vrijdag 31 oktober 2014

Muziek en de oude Grieken

De Oude Grieken vatten de muzen poëzie, muziek, toneel, literatuur en filosofie onder één noemer. Eigenlijk is dat misschien wel te prefereren, maar afzonderlijk zijn die muzen ook te bewonderen. Het enige complete liedje uit het Oude Griekenland is overgeleverd via een grafsteen uit de landstreek Ionië (nu Turkije) uit plm. de eerste eeuw voor Christus. Het is zelfs het oudst overgebleven liedje compleet met muzieknotatie dat we kennen. Muziek is al zo oud als de mens, maar we zullen nooit weten hoe die oude muziek moet hebben geklonken, en zelfs het Griekse liedje van Seikilos (de man van de vrouw die in het graf ligt) is een interpretatie van de oorspronkelijke klank. Toch is het heel ontroerend om dit drinklied te horen en erbij na te denken, wat deze Seikilos moet hebben gedacht en gevoeld bij de dood van zijn vrouw. Het liedje vat poëzie, muziek en filosofie samen:
Hoson zēs, phainou
Mēden holōs sy lypou;
Pros oligon esti to zēn
To telos ho chronos apaitei

Schijn, zolang je leeft,
en lijd aan niets,
het leven bestaat slechts korte tijd,
en de tijd eist zijn tol.


woensdag 29 oktober 2014

Leeslint: The Band (10)

In 1983 werd The Band, zonder Robertson, weer bij elkaar gebracht en begon weer te toeren in een acht-mansformatie: Levon Helm, Rick Danko, Richard Manuel en Garth Hudson, aangevuld met Earl Cate (gitaar), Ernie Cate (keyboards), Ron Eoff (basgitaar) en Terry Cagle (drums).
Tijdens een van deze tournees, op 4 maart 1986, pleegde Richard Manuel zelfmoord in een hotelkamer in Florida. Als zanger was Manuel nauwelijks te vervangen (ondanks de hulp van Blondie Chaplin in de rest van dat jaar), maar als pianist werd hij opgevolgd door Stan Szelest, oud-lid van The Hawks die op zijn beurt op 20 januari 1991 overleed door een hartaanval. Hij werd tijdens een tournee vervangen door Billy Preston, die op dat moment echter zulke grote problemen met justitie had, dat hij niet kon ingaan op de uitnodiging om vast lid van The Band te worden.



Rond 1990 werd voor het platenlabel Sony een nieuw album Tombstone opgenomen, met als producer de songwriter Jules Shear, die naast Danko en Helm ook een deel van de zang voor zijn rekening nam. Het album werd nooit uitgebracht, omdat Sony bij nader inzien geen commercieel succes verwachtte van The Band zonder Robertson en Manuel.
Pas in 1993 bracht The Band, voor het eerst sinds The Last Waltz en Islands, weer een album uit: Jericho. De groep bestond nu uit Helm, Danko en Hudson met de nieuwe leden Randy Ciarlante (drums, zang), Jim Weider (gitaar) en Richard Bell (piano). De laatstgenoemde (overleden op 15 juni 2007) had deel uitgemaakt van de begeleidingsband van Janis Joplin. Net als op de volgende albums High On The Hog (1996) en Jubilation (1998), was de muzikale uitvoering vlekkeloos, maar de ware 'geest' ontbrak. Zonder Robbie Robertson bleken de Bandleden niet in staat nieuw materiaal te componeren dat de vergelijking met hun eerste albums kon doorstaan. Robertson gaf te kennen dat hij de nieuwe Band alle goeds toewenste, maar dat hij zich in een andere richting had ontwikkeld en niet meer mee wilde doen. Levon Helm, die nog lang met verbittering over hem sprak, zou dat ook niet geaccepteerd hebben.
Op 10 december 1999 verloor The Band nog een lid toen Rick Danko op 56-jarige leeftijd stierf na een leven vol drugs-problemen. Daarmee was de groep definitief ten einde.
The Band (in de oorspronkelijke samenstelling) werd in 1989 ingevoerd in de Canadian Music Hall of Fame en in 1993 in de Rock and Roll Hall of Fame.

zondag 26 oktober 2014

1962 ♫ ♫ The Rolling Stones



Op 26 oktober 1962 nemen The Rolling Stones in de studio van jazzgitarist Curly Clayton, bij het stadion van voetbalclub Arsenal in Londen, in eigen beheer een grammofoonplaat op. De groep bestaat uit zanger Mick Jagger, gitaristen Brian Jones en Keith Richard, pianist Ian Stewart en drummer Tony Chapman. Opgenomen worden You Can't Judge A Book By The Cover van Bo Diddley, Soon Forgotten van Muddy Waters en Close Together van Jimmy Reed. Een paar dagen later sturen The Rolling Stones deze opnamen naar Neville Skrimshire van EMI Records. Zij krijgen geen reactie. Bij platenmaatschappij Decca is de reactie: "Jullie komen nergens met die zanger." Een versleten exemplaar van deze demo heeft Tony Chapman op 6 april 1988 bij de Philips' Rock'n'Roll Memorabilia-veiling in Londen 6000 pond opgeleverd.
Op 25 oktober 1964 treden The Rolling Stones voor het eerst op in The Ed Sullivan Show. In aflevering 806 van het Amerikaanse tv-programma speelt de groep Time Is On My Side en Around And Around.




