dinsdag 30 juli 2013

Gypsy Jazz & Swing (deel 6)

Zigeuners waren in de ogen van de 'gadjo's' (niet-zigeuners) mysterieus en exotisch. Hun vrijheidsdrang sprak avonturiers aan. Vincent van Gogh schilderde een kampement van Roma in de buurt van zijn woonplaats Arles. Rond dezelfde tijd, in het midden van de negentiende eeuw, schreef de Oekraïense dichter Yevhen Hbranka het lied Ochi Cherniye (Donkere ogen) over de betoverende ogen van een zigeunerin.

De zigeunerinnen werden door niet-zigeuners gezien als sexy, zinnelijk en zelfs losbandig. Dat is opmerkelijk, omdat de Roma eeuwenlang strikte codes hadden wanneer het ging over de omgang tussen man en vrouw. Zo is het nog altijd zo dat een vrouw als maagd het huwelijk in moet gaan.

Bandeloosheid is een ander vooroordeel over zigeuners. Het nomadische en vrijheidslievende karakter van de zigeuner inspireerde in de jaren zestig menig hippie. Gypsy woman was een hit voor vele artiesten en Jimi Hendrix noemde zijn begeleidingsgroep The Band Of Gypsies.

Natuurlijk zijn er veel gadjo’s die gegrepen worden door zigeunermuziek en daar mee aan de haal gingen, soms met prachtig resultaat. De Bosnisch/Servische componist Goran Bregovic zette de blaasmuziek van de zigeuners in het midden van de jaren negentig op de kaart. Critici betichtten hem van plagiaat, maar Roma-artiesten als Boban Markovic wisten ook goed van deze opleving te profiteren. In Nederland speelt Parno Gadje (letterlijk: de witte niet-zigeuners) een mix van folk en zigeunermuziek. Ook onstonden er mengvormen waarin zigeuners en gadjo’s met elkaar samen speelden. Een succesvol voorbeeld is Gogol Bordello, een Amerikaanse groep rond de in Oekraïne geboren zanger Eugene Hütz. Ze trakteren de wereld op hun zelfverklaarde ‘gypsy punk’. Ook electro (Shukar Collective) en hiphop krijgen een ‘gypsy makeover'. In Oost-Europa is een combinatie van dancebeats en zigeunermelodieën populair.



De Roma gaan ambivalent om met deze stereotypen. Zo belandde Ochi Cherniye (meestal onder de titel Les Yeux Noirs) ondanks de vooroordelen, op het repertoire van menig zigeunergroep. Er is zelfs een zigeunergroep met de naam Les Yeux Noirs. Wellicht omdat zij heel goed weten hoe het is om in de donkere ogen van zo´n gedroomde vrouw te verdrinken…

Het is ook een mooie metafoor voor de zigeunermuziek zelf. De muziek, die van generatie op generatie luisteraars weet te boeien, te verleiden en te vervoeren.

zaterdag 27 juli 2013

J.J. Cale overleden



De Amerikaanse blues- en countrymuzikant J.J. Cale is vrijdag 26 juli 2013 overleden.
Hij bezweek aan een hartaanval in een ziekenhuis in La Jolla in Californië, zo is op zijn website te lezen.

Cale - geboren in Oklahoma City - wordt gezien als een van de grondleggers van de 'Tulsa sound', een mix van de genres rockabilly, rock 'n' roll, en blues.

John Weldon Cale, bekend van onder meer nummers als Cocaïne en After midnight, is 74 jaar oud geworden. De muziek van de nogal bescheiden singer/songwriter Cale werd vooral bekend door de uitvoeringen van stergitarist Eric Clapton van de twee genoemde nummers. Zelf bleef Cale enigszins op de achtergrond.

Zijn muziek wordt gekenmerkt door een wat lijzige, kabbelende stijl. Een van zijn bekendste albums is zijn debuutalbum Naturally dat in 1972 verscheen.


JJ Cale Has Passed Away

JJ Cale passed away at 8:00 pm on Friday July 26
at Scripps Hospital in La Jolla, CA.

The legendary singer / songwriter had suffered a heart attack.
There are no immediate plans for services.
His history is well documented at JJCale.com, rosebudus.com/cale,
and in the documentary, To Tulsa And Back.

Donations are not needed but he was a great lover of animals so, if you like,
you can remember him with a donation to your favorite local animal shelter.

Andy Warhol hoezen


Andy Warhol is de belangrijkste vertegenwoordiger van de popart, maar werpt zich in de begindagen van The Velvet Underground ook op als manager. Het geeft de rockgroep de nodige credibility. Hij bezorgt de band een platencontract en op zijn voorspraak komt het fotomodel Nico bij de band. Warhol schrijft pas echt geschiedenis door z'n ontwerp van één van de bekendste platenhoezen uit de muziekgeschiedenis: de bananenhoes.

