.M. Op de hoes poseren de twee in verzorgde pakken in een metrostation in New York City, kennelijk net op de terugreis na een optreden in een folk-club. Columbia is voorzichtig met de nieuwe act. Slechts vijf songs zijn van Simon, de rest zijn traditionals en beproefde nummers van andere folk-artiesten. Uiteraard is er een Dylan-cover, "The Times They Are A-Changing" waaraan de heren niets toevoegen. Bijzonder is wel de keuze van "You Can Tell The World" van Hamilton Camp en Bob Gibson, destijds gezochte songwriters en anno 2001 object van een bescheiden cult-following. Een belangrijke cover is "The Sun Is Burning" van Ian Campbell, die in 1963 met de Ian Campbell Folk Group een eerste elpee voor het Engelse folk-label Transatlantic uitbrengt. Deze Folk Group wordt beschouwd als rolmodel voor latere belangrijke moderne folk-bands als Pentangle en Fairport Convention. Simon zorgt nu al voor een sterke band met de Engelse folkscene.






dinsdag 2 juni 2015

Krekel Puzzel #2

Krekel Puzzel #2

 
 
 
 
 
 
 
 
1
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
2
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
3
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
4
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
5
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
6
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
7
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
8
 
 
 
 
 
 
 
 
 
9
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
10
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
11
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
12
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Horizontaal
3. solokoning
4. repetitieruimte
6. repetitiedag
8. waar het in staat
9. zanger
12. zangeres
Verticaal
1. vloeit rijkelijk
2. groep van gerrit
4. popgroep
5. wordt op geblazen
7. blaast de oren van je hoofd
8. worden beroerd door de krekels
10. onze romanticus op de gitaar
11. meester der akkoorden