donderdag 23 oktober 2014

Bessie Smith (1894-1937)

De “Keizerin van de Blues” wordt ze genoemd en dat is een titel die deze eerste grote jazz- en blueszangeres met verve heeft verdiend. De stem van Bessie Smith komt, ondanks de primitieve opnamekwaliteit van vroeger, nog steeds krachtig over en spreekt een ieder nog steeds aan. De kracht in haar stem schijnt representatief te zijn voor haar persoonlijkheid: ze was grof, vulgair en gewelddadig.



Elizabeth Smith wordt op 15 april 1894 geboren in Chattanooga, Tennessee. Sommige bronnen geven als geboortedatum juli 1892 aan, maar in de regel wordt het eerstgenoemde aangehouden. Zij is de dochter van Williams en Laura Smith. Haar vader was werkkracht en part-time predikant en hij stierf voordat zij hem kon herinneren. Haar moeder komt te overlijden als Bessie negen jaar oud is. Bessie's oudere zus neemt de zorg van de overgebleven kinderen op zich.
Om extra geld te verdienen voor het arme huishouden begint zij samen met haar broer Andrew met zingen en dansen op de straten van Chattanooga. In 1904 vertrekt haar oudste broer Clarence met een rondreizende zanggroep van Moses Stokes. Als hij in 1912 terugkeert naar Chattanooga laat hij Bessie auditie doen zijn managers Lonnie en Cora Fisher. Zij wordt aangenomen, in eerste instantie als danser, en werkt dan in dezelfde show als Ma Rainey, die de jonge zangeres onder haar hoede neemt. En hoewel Rainey zelf een zekere status bereikt wordt zij al snel voorbijgestreefd door haar protegé. Bessie blijft tot 1915 bij Rainey en voegt zich bij het T.O.B.A. (Theatre Owners Bookers Association) vaudeville circuit, waarmee zij haar eigen fanschare in het zuiden en oosten van de VS opbouwt.


In 1920 heeft Smith haar eigen show in Atlantic City en in 1923 verhuist zij naar New York. Zij tekent al snel bij Columbia Records en haar eerst plaat, “Downhearted Blues” van Alberta Hunter met “Gulf Coast Blues” als b-kant, maakt haar een beroemdheid. Op deze opname wordt zij begeleid door pianist Clarence Williams en hiervan worden zo'n 750.000 exemplaren verkocht.
In die tijd ontmoet zij Jack Gee, op wie zij verliefd wordt en waarmee zij op 7 juni 1923 trouwt. Het is echter een stormachtig huwelijk, waarbij beide partners ontrouw zijn. Gee was wel gecharmeerd van het geld dat Bessie verdiende, maar hij kon niet wennen aan de showbusiness en zeker niet aan het feit dat Smith bi-sexueel was.
Bessie Smith werkt in de komende jaren veel en neemt regelmatig platen op. Zij gebruikt topmusici als Louis Armstrong, Joe Smith, James P. Johnson en Charlie Green als begeleiders. Haar versie van “St. Louis Blues” met Louis Armstrong wordt nog steeds als een van de beste opnamen van de twintiger jaren beschouwd. In totaal maakt zij zo'n 160 opnamen voor Columbia, die haar eerst “Queen of the Blues” noemt, maar uit marketingoverwegingen al snel omdoopt naar “Empress of the Blues”.
Haar zomertentshow “Harlem Frolics” wordt een groot succes in de jaren 1925-1927 en met de opvolger “Mississippi Days” zet zij dit in 1928 voort.

In 1929 raakt de blues die zij zingt uit de mode en, hoewel zij op 35-jarige leeftijd in de kracht van haar leven is, zakte haar carrière volledig in. Zij kan de relatie die haar man heeft met zangeres Gertrude Saunders niet verkroppen en verlaat hem, hoewel zij nooit van hem is gescheiden. Smith verschijnt in de korte speelfilm “St. Louis Blues”, de enige filmbeelden die van haar te zien zijn. In deze film, gebaseerd op W.C. Handy's compositie, wordt zij begeleid door de band van Fletcher Henderson, het Hal Johnson Choir, pianist James P. Johnson en een strijkersensemble.
Er volgt nog een kleine hit met “Nobody Knows You When You're Down And Out” en in 1931 wordt zij door Columbia ontslagen. Haar laatste opnamen worden in 1933 onder leiding van John Hammond voor Okeh Records gemaakt, maar Bessie Smith blijft doorgaan met optreden. Zij speelt in het befaamde Apollo Theatre in 1935 en valt in voor Billie Holiday in de show “Stars Over Broadway”. Er was sprake van een come-back, dat zou beginnen met een optreden tijdens het legendarische “Spirituals To Swing Concert” van John Hammond.