Als Mick Jagger in 1969 de Nederlandse graficus M.C. Escher benadert om de hoes van de nieuwe Stones-lp te ontwerpen, krijgt hij nul op het rekest. Escher weigert, officieel omdat hij geen tijd heeft. Al zal Jaggers al te amicale briefaanhef "Dear Maurits" ook niet hebben geholpen. "It's Mr. Escher for you", is het korzelige antwoord van de kunstenaar. Jagger plaatst het idee in de ijskast. Als hij twee jaar later weer een kunstenaar benadert voor een hoesontwerp, vindt hij wel gehoor bij Andy Warhol. De hoes van Sticky Fingers is minstens zo omstreden als de bananenhoes.

woensdag 24 juli 2013

It’s Only Rock’n’Roll

In Musicland in München nemen The Rolling Stones op 24 juli 1973 It’s Only Rock’n’Roll op. De demo is in de privé-studio van Ron Wood van The Faces gemaakt. Hierop spelen Mick Jagger en Ron Wood op gitaar, Willie Weeks op bas en Kenny Jones van The Faces op drums. Eén jaar later, op 26 juli 1974, wordt It’s Only Rock’n’Roll op single uitgebracht. Het nummer wordt vooral bekend door de clip. Die eindigt in een groot schuimbad waarin drummer Charlie Watts kopje onder gaat.


donderdag 18 juli 2013

Toonladderpatronen

Onderstaand mijn versie van de toonladder patronen over de hele hals. Deze wijkt wat af van wat je vaak tegenkomt. Ik benoem en nummer de toonladder patronen namelijk paralel aan de modi, die je krijgt, als je de eerste noot van het patroon als tonaal centrum [grondtoon] hanteert.

Dit omdat het belangrijk is dat je niet alleen de patronen in je hoofd stampt, maar deze ook in een muzikaal kader kan plaatsen ten opzichte van modi, akkoordgrepen en arpeggio's. En ook vanuit het belang om je bewustzijn te ontwikkelen m.b.t. het tonale centrum [de grondtoon].

Ik ben uiteraard uitgegaan van E mineur (=G majeur), de ultieme gitaartoonsoort ;-)

Ik kan aanraden om de patronen te oefenen met verschillende tonale centra. Dus netjes beginnen en eindigen op de noot die je als tonale centrum kiest en ook benadruk je het tonale centrum door de noot in kwestie langer aan te houden dan de rest van de noten.

Zo kun je alle patronen denken en spelen als E-mineur door te beginnen bij de lage E en op de E snaar omhoog te lopen totdat je het patroon tegenkomt dat je wilt oefenen en vervolgens het patroon af te rollen.

Daarnaast kun je elk patroon spelen en denken vanuit de modus waaraan het patroon zijn naam ontleent. Dus dan hanteer je de eerste noot van het patroon als tonaal centrum.

* Alleen de rondjes geeft pentatonisch, aangevuld met kruisjes geeft de volledige zeventonige toonladders

Toonladderpatroon/Modus 6 : Aeolisch (=natural minor)


Toonladderpatroon/Modus 7 : Locrisch (min.b2b5) of Ionisch (=majeur)


Toonladderpatroon/Modus 1 : Ionisch [a.k.a. stretch pattern]


Toonladderpatroon/Modus 2 : Dorisch (minor with #6)

(* Dorisch is compatible met de pentatonische box)

Toonladderpatroon/Modus 3 : Phrygisch (minor with b2) of Lydisch

(* Phrygisch is compatible met de pentatonische box)

Toonladderpatroon/Modus 4 : Lydisch (major with #4) [strech pattern 2]


Toonladderpatroon/Modus 5 : MyxoLydisch (major with b7)


Toonladderpatroon/Modus 6 : Aeolisch 2 (zonder open snaren)

dinsdag 16 juli 2013

Muziek en dopamine

Muziek blijkt hetzelfde effect te hebben op de hersenen als drugs, eten en seks. Dat zeggen Canadese onderzoekers van de McGill University.

Wanneer je luistert naar je favoriete muziek komt er namelijk dopamine vrij. Deze 'genotstof' wordt ook aangemaakt onder invloed van drugs, seks en het eten van een lekkere maaltijd.

Voor het onderzoek kregen proefpersonen de opdracht instrumentale muziekstukken uit te zoeken die hen kippenvel bezorgden. Terwijl de deelnemers naar de muziek luisterden, werden verschillende psychologische factoren gemeten, zoals de hartslag, ademhaling en transpiratie.

De personen die hun favoriete muziek hoorden, vertoonden een stijging van het dopamineniveau met 6 tot 9 procent. Eén persoon vertoonde zelfs een stijging van 21 procent.

Uit eerdere studies met drugs zoals cocaïne blijkt dat het dopamineniveau in de hersenen met 22 procent stijgt. Het eten van een lekkere maaltijd veroorzaakt een stijging van 6 procent.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Neuroscience.

maandag 15 juli 2013

Geschiedenis van de gitaar (6)

Ondanks alles luisterde de massa na de Tweede Wereldoorlog niet naar jazz- en countrygitaristen, maar een nieuw soort muziek bracht in het midden van de jaren vijftig overal verandering in. Te midden van de melige crooners en vertolkers van zoetsappige ballads stond de koning van de rock & roll op. Gewapend met sensuele lippen, wiegende heupen, lange zwarte haren en brede bakkebaarden, gekleed in strak leer en puntschoenen, 80 kilo pure seks en kracht: de vrachtwagenchauffeur uit Tupelo genaamd Elvis Presley.
Hij was een volslagen nieuw verschijnsel en de Amerikaanse jeugd, die zich als een redelijk homogene subcultuur begon te ontwikkelen, had een nieuwe held gevonden, die door hun ouders werd gehaat. Hij was perfect!