Maar dat zou allemaal niet meer gebeuren. Zij raakt op 26 september 1937 betrokken bij een auto-ongeluk op de Route 61 tussen Memphis en Clarksdale. De oude Packard, die wordt bestuurd door haar minnaar Richard Morgan raakt in botsing met een langzaamrijdende vrachtwagen en slaat over de kop. Smiths rechterarm en ribben raken bekneld. In het ziekenhuis wordt haar arm geamputeerd, maar door het grote bloedverlies raakt zij niet meer uit de narcose en zij overlijdt nog dezelfde ochtend. Bessie Smith is maar 43 jaar oud geworden.

John Hammond veroorzaakt een rel en hiermee een jarenlang bestaand gerucht door in november van dat jaar in Downbeat Magazine te schrijven dat Bessie is doodgebloed omdat ze naar een blank ziekenhuis is gebracht en daar is geweigerd. Deze onwaarheid wordt ook tegenwoordig nog steeds verteld. In 1959 vormde dit verhaal zelfs de basis voor de door Edward Albee geschreven eenakter “The Death Of Bessie Smith”.

Bessie Smith is begraven in Philadelphia. Haar lichaam wordt eerst opgebaard in Upshur's Funeral Home en is verplaatst naar O.V. Catto Elks Lodge toen haar dood bekend werd en zij werd bezocht door ongeveer 10.000 rouwenden. Een dag later, op maandag 4 oktober 1937, wordt zij begraven op het Mount Lawn Cemetery in het nabijgelegen Sharon Hill.
Jack Gee verzet zich jarenlang tegen de plaatsing van een grafsteen op haar graf en dit blijft lange tijd ongemarkeerd totdat Janis Joplin en Juanita Green, die als kind als huishoudelijk hulp bij Bessie had gewerkt, er op 7 augustus 1970 een steen met inscriptie op laten plaatsen.

maandag 20 oktober 2014

British Blues Boom

John Mayall's Bluesbreakers is een Britse bluesband, waarvan de samenstelling meerdere keren gewijzigd is.

De band is in 1963 in Londen opgericht door John Mayall, met de hulp van Alexis Korner. In de beginjaren 60 was de blues onder Engelse popmuzikanten enorm populair. Veel Amerikaanse soldaten die in Engeland gestationeerd waren, hadden bluesmuziek bij zich, die ze in diverse clubs lieten horen. Hierdoor ontstond de beroemde British Blues Boom een stroming waarbinnen heel veel Engelse muzikanten van diverse pluimage elkaar troffen. Jeff Beck, Rod Stewart, Ron Wood, Alan Price, Bill Wyman, Eric Clapton, Keith Richards, Manfred Mann, Mick Jagger, Brian Jones, Long John Baldry, Jimmy Page en vele anderen kon men in de Londense clubs als de The Marquee Club en The Flamingo aantreffen, waarin in diverse gelegenheidsformaties blues jamsessions plaatsvinden.

De Bluesbreakers van John Mayall kan gezien worden als een kweekvijver voor heel wat bekende gitaristen. De geschiedenis van de band is onlosmakelijk verbonden met de oprichter en bandleider John Mayall, zijn gitaristen en de albums die werden opgenomen.

De eerste Bluesbreakers bestonden uit Roger Dean op gitaar, John McVie op bas en Hughie Flint op drums. Het live album John Mayall plays John Mayall flopte en ze gingen in 1965 weg bij DECCA. Het leek erop dat John Mayall als bluespurist geen brede erkenning zou krijgen.


John Mayall (Macclesfield (vlakbij Manchester), 29 november 1933) was een van de mensen die de bluesmuziek in de jaren zestig van de twintigste eeuw immens populair maakten. In de door hem opgerichte band John Mayall & The Bluesbreakers, de meest invloedrijke blues-rockband, hebben muzikanten gespeeld als Eric Clapton, Jack Bruce, Peter Green, John McVie, Mick Fleetwood, Mick Taylor en Walter Trout.

John Mayall zou in zijn jonge jaren bekendstaan als een wat autoritaire bandleider. Een anekdote vermeldt dat hij in het busje op de weg terug van een optreden wel eens aan bandleden opdracht gaf een gitaarversterker op schoot te nemen zodat hij languit kon liggen.

Opvallend is dat in de beginperiode het verloop in zijn bands zeer groot is. Wellicht omdat John Mayall experimenteert en zoekende is naar de juiste combinatie en het beste geluid. De band heet ook niet voor niets John Mayall's Bluesbreakers. Steeds weet hij talentvolle muzikanten aan te trekken en in muzikaal opzicht krijgen zij veel kansen van hem. Een feit is dat John Mayall Eric Clapton stimuleert om ook te gaan zingen. John Mcvie is vanaf het begin in 1964 "zijn" bassist van het eerste uur.



Een andere meester-bluesgitarist die bij John Mayall begint is Walter Trout. Deze verklaart op een clinic op 2 april 2007 in Theater Romein te Leeuwarden dat zijn jaren bij John Mayall tot de hoogtepunten van zijn loopbaan behoren: "John Mayall behandelde zijn bandleden alsof ze van goud waren (!)".

vrijdag 17 oktober 2014

De lier & antroposofie

door Mirjam Radder.

De lier is geen dominant instrument, je kunt er niet extreem hard op spelen, maar het doet een sterk appèl op de zachte, tere, kwetsbare gevoelens van iemand. Dit maakt het geschikt om als diagnostisch instrument in te zetten bij o.a. delinquenten. Aan het spel van de cliënt kun je diverse aspecten waarnemen en horen. In hoeverre kan hij zijn gevoel uitdrukken door het aanbrengen van nuances, dynamiek en sfeer? Het vraagt een groot aanpassend vermogen van de speler en kan het zelfvertrouwen vergroten om bewust te luisteren naar de klank die hij maakt, is die scherp en saai (gespannen) of warm en vloeiend (ontspannen). Hoe klinkt zijn spel in de ruimte waar hij speelt en is hij in staat die er sterker bij te betrekken. Luistert hij tijdens het samenspel naar het spel van de andere lierspeler?



De lier is zoals bekend een zeer oud instrument ontstaan rond 2800 jaar voor Christus. Het was een populair instrument in het oude Egypte, maar wordt nu meestal geassocieerd met de oude Grieken. Ook in Afrika en Siberië gebruikt men de lier al heel lang. De lier is een instrument wat werd toegepast om de gemoedszin van belangrijke heersers positief te beïnvloeden, de pijn te verlichten bij zieken en om troost te bieden bij verdriet.

De toonhoogte van de snaren van de lier komen overeen met de zwarte en witte toetsen van de piano met dit verschil dat de snaren van de zwarte toetsen achter de snaren van de witte toetsen liggen.
In deze tijd wordt de lier voornamelijk gebruikt door mensen die opgeleid zijn met de antroposofische mensvisie, daarbuiten is het voor velen een onbekend instrument. Binnen de antroposofie wordt de lier tijdens muziektherapie gebruikt bij verstandelijk gehandicapte kinderen, mensen met psychiatrische stoornissen, bij psychogeriatrische bewoners en in de laatste levensfase.

In de reguliere muziektherapie wordt het als diagnostisch middel ingezet bij delinquenten. Op de vrije school (antroposofisch onderwijs) wordt de lier veelvuldig als begeleidingsinstrument gebruik tijdens het zingen van o.a. peuter en kleuter liedjes en tijdens de euritmie lessen. Kleine kinderen worden in onze tijd belast met een overmaat aan zintuigprikkels. Zij krijgen steeds vroeger indrukken te verwerken die nog niet bij hun leeftijd passen. Mede als gevolg daarvan worden de kinderen druk, chaotisch en ongeconcentreerd. De lier bezit een gerichte zachte, warme en melodieuze klank die als hij goed bespeeld wordt rust en verlichting kan geven en uitnodigt tot aandacht en luisteren. De lier heeft een klank die van de luisteraar vraagt hem tegemoet te komen: wakker te worden. Tegelijkertijd respecteert die klank de eigen binnenwereld; hij komt niet onverhoeds binnen, maar wil uitgenodigd worden (volgens W. Wünsch).

Bij psychogeriatrische bewoners wordt lier in combinatie met zang ingezet bij aanhoudend roepen, verdriet of angst, bij rusteloosheid en eenzaamheid. Muziek kan dan contact brengen, contact met de ander, met de eigen gevoelens en het eigen verleden of wellicht ook met de andere wereld. In de muziek voor stervenden gaat het niet meer om het contact met de ander en om contact met het eigen verleden of gevoel. Het gaat nu om het loslaten van dat alles en om vertrouwen in wat ons tegemoet komt. Teksten hoeven niet altijd gezongen te worden, neuriën is dikwijls de manier om een stemming over te brengen of te delen. Kleine melodieën met een stille of harmonische werking heel geconcentreerd kunnen spelen op de lier is van belang als mede durven te improviseren. Dit laatste is het beste daar je de juiste toon en sfeer op het juiste moment kunt spelen. Lierspel kan bij depressieve mensen verlichtend, troostend en activerend werken. Het zelf spelen vraagt een overgave aan de motoriek en het gevoel, wat een loslaten van het denken in het hoofd maakt. Negatieve denkpatronen kunnen op deze wijze even doorbroken worden. Bij zeer ernstig meervoudig gehandicapten kinderen kan lierspel de overgang van slapen naar waken vergemakkelijken.