Iedereen had al gauw door dat deze kronkelende maniak geen gewone muzikant was. Één van zijn belangrijkste kenmerken was dat hij gitaar speelde. Hij sloeg wild aan, drukte het instrument met een klap tegen zijn lichaam, zwaaide het rond en liet het achter zijn rug glijden. Het was puur en explosief show-werk, en toen Elvis naar de duizelingwekkende hoogten van zijn legendarische superstatus rees, was hij vergezeld van zijn maatje: het doosje met de zes snaren.

Elvis was vriendelijk, religeus en respecteerde boven alles zijn ouders. Ondanks dat hij zijn eerste plaatje voor z'n moeder maakte, werd hij aangevallen door fatsoensrakkers en conservatieve radiomakers omdat hij volgens hen een slechte uitstraling zou hebben op de jeugd. De nieuwe generatie echter stond achter Elvis en kocht in 1956 10 miljoen platen van hem. Velen zijn dankzij Elvis gitaar gaan spelen. De jeugd keek naar Elvis en zei: 'Wat hij kan, kan ik ook.' Wat het gitaarspelen betreft hadden ze gelijk, nummers als Hound Dog, Surfin USA, This land is your land, Mr. Tambourine Man en vele andere van dit soort liedjes waren eenvoudig na te spelen. Evenals andere rock, blues, country en folknummers van B.B. King, Bob Dylan, Joan Baez, The Rolling Stones en vele anderen.



Elvis zelf was niet meer en niet minder dan een gemiddelde gitarist. Het echte gitaarwerk werd gedaan door zijn vaste gitarist en vriend Scotty Moore, die eigenzinnige en originele riddles bedacht, die zo typerend zijn voor de rock & roll.Ook niet onbelangrijk voor het succes was het componisten duo Jerry Lieber en Mike Stoller, die garant stonden voor vele hits.En niet te vergeten Elvis manager, Colonel Tom Parker. De in 1909 in Breda geboren, als Andreas Cornelis (Dries) van Kuijk, voelde haarfijn aan hoe de muziek en het fenomeen Elvis Presley aan de man gebracht moest worden.Na zijn militairedienst, die bewust door Colonel Parker was gepland, werkte Elvis aan een comeback. In het midden van de jaren zeventig reikte The King weer naar de top. Het succes werd hem echter fataal. Op 16 augustus 1977 overleed Elvis op zijn landhuis Graceland in Memphis aan de gevolgen van overtollig (medicijn) gebruik.
Na zijn dood werd Elvis echter populairder dan ooit, zijn platen/cd's worden nog altijd gretig gekocht. Titels worden weer opnieuw uitgebracht en hebben nog steeds niet aan kracht verloren getuige het feit dat ze wederom torenhoog de hitlijsten inschieten.

zondag 14 juli 2013

Johnny Cash top 50 nummer 5: Folsom Prison Blues


Tijdens zijn militaire dienst in Duitsland zag Cash de film Inside The Walls of Folsom Prison. Hierop baseerde hij zijn Folsom Prison Blues een track is van zijn debuutelpee Johnny Cash with His Hot and Blue Guitar. Op 13 juni 1968 trad Cash zelf op in Folsom State Prison, California (zie locatie). Ook hiervan werd een album van gemaakt.

Johnny Cash - Main Performer, Vocals
Luther Perkins - Electric Guitar
Marshall Grant - Bass
Sam Phillips - Producer

zaterdag 13 juli 2013

The Kinks (deel 3)



Na een scheiding van zijn vrouw Rasa, in de zomer van '73, stort Davies zich in een maniakaal tempo op zijn werk, dat in de jaren zeventig voornamelijk bestaat uit het schrijven van conceptalbums die live met een uitgebreide theatershow worden gepresenteerd. Op Preservation Act I, Preservation Act Ii, Soap Opera en Schoolboys In Disgrace missen The Kinks echter de muzikale subtiliteit die hun eerdere platen zo aantrekkelijk maken.
In '77 stapt de groep over naar de Amerikaanse platenmaatschappij Arista en wordt John Dalton vervangen door Andy Pyle. Op Sleepwalker voegen The Kinks echter weinig aan hun voorgaande platen toe en tijdens het optreden op het Pinkpop-festival dat jaar wekt de groep de indruk volledig uitgeblust te zijn. Misfits is echter de beste Kinks-plaat in tijden, die met Rock 'N' Roll Fantasy weer een klassieker bevat. Low Budget is een stevige, tegen de hardrock aanleunende plaat die in de Verenigde Staten een groot succes wordt. Voor deze plaat zijn Pyle en Gosling vervangen door Jim Rodford (ex-Argent) en Ian Gibbons. Het dubbele live-album One For The Road doet de in Europa verflauwde belangstelling voor de groep weer opleven, wanneer het tien jaar oude Lola in de live-versie opnieuw naar de eerste plaats van de hitparades klimt.
Ook gedurende de rest van de jaren tachtig kan het oude Kinks-materiaal rekenen op een warme belangstelling bij publiek en medemuzikanten. Van Halen scoort een hit met You Really Got Me en Chrissie Hynde, met wie Davies in het begin van de jaren tachtig kortstondig gehuwd is, heeft met haar groep The Pretenders hits met Stop Your Sobbing en I Go To Sleep.
Met de platen van The Kinks zelf blijft het behelpen. Ray Davies slaagt er op Give The People What They Want, State Of Confusion, Word Of Mouth, Think Visual, de live-plaat The Road en Uk Jive maar zelden met de trefzekere toon van zijn vroegere werk te evenaren en gitarist Dave Davies misbruikt de liedjes van zijn broer om zijn frustraties over een mislukte solocarrière als heavy metal-gitarist te kunnen botvieren. Slechts de hitsingle Come Dancing en het nummer Quiet Life uit de film Absolute Beginners ('86), waarin Ray Davies zelf ook acteert, zijn echt de moeite waard. In '84 verlaat drummer van het eerste uur Mick Avory de groep. Hij wordt vervangen door Bob Henrit (ex-Argent). In datzelfde jaar verschijnen er twee biografieën over The Kinks, de officiële van Jon Savage en het goed gedocumenteerde The Sound And The Fury van Johnny Rogan, dat een onthullend kijkje achter de schermen biedt. Return To Waterloo is een weinig geïnspireerde soloplaat waarmee Ray Davies aan de verplichtingen aan Arista voldoet.