Ook kan het lierspel een omhulling, beschermlaagje geven, wat het gericht contact (bijvoorbeeld met de ogen) met de ander stimuleert, omdat zij zich niet met hun lichaam kunnen afsluiten voor prikkels uit de omgeving. Deze kinderen zijn ontvankelijker voor natuurklanken in de zin van andere stemmingen van muziek zoals die heel vroeger in de Atlantische tijd (mensen dachten in beelden) moet hebben geklonken.

De kinderlier is met behulp van een monochord naar die natuurintervallen te stemmen, die in onze oren vals klinken. De natuurseptiem is bijvoorbeeld een geschikte klank om deze kinderen te bereiken, en als overgang te gebruiken naar een ander instrument, de bamboefluit. Binnen mijn muziektherapie maak ik veelvuldig gebruik van de lier zowel passief als luistertherapie, als actief. Opvallend is dat de meest bewegelijke, drukke kinderen graag op de lier spelen en er rustig van worden. In combinatie met het zingen van een lied blijven ze beter bij zichzelf. Het stimuleert hun oog/hand coördinatie en zij kunnen met heel eenvoudige oefeningen al samenspelen.



In de adventtijd, vier weken voor kerst, is er de ommegang op de Michaëlshoeve, wat betekent dat er iedere avond tussen 19.00 en 20.00 uur een paar medewerkers met lierspel en zang langs alle groepen gaan om voor de kinderen in de huizen één specifiek lied te spelen en te zingen. Dat wordt elk jaar herhaald, vooraf door de adventtuin, hierbij wordt eenmalig op zondagmiddag ook door diverse medewerkers en ouders lier gespeeld en gezongen, waarbij om de beurt een kind onder begeleiding van iemand, gekleed als engel, een kaarsje mag branden en in de tuin mag zetten (de tuin bestaat uit takken die in een lus op de grond liggen in de toneelzaal die donker is en met kaarsjes wordt verlicht). Het herhalen geeft herkenning en verbondenheid aan de kinderen, de sfeer is lieflijk en zacht, mede door het lierspel, waardoor het later een fijne herinnering voor het kind kan zijn. Dit laatste is van groot belang daar er steeds meer kinderen worden opgenomen met onveilige hechting door seksueel misbruik en/of afkomstig uit sociaal zwakke milieu’s.

dinsdag 14 oktober 2014

Ierse folk

De muziek van de Ieren is ontstaan uit een lange traditie van samen in de Public Houses (kortweg ‘pubs’, oftewel, kroegen) muziek maken. Dit soort gewoonten hebben altijd overal in Europa (en waarschijnlijk ook wel elders op de wereld) bestaan. Echter, de Ieren zijn er het meest beroemd mee geworden, met hun ‘sessies’ in de plaatselijke kroegen. Wat een sessie nu precies is, waarom nu juist de Ieren zo vasthouden aan hun muziek en wat die muziek eigenlijk inhoudt, is op deze website te lezen, te horen en te zien. Dit onderdeel van de site gaat in op de geschiedenis van Ierse muziek en op enkele ontwikkelingen binnen de Ierse en Schotse muzikale traditie.

Geschiedenis

Zoals in de introductie genoemd, ontstond de Ierse muziek in woonkamers, keukens en pubs. De muziek had een belangrijke betekenis voor de Ieren. Ze zijn eeuwen lang onderdrukt geweest door de Engelsen en hielden hierdoor, om hun identiteit te behouden, erg vast aan hun tradities. Het is altijd een volk geweest dat zich daardoor erg één voelde, met een gezamenlijke taal (het Ierse Gaelic), een rijke historie en een zeer rijke cultuur (met als hoogtepunt toch wel de muziek).
Ierse muziek werd, in de tijd dat de Ieren het door de onderdrukking erg zwaar hadden (met name in de tijd van de ‘Irish Potato Famine’ (hongersnood) tussen 1845 en 1852), vaak gespeeld op een zo goedkoop mogelijke manier. De mensen hadden vaak geen geld om een instrument te kopen. Sommigen hadden een Tin Whistle (een traditioneel Iers fluitje), een bodhrán (een traditionele trommel, gemaakt van een houten ring met daarover een geitenhuid gespannen) of ‘spoons’ (lepels, gebruikt als percussie-instrument). Ook werd er vaak gebruik gemaakt van ‘lilten’, oftewel het ‘zingen’ van de tune (een Ierse vorm van ‘scat singing’ zoals ze dat in de Jazz ook wel doen). Met de mond maakten mensen het geluid van een instrument na en zo werd de tune gezongen (zo zijn er mensen die perfect een banjo kunnen imiteren).