donderdag 11 juli 2013

Herman Brood

Herman Brood werd op 5 november 1946 geboren in Zwolle. Brood kreeg zijn eerste pianolessen in 1959. Herman was erg intelligent, maar kwam op school niet mee. Hij had er een hekel aan om mee te lopen in het keurslijf. Regelmatig klom hij op school door het raam naar buiten, richting vrijheid. Veel liever zat hij achter de piano en eindeloos te oefenen om zich moeilijke akkoorden eigen te maken. De piano stond in de woonkamer van het huis die grensde aan de machinefabriek van zijn vader. Nachtenlang, het liefst in donker oefende hij met pianospelen. Altijd vergezeld door het gejank van hond Pat. Ook tekende hij in die tijd al heel veel. Als Herman weg was, was hij vaak te vinden op een kamertje boven het magazijn van de fabriek. In alle stilte zat hij daar dan te tekenen.
Herman ging in 1964 naar de Kunstacademie in Arnhem en richtte daar The Moans op. De band deed veel optredens voor Amerikaanse militairen in West-Duitsland en Brood kreeg wel eens een pilletje toegeschoven om wakker te blijven. Zo begon zijn verslaving. In 1967 stapte hij over naar Cuby and the Blizzards. Hij ontmoette de toenmalige Miss Groningen Tekie Buissink, met wie hij een kortstondige relatie had. Op 24 mei 1968 werd hun zoon Marcel geboren. Toen de platenmaatschappij vernam dat hij drugs gebruikte werd hij uit de band gezet.
Begin 1974 deed hij Herman mee aan een Cuby and the Blizzards-reÃ_nie voor het VARA-televisieprogramma Nederpopzien. Vanaf dit moment pakte hij zijn muzikale carrière weer op. Hij speelde korte tijd in de Noord-Hollandse formatie Stud en nam een album op met onder andere Jan Akkerman onder de naam 'Flash & Dance Band'. Vervolgens trad hij toe tot de band Vitesse. Na het debuutalbum in 1975 verliet hij deze weer. In 1976 vond een cruciale ontmoeting plaats. Brood speelde mee in Cuby and the Blizzards, die voor korte tijd was heropgericht, toen hij in café 't Pleintje in Winschoten de naald van zijn injectiespuit in een prullenmand liet vallen. De eigenaar van het café, Koos van Dijk, kwam binnen toen Brood in de prullenmand op zoek was naar zijn naald. In plaats van Brood buiten de deur te zetten, keerde Van Dijk de prullenmand om en zocht ijverig mee. Vanaf dat moment trad Van Dijk op als Broods manager; hij zou dit blijven tot Broods dood in 2001.
Brood verliet Cuby and the Blizzards en begon zijn eigen formatie: Herman Brood & His Wild Romance. In 1977 kwam het album Street uit dat enthousiast werd ontvangen. In 1978 volgde Shpritsz. De single Saturday Night werd een grote hit. Duitsland en Frankrijk raakten geïnteresseerd. Brood werkte in 1979 mee aan de film Cha Cha van Herbert Curiël en trad in de film in het huwelijk met punk-operazangeres Nina Hagen. In hetzelfde jaar vertrok hij naar de Verenigde Staten. Maar een Amerikaanse tournee werd geen succes en het in de VS geproduceerde album Go Nutz (1980) werd zowel daar als in Nederland afgekraakt. Hierop viel Wild Romance uit elkaar en zakte de carrière van Brood in.
In 1985 trad hij in het huwelijk met Xandra Jansen, samen hadden ze twee kinderen, Lola (1985) en Holly (1994), en een aangenomen dochter Brenda (1979). Zijn dochter Holly zong in Kinderen voor Kinderen (2006) en Kinderen Zingen Met Sterren (2008). Holly speelde ook mee in de musical Ciske de Rat In de jaren daarna waaierde zijn carriere uit. Brood acteerde in een toneelstuk en een speelfilm, maar vooral in zijn eigen leven. Ook werd hij steeds actiever als kunstschilder. Hij werkte op groot formaat en met felle kleuren, waarbij zijn werk stond in de traditie van de Cobra. De keuze voor primaire kleuren kwam grotendeels voort uit noodzaak, omdat hij kleurenblind was. Vaak bracht hij met zwarte verf letters aan op zijn werk. De handtekening 'brood' vormt veelal een opvallend onderdeel van het schilderij.
Brood bleef daarnaast actief in de muziek, maar zijn albums uit deze periode haalden niet meer het niveau van Shpritsz. Beroemd werd hij met zijn openlijke uitspraken in de pers over seks en drugsgebruik. Hij genoot van alle aandacht en werd de bekendste harddrugsgebruiker in Nederland; de 'nationale knuffeljunk'. Door het gebruik van alle genotmiddelen was zijn lichaam tegen 2001 geheel uitgeleefd. Pogingen om gedwongen af te kicken hadden geen succes. Toen het leek alsof hij nog maar een paar maanden te leven had nam Brood zelf het heft in handen en pleegde zelfmoord. Op 11 juli 2001 sprong hij van het Amsterdamse Hilton Hotel. Hij liet een afscheidsbriefje achter bij de bar met o.a. de tekst "maak er nog een groot feest van".



Harry Muskee - Vocals Herman Brood - Piano / voc.Eelco Gelling - Guitar Hans Lafaille - Drums
Herman Deinum - Bass David Hollestelle (JR) - Guitar

woensdag 10 juli 2013

In alle Staten: Delaware

De 51 Amerikaanse staten hebben ieder zo hun eigen favoriete en succesvolle artiest.
In de komende 51 afleveringen komen alle staten aan bod met een kort overzicht van de artiesten die, behalve er geboren zijn, zich het meest met die staat identificeerden. Bekende voorbeelden: Arkansas-Johnny Cash, Californië-Brian wilson (Beach Boys), Georgia-Ray Charles en Texas-Buddy Holly.

Maar wie vertegenwoordigt Hawaii, Alaska, Florida of New York ?

In deze achtste aflevering
Delaware
USA
Toegegeven: ik wist niet eens precies waar het lag, en na enig speurwerk zijn haar vertegenwoordigers mij ook niet zo bekend. Hoe zal het leven zijn in Delaware. In ieder geval is zijn bekendste muzikant George Thorogood (1950). Deze bluesrock gitarist debuteerde in 1976 met zijn band The Destroyers, speelde begin jaren '80 in het voorprogramma van de Stones, maar werd vooral bekend met het nummer Bad to the Bone:


maandag 8 juli 2013

Paniek en Psychose

Mondharmonica helpt tegen paniek en psychose


 Niet alleen longpatiënten, maar ook psychiatrische patiënten kunnen baat hebben bij mondharmonicatherapie. Mensen met angst- en paniekstoornissen of psychoses hebben minder klachten als zij wekelijks les krijgen in het spelen op een blaasinstrument.
Dat zegt Herman van der Knaap, verpleegkundige met een conservatoriumopleiding, in het Algemeen Dagblad. ‘De kracht van de mondharmonica is dat het je ademhaling op een leuke, gezellige en gemakkelijk manier verbetert’, vertelt de verpleegkundige. Met zijn ontdekking heeft hij zelfs een innovatieprijs in de zorg gewonnen.
Wanneer zijn cursisten ergens last van hebben, kunnen de ademtechnieken helpen. Zo hoort een van zijn patiënten al vijfentwintig jaar stemmen. Van der Knaap: ‘Maar in het uurtje dat hij les krijgt, heeft hij nergens last van, vertelde hij laatst.’ Bron: Website Volkskrant

zaterdag 6 juli 2013

Muziek en de duivel

De man op het verlaten kruispunt wacht. Het is middernacht en hij begint te spelen op zijn gitaar. In de stilte brengt hij zijn beste liedje ten gehore. Plots verschijnt er een duistere man. Zonder hem aan te kijken geeft de gitarist zijn gitaar aan deze man, die er een liedje op speelt. De gitarist heeft hiermee zijn ziel aan de duivel verkocht, want de duistere man was de duivel, en nu kan hij alles spelen wat in hem opkomt.

Dit klassieke verhaal, de ‘crossroadmythe’, heeft aan de wieg gestaan van het beeld dat over de blues is ontstaan: muziek van de duivel, gemaakt door hopeloos verdoemde mensen. De werkelijkheid is anders. De geschiedenis van de blues is doorspekt met misvattingen, onbegrip en racisme. Het is een verhaal over misstanden in de gesegregeerde Amerikaanse maatschappij van rond 1900, verkeerd geïnterpreteerde mythologie en zowel muzikale als maatschappelijke invloeden uit Amerika, Europa en Afrika.