Van halverwege de 19e tot aan het begin van de 20e eeuw, emigreerden er heel veel Ieren naar Amerika (op een gegeven moment woonden er zelfs meer Ieren, of directe afstammelingen daarvan, in Amerika dan in Ierland). Ook daar ging men verder met het maken van de Ierse muziek en hier werden ook de eerste opnames gemaakt. Eigenlijk is dit vergelijkbaar met de manier waarop de Joodse klezmer zich heeft verspreid. Opnames die in Amerika werden gemaakt, kwamen vervolgens weer in het land van herkomst terecht, en beïnvloedden elkaar. Op deze manier zijn instrumenten zoals de piano (vanaf begin 1900) en de gitaar (vanaf ±1950), die eerder niet in de Ierse muziek waren te vinden, opgenomen in de Ierse muziek.
Er is een tijd geweest dat Ierse muziek niet meer zo populair was. Dit kan meerdere oorzaken hebben gehad. Zo was er de opkomst van jongerenculturen vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw. Ook de Ierse jeugd ging zich afzetten tegen hun ouders en het 'establishment'. De traditionele volksmuziek was natuurlijk oubollig en ouderwets. Bovendien kwam de popmuziek op en traditionele muziek werd hierdoor zwaar beconcurreerd. Echter, het mooie van volksmuziek is dat het gemaakt is om te overleven. Het kan zich aanpassen aan de tijd en zo gebeurde het ook met de Ierse muziek. Dit met behulp van verschillende bands, waarvan sommigen kunnen worden gezien als conservators van de traditionele muziek, en anderen als de vernieuwers van deze muziek. Hieronder beschrijf ik enkele van deze 'conservators' en 'vernieuwers'.



Bands: conservators, vernieuwers en verspreiders
Een band die kan worden gezien als conservator is The Dubliners. Bijna iedereen zal wel eens hebben gehoord van deze band. Deze band richt zich met name op het levend houden van de gezongen Ierse volksmuziek. Er worden wel eens tunes gespeeld, maar niet zoveel. Veel mensen krijgen een licht 'Frans Bauer'-gevoel bij het horen van The Dubliners, maar naar mijn mening zijn ze toch veel échter. Zo maken ze meer gebruik van een bestaande traditie en van echte instrumenten, wat ik altijd erg belangrijk vind. Vandaar dat ze ook zo populair zijn bij grote groepen mensen over de hele wereld. Hierdoor hebben ze de Ierse muziek levend gehouden én wereldwijd op de kaart gezet.

Dé andere 'conservator' is de band The Chieftains. In tegenstelling tot The Dubliners, richt deze band zich juist meer op de tunes dan op de songs. Wat deze band een conservator maakt, is dat ze gebruik maakt van de meest traditionele instrumenten en van de meest traditionele tunes, met name in hun beginperiode. Harp, uilleann pipes, viool, houten dwarsfluit, tin whistle en bodhrán, behoren tot het standaard instrumentarium van deze band. Geen gitaar bijvoorbeeld, die pas veel later in de Ierse muziek wordt opgenomen. Wat The Chieftains ook interessant maakt is het globaliseren van de Ierse muziek. Hun latere CD's zijn opgenomen in combinatie met folkbands van overal ter wereld, zoals China, Zuid- en Noord-Amerika en Frankrijk.



Tot slot zijn er nog een aantal bands die de Ierse muziek met name in Ierland zelf weer tot leven hebben gebracht en hebben vernieuwd:  Planxty, Bothy Band, De Dannan, Altan en Lúnasa. Met name nieuwe akkoord-instrumenten zoals de bouzouki (overgewaaid uit Griekenland) en de gitaar (overgewaaid uit Amerika). Hier werd de muziek van deze bands voller, swingender en interessanter om naar te luisteren van. Deze bands bestonden of bestaan uit een aantal grootheden uit de Ierse muziek die elders op deze website beschreven zullen worden (zie hiervoor de sectie over verschillende instrumenten binnen de tradionele Ierse muziek).

zaterdag 11 oktober 2014

Woodstock (4)

Van 15 tot en met 18 augustus 1969 werd op een stuk landbouwgrond te Bethel in de staat New York, VS, het Woodstock Art- en Fairfestival gehouden. Het openlucht-concert werd vooral bekend om de optredens van beroemde en minder beroemde artiesten. Ruim een half miljoen mensen trotseerden regen- en onweersbuien met behulp van wat stimulerende middelen, lekke tenten en heel veel liefde. Bekend zijn de optredens van oa.a. Jimi Hendrix, Joe Cocker, Santana en Janis Joplin, maar in deze serie aandacht voor de optredens en artiesten die in de vergetelheid zijn geraakt.
Arlo Guthrie bijvoorbeeld. Zoon van singer/songwriter en componist Woody Guthrie. Beroemd door zijn protest song Alice's Restaurant, een zgn. "talking-blues"-song dat tjidens optredens door Guthrie kan worden opgerekt tot 45 minuten. Het verhaal, gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, is een protest tegen de Vietnamoorlog. Coming Into Los Angeles is een ander bekend nummer.