Een mengelmoes van invloeden

In 1865 werd de slavernij in Amerika afgeschaft en daarmee werd de zwarte bevolking van het land vrij. Het klinkt mooier dan het in werkelijkheid was. Slaaf of geen slaaf; in de ogen van vrijwel elke blanke bleef een zwarte man of vrouw volledig ondergeschikt en minderwaardig. Voor de zwarte bevolking veranderde er dan ook weinig. Men kampte met een gigantische werkloosheid, armoede en een uitzichtloze toekomt. Muzikanten voelden geen enkele behoefte om te zingen over de geneugten van het Amerikaanse leven, zoals de blanken deden. Men zong over wat men zag en het rooskleurige beeld van de traditionele blanke muziek was daar volstrekt niet op toe te passen. De blues was rauwe muziek en muzikanten zongen over de misstanden en ellende die ze aan den lijve ondervonden. De duivel, die voortdurend in hun teksten opdook, was een metafoor bij uitstek om die ellende te omschrijven.

De traditionele, blanke muziek heeft echter wel enige invloed gehad op de blues. De belangrijkste instrumenten uit die muziek waren gitaar, banjo en fiddle en deze vonden tot op zekere hoogte doorgang in de blues. Bij het ‘sliden’, de zo typerende gitaartechniek, wordt de hand op een zelfde manier over de hals van de gitaar bewogen als bij het spel op een fiddle.

Ook is één en ander terug te voeren op de traditionele Afrikaanse muziek. Zo kreeg de stem een zeer belangrijke rol. IJkpunt hiervoor zou de ‘vraag/antwoord-zang’ kunnen zijn. Veel Afrikaanse stammen, die als slaven naar Amerika werden verscheept, hadden een sterke samenzangtraditie. Men werkte veel samen, en zodoende werd er vaak samen gezongen om het zware werk minder zwaar te maken. Dit zelfde principe valt nog terug te horen in de latere blues, waarbij de zang bijvoorbeeld ‘vraagt’ en de gitaar ‘antwoordt.’ De voor de blues zo essentiële gitaar is een ander punt. Het instrument werd door de Portugezen mee naar Afrika genomen, in het koloniale tijdperk. Daar sloeg de gitaar aan. Veel stammen maakten in hun muziek al veel gebruik van ‘gitaarachtige’ snaarinstrumenten. De ‘fingerpicking stijl’ lijkt op dit soort instrumenten te zijn ontwikkeld. Ook de ritmische aspecten in de muziek, de groove en de repetitieve elementen, zou je hier op terug kunnen voeren. De gitaar sloot goed aan bij de muzikale tradities van de Afrikaanse stammen en zou erg belangrijk worden bij de blues.

Toch blijft dit allemaal giswerk. De specifiek Afrikaanse invloed is niet makkelijk te achterhalen. De daar levende stammen en hun culturele erfgoed waren geen homogeen geheel en aangezien Afrika erg verwesterd is, is het achterhalen van deze invloeden nu erg moeilijk. Net als de meeste muziek is de blues voortgekomen uit een smeltkroes van verschillende muzikale tradities. Minstens even belangrijk zijn de genoemde maatschappelijke misstanden en de spirituele invloeden, die zowel Afrikaans als Europees zijn.

De duivel op het kruispunt

De oorsprong van de crossroadmythe is deels Afrikaans en deels Europees. Om het christendom begrijpelijker te maken voor de slaven, integreerden missionarissen de goden uit hun religie in de bijbel. De god Elegba was één van de goden uit de Afrikaanse religies en hij functioneerde als intermediair tussen de gewone wereld en de geestenwereld. Als je een wens had, vroeg je dat aan hem. Dat kon je het beste om middernacht, op een kruispunt doen. Elegba bracht de wens over en zorgde voor het verlenen van de gunst, al was hij ook in staat tot het plagen en dwarszitten van mensen. De missionarissen maakten van Elegba de duivel uit het christendom. Als een slaaf iets van Elegba wilde, leek het dus voor de christenen alsof hij de duivel aanbad.

Het Europese deel van het verhaal betreft het verkopen van je ziel voor een gave of iets anders. Diegene die zijn ziel verkoopt zal altijd de aanwezigheid van de duivel voelen en weet dat hij ooit eens door hem zal worden opgehaald. Dit gegeven is vereeuwigd door Goethe in zijn levenswerk Faust. De samensmelting van verschillende religieuze elementen leverde de crossroadmythe op en is daarmee een belangrijk bestanddeel van de blues.

Flirten met de duivel zal voor veel slaven een goede manier zijn geweest om zich af te zetten tegen de blanken en was tegelijkertijd een krachtige metafoor bij het omschrijven van maatschappelijke misstanden. Evenmin zal de connectie met de duivel de verkoopcijfers kwaad hebben gedaan. Toch waren de meeste blueszangers van de waarheid van het verhaal overtuigd en durfden geen stap meer in een kerk te zetten, omdat ze bang waren gestrafd te worden voor hun slechte leven. Velen waren er heilig van overtuigd dat je op een kruispunt je ziel aan de duivel kon verkopen, in ruil voor muzikaal talent.

Resultaat was wel dat veel bluesmuzikanten met hun donkere teksten en rauwe muziek de blanke bevolking nog meer tegen zich in namen. Door hun huidskleur en armoede werd de zwarte gemeenschap al met de nek aangekeken; de muziek en teksten bevestigden voor veel blanken alleen maar het idee dat zwarten slecht waren en dat blues de muziek van de duivel was. Maar ook binnen de zwarte gemeenschap zelf was veel weerstand tegen bluesmuzikanten. Blues was voor veel mensen een synoniem voor drankmisbruik en geweld. De zwarte kerken verafschuwden de blues net zozeer als de blanke geloofsgemeenschappen. De associatie met geweld is ook niet helemaal ten onrechte. Veel blueszangers hadden een wild leven en gingen prat op hun verbintenis met de duivel of hun slechte karakter. Muzikanten zwierven door Amerika, waren vaak aan de drank en kwamen niet zelden op geweldadige wijze aan hun einde.