donderdag 9 oktober 2014

Muziek en planten


Dat planten leven, dat is geen nieuws maar dat ze ook gevoelens zouden hebben is misschien minder bekend.
Bij proeven door wetenschappers is onbetwistbaar gebleken dat planten wel degelijk reageren op handelingen door de mens. Over de gehele wereld worden proeven uitgevoerd waarbij men elektroden op de planten vasthecht. Als men de plant dan beschadigt, is dit duidelijk op de meetapparatuur af te lezen.

Wetenschappers zouden 200 jaar geleden al vastgesteld hebben dat we zeer gevoelige planten kunnen herkennen wie het goed met hen voorheeft en wie niet. Niet alleen Charles Darwin, maar ook Goethe heeft zich met het gevoelsleven van planten bezig gehouden. Daarbij is toen al vastgesteld dat onbetrokkenheid en routinematig handelen hun levenskracht op den duur doet afnemen. In geen enkel geval mag een plant alleen maar een mooie kamerdecoratie zijn of opvulling die enkel wekelijks een keer liefdeloos water met wat voedsel erin toegediend krijgt.

Het was in 1966 dat de plantkundige Cleve Backster, een Amerikaan, het blad van de Philodendron verbond met een 'leugendetector', om het elektrisch geleidend vermogen te meten van die bladeren als het water van de wortels naar de bladeren gaat. De resultaten waren buitengewoon: alle experimenten waarbij een plant op een of andere manier geschonden werd, had het gevolg dat de wijzer van de meter fel uitsloeg. Toen hij overwoog een blad van deze plant te verbranden, vertoonde de meting een scherpe piek.

Vervolgens werden de tests ook op bolgewassen, sla, sinaasappelbomen en bananen uitgevoerd. Ook deze gaven telkens dezelfde of zeer gelijkende bevestigende resultaten. Alle planten reageerden op aangename of gevaarlijke situaties.
Sir Jagdis Chandler Bose herhaalde de proeven van Backster en dat met... dezelfde patronen. George Bernard Shaw was diep geraakt toen hij in een laboratorium ervoer, dat een kool hevige stuiptrekkingen kreeg als zij werd gekookt. Nog sterker is de gebeurtenis waarbij de elektroden reeds waren aangesloten maar er nog geen experimenten werden uitgevoerd. Om de een of andere reden gaven de meters reeds metingen weer. Men dacht eerst aan technische storingen, tot iemand van het onderzoeksteam ontdekte dat de grote grasvelden buiten het labo werden gemaaid! Toen men de man die daar mee bezig was vroeg om te stoppen, vielen de meters stil! Telkens als hij weer verder ging was er paniek bij de planten in het laboratorium.

Uit een en ander blijkt in ieder geval duidelijk dat planten ook gevoel hebben en ingaan op de gebeurtenissen in hun omgeving. Daarom is het niet moeilijk om te begrijpen dat zij ook reageren op muziek. Klassieke en rustige muziek stimuleren de groei heel duidelijk. Daarentegen waren de planten die in een overeenkomstig onderzoek blootgesteld werden aan scherpe, agressieve muziek aan het einde van de onderzoeksperiode zichtbaar gestresst en meetbaar kleiner. Ze floreren spectaculair goed als ze op een vriendelijke manier worden verzorgd en als er een goede stemming hangt. Vanzelfsprekend zullen deze onbekende positieve krachten alleen maar tot uiting komen, als ook aan de basiscondities voor een goede groei wordt voldaan. Zonder dat zou ook de meest tedere behandeling geen succes kennen.

De planten houden dus blijkbaar van gezelligheid. Daarbij is het hen blijkbaar om het even of ze zich onder soortgenoten vertoeven of in het gezelschap van mensen. Zo zouden planten beter groeien naargelang hun oppas meer thuis is. Misschien is dat de verklaring voor het feit dat solitaire planten het niet zo goed willen doen. Volgens de onderzoekers moet je zoveel mogelijk tegen uw planten spreken en ze daarbij niet vergeten van de bladeren te strelen. Een vreemde werkwijze, maar duidelijk met zeer goede resultaten.



Ongelooflijk was de uitslag van het onderzoek waarbij Backster wilde ontdekken of planten misschien zelfs gedachten bezitten. Een medewerker van Backster, die de planten voor de test niet kende, kreeg de opdracht enkele testplanten ruw te behandelen en er schade bij aan te brengen. Verschillende vreemde personen moesten enkele uren later voorbij de beschadigde planten passeren. Hierop reageerden de planten niet. Toen de ruwe assistent voorbij kwam waren er ineens zeer hevige reacties bij de planten waarneembaar. Zelfs de planten die als getuigen de misdaden hadden meegemaakt reageerden. Hierdoor werd een duidelijk bewijs geleverd omtrent het gevoel van een plant.