Blueslegende Robert Johnson werd vergiftigd door een man, omdat hij zijn vrouw had weten te verleiden. Hij werd 26 jaar oud en zijn werk wordt tegenwoordig als legendarisch beschouwd. Er bestaan welgeteld twee foto’s van hem: hij was bang dat zijn ziel gestolen zou worden als er een foto van hem werd genomen. Johnson was een fantastisch muzikant op heel jonge leeftijd. Voor veel mensen kon dit niet natuurlijk zijn en moest de duivel zich er wel mee hebben bemoeid. Van hem is ook het nummer ‘Cross Road Blues’, waarin hij zingt over kruispunten en smeekt om hulp. Daarmee kwam de ‘crossroadmythe’ tot bloei en werd Johnsons connectie met de duivel voor velen bevestigd.

Doorbraak

Tot medio jaren ’60 van de vorige eeuw was Amerika een gesegregeerde maatschappij, waarbij er nauwelijks contact was tussen zwart of blank. Men leefde zoveel mogelijk langs elkaar heen. Als zwarte man of vrouw had je weinig behoefte om te luisteren naar vrolijke country-deuntjes, terwijl je zelf een ellendig bestaan had. Omgekeerd dacht je als blanke wel twee keer na voordat je naar die ‘duivelse zwarte muziek’ ging luisteren. Blanke Amerikanen luisterden in de eerste helft van de 20ste eeuw veelal naar big-bandmuziek en crooners. Uiteraard luisterde men ook veel naar country. De toenmalige country was een soort verzamelnaam voor de muziek van de blanken uit de Zuidelijke staten. Men zong over het goede Amerikaanse leven. Vaak was het patriotistische en nostalgische muziek. In de jaren ’30 en ’40 zou de muziek een andere lading krijgen, door protestzangers als Woody Guthrie.

Laat in de jaren ’40 ontstond de term R&B (Rhythm & Blues) als verzamelnaam voor de muziek van de zwarte Amerikanen. Deze muziek kwam voort uit de blues en de jazz, die zich gelijktijdig ontwikkelde. Deze stijlen evolueerden tot verschillende, vaak dansbare, varianten als boogie woogie en doo wop.

In de jaren ’50 was de radio hét medium waarmee de wereld kennis zou nemen van muziek. Dit omdat de radio in feite het énige medium was dat op grote schaal mensen kon bereiken. Zodoende zorgde die ervoor dat blanken kennis kon maken met de muziek die door zwarten werd gemaakt. Vooral de blanke jeugd, die genoeg had van de oudbakken muziek van hun ouders, ontdekte de radiozenders van de zwarte bevolking. Die muziek sloeg aan en werd in snel tempo populair. De muziekindustrie besefte dat er geld te verdienen viel en speelde op de hype in. Blanke artiesten gingen hun versie maken van de ‘zwarte muziek’. In feite werd de ‘zwarte’ muziek zo populair bij de blanke jeugd dat blanke muzikanten zich gedwongen zagen om ook ‘zwarte’ muziek te gaan maken. De rock-’n-roll was hiermee definitief geboren.

En met het ontstaan van de rock-’n-roll ontstond ook een interesse in - en een herwaardering van - de oudere muziek. Jazz werd populair en steeds meer blanke mensen begonnen naar de blues te luisteren. De blues kon de hitlijsten gaan bestormen en blanke muzikanten lieten zich erdoor beïnvloeden. En met die nieuwe interesse in oude muziek werd heel geleidelijk de ‘duivelse’ en ‘ontaarde’ muziek van mensen als Robert Johnson in de armen gesloten. Zo werden de verdoemde muzikanten de belangrijkste inspirators voor veel van de hedendaagse muziek.


vrijdag 5 juli 2013

I wanna be your man

"I Wanna Be Your Man" is een nummer uit 1963, dat op naam staat van het duo Lennon-McCartney en zowel door The Beatles als The Rolling Stones is opgenomen. The Rolling Stones deden dat drie weken eerder. Paul McCartney maakte een begin met het nummer en hij maakte het samen met John Lennon af tijdens een opnamesessie van The Stones.

Lennon en McCartney zagen Mick Jagger en Keith Richards voorbijkomen in een taxi op weg naar de De Lane Lea Studio (Kingsway 129, Londen) en vroegen ze om een lift. Toen ze hoorden dat The Stones verlegen zaten om nummers om op te nemen, boden ze het nummer aan waar McCartney net aan begonnen was.



Lennon en McCartney zongen het beginnetje van "I Wanna Be Your Man" voor en toen het bij hun collega-muzikanten in de smaak viel, maakten ze in een hoekje van de studio het nummer af, tot grote bewondering van The Stones.

In 1980 liet John Lennon zich in een interview nogal denigrerend uit over het nummer:  ‘It was a throwaway. The only two versions of the song were Ringo and the Rolling Stones. That shows how much importance we put on it: We weren't going to give them anything great, right?’

Bij de opname waren de rollen als volgt verdeeld:

Mick Jagger, zang
Brian Jones, achtergrondzang en gitaar (bespeeld met een slide)
Keith Richards, slaggitaar
Bill Wyman, basgitaar
Charlie Watts, drums

Het is een van de weinige nummers van The Stones met Brian Jones als achtergrondzanger.

Volgens David Dalton in het boek The Rolling Stones: The First Twenty Years hadden The Beatles hun collega-groep op het idee gebracht zelf nummers te gaan schrijven, nu ze hadden gezien hoe snel dat kon. Ze mochten het meteen proberen met de achterkant van "I Wanna Be Your Man". Ze hadden nog een half uur om een achterkant in elkaar te flansen en met vereende krachten, inclusief een pianopartij van Ian Stewart, lukte dat. Het resultaat is "Stoned", een grotendeels instrumentaal nummer met af en toe een uitroep van Mick Jagger. Het is het eerste nummer dat op naam staat van Nanker Phelge, het pseudoniem dat The Rolling Stones gedurende hun eerste jaren gebruikten voor hun zelfgeschreven nummers

woensdag 3 juli 2013

Geschiedenis van de panfluit (5)

West-Europa
Uit het voorafgaande is gebleken dat de panfluit niet bepaald een Europees instrument is. Wel zijn er onder andere bij Ljubljana vondsten gedaan van allerlei voorwerpen uit het vroegere IJzeren Tijdperk ( 6de en 5de eeuw v.Chr), waarop afbeeldingen voorkomen van vlotvormige panfluiten met vijf en zes pijpen, meestal in combinatie met de lyra. Dat de panfluit in Europa van het toneel verdween houdt mogelijk verband met het tot ontwikkeling komen van het orgel.
Toch waren er ook in de Middeleeuwen panfluit spelende herders. In de 12de en 13de eeuw werd de panfluit (waarschijnlijk identiek met de frestele, frêtel of frêtian) bespeeld door minstrelen.
Nog in de 19de eeuw kon men in Engeland rondreizende panfluitisten aantreffen. In 1807 schreef een zekere Daire, die een nieuwe panfluit uitvond, een soort panfluit methode: "The complete Preceptor for Daire's new invinted Syrrinx or patent Pandean Harmonica, containing tunes and military pieces in one, two, three and four parts".
Verder gebruikt W.A.Mozart de panfluit in zijn opera "die Zauberflöte".
Nog enkele namen die we in Europa voor de panfluit tegenkomen: in Frankrijk "fieould" en "fioulet cristedou", tegenwoordig "flûte de pan".
in Italië "organino" en "zuffolo pastorale", tegenwoordig "flauto di Pane".
In Spanje "zampona"
In Slowakije "costimaje" en "trstjenke".
InTurkije "mithqal" en "mizmar duduyi".
In Baltische landen "skaudumas"
Bij de Kozakken "svirlejka"
In Engeland "pandean pipes" en panpipes".
In Duitsland "Pansflöte".

Roemenië
Hoe de panfluit in Roemenië is gekomen is niet precies bekend. Tegen het einde van de 74 eeuw v.Chr. hadden de Grieken een zeer machtige vloot. Zij wisten daarmee door te dringen tot de Zwarte Zee en bezetten de Roemeense kust en vestigden daar drie koloniën: Histria, Callitis (tegenwoordig Mangalia) en Tomis (tegenwoordig Constanta). Gedurende vele eeuwen hebben de Grieken veel invloed op de oorspronkelijke bevolking, de "Geto-daces".
De panfluit is toen waarschijnlijk wel doorgedrongen tot het Roemeense gebied, maar het is de vraag of het instrument door de bewoners geaccepteerd is in hun eigen muziek.

Wel zijn er bewijsstukken gevonden van het bestaan van de panfluit in Roemenië, maar dat was op maar enige honderden kilometers afstand van de Griekse koloniën aan de Zwarte Zee, namelijk in Oltenië. Een sarcofaag waarop in reliëf een panfluitspeler staat afgebeeld en verder enige fresco's in zeer oude kerken.

Ook wordt wel eens geopperd dat de panfluit bij de "Geto-daces" al gebruikt werd voordat de Grieken er kwamen en zo via Griekenland bij de andere volken verspreid werd.
De panfluit was altijd zeer geliefd bij de herders en dat is nog steeds, men kan er nog altijd ontmoeten in bergen en valleien.
Alleen is intussen de vorm wat veranderd, er zijn wat pijpjes aan toegevoegd en ook de manier van spelen is nogal veranderd. De naam werd "muskal" en tegenwoordig is het "nai".
Het instrument is een tijd lang erg zeldzaam geweest in Roemenië, langzamerhand is het van de herders overgegaan naar de stadsmuzikanten, de "lautari".
In 1864 werd het lijfeigenschap van de zigeuners opgeheven, de bevrijde muzikanten gingen overal spelen tijdens bruiloften en feesten en de panfluit kwam steeds meer in zwang. De techniek werd steeds beter, ze begonnen langzamerhand de, door de viool gespeelde melodie mee te spelen en zelfs te vervangen.



De musicus Fanica Luca (1894-1968) "ontdekte" de panfluit