De meeste onderzoekers die deze fenomenen optekenden werden door hun collega’s niet ernstig genomen. Toch heeft ze dat tot nu toe niet weerhouden hun onderzoeksresultaten bekend te maken om zo het onbekende leven van de plant een klein stapje vooruit te helpen.
Nu u dit alles heeft gelezen kunt u misschien iets vaker een klassiek muziekje aanzetten, al is het dan maar als excuus dat het goed is voor uw kamerplanten. In elk geval als u begint te hakken of te wieden, zit er dan maar niet al te erg mee in.
Auteur: Vossaert Kurt

woensdag 8 oktober 2014

Bach

Paul Simon baseerde in 1974 zijn American tune op een passage uit de Matthäus Passion. Daarmee was Simon niet de eerste popmuzikant die zich liet inspireren door het werk van Johann Sebastian Bach. De Engelse popgroep Procol Harum gebruikte het Air van Bach in 1966 als basis voor de hit A whiter shade of pale. Jethro Tull haalde een vergelijkbare stunt uit met Bachs Bourée. Blackbird van het The White Album uit 1968 ontstond uit de vereenvoudigde vorm van dit zelfde nummer. Zelfs bij All you need is love is een thema van Bach verwerkt, zij het overstemd door Glenn Millers In the mood. De klassiek geschoolde popgroep The Nice en zeker Emerson, Lake And Plamer, maar ook Yes en in Nederland Ekseption en Thijs van Leer zijn voorbeelden van Bach aanhangers.


maandag 6 oktober 2014

In Alle Staten: Michigan

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian Wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze 23e aflevering:
Michigan
USA
Michigan doet zeker mee in de strijd om meest muzikale staat van de VS. The Four Tops, Smokey Robinson, Bill Haley, Madonna, need I say more ? Yes:  Diana Ross en Stevie Wonder !


donderdag 2 oktober 2014

Rock Around The Clock

Dacht ik toch dat Bill Haley Rock Around the Clock als eerste op de plaat zette...Niks daarvan ! Sonny Dae and his Knights verdienen de credits !


ROCK AROUND THE CLOCK (1953)
(Jimmy De Knight/Max Freedman)

Originele Opname : Sonny Dae & His Knights (1953)

Dit was een obscuur western swingbandje. Zeer locale hit in Philadelphia, pas uitgebracht in maart ’54. Auteurs zijn muziekuitgever James Myers (pseudoniem: Jimmy De Knight) en Tin Pan Alley-veteraan Max Freedman (schrijver van Sioux City Sue en Song Of India).

Eigenlijke originele titel: (We’re Gonna) Rock Around The Clock. De tekst is gebaseerd op die van Round The Clock dat Wynonie Harris in 1945 al opnam voor Aladdin met Johnny Otis’ All Stars (zie daar). Niet te verwarren met Sam Theards Rock Around The Clock, opgenomen door Hal Singer voor Mercury in 1950, ondanks tekststuk “One for the money, two for the show, three make ready, four let’s go, let’s rock”! Ook de herhaalde “rock around the clock” daaruit werd door Sonny Dae overgenomen.

Sonny Dae & His Knights maakten enkel deze single.

Bill Haley kreeg dit voorgeschoteld door muziekuitgever en coauteur James Myers (die tevens zijn manager was) en nam het op in ’54 voor Decca als B-kant van Thirteen Women. Toen bleef Rock Around The Clock nog relatief onopgemerkt maar in ’55 kwam de film Blackboard Jungle uit met Haley en zijn song volop in de soundtrack en toen gingen de zaken pas echt aan het rollen. Blackboard Jungle was een controversiële film waarin Glenn Ford als leraar zonder gezag het moest opnemen tegen een stel baldadige leerlingen. De film was KNT in Memphis, in Milwaukee werden vier scenes weggeknipt, In Boston liep de openingssequens (die met Rock Around The Clock) zonder klank, in Atlanta werd de film botweg verboden en op het filmfestival van Venetië werd hij van het officiële programma gehaald op vraag van de US ambassadeur. Geen betere publiciteit denkbaar en juist toen brachten Haley en zijn Comets de song opnieuw uit en kon Rock Around The Clock rustig de eerste rock-’n-roll wereldhit worden. Of hoe zelfs die al niet zonder clipje kon. Loste in Amerika Perez Prado’s Cherry Pink And Apple Blossom White af aan de top. Enkel van White Christmas en Candle In The Wind zijn meer single-exemplaren verkocht. maakten enkel deze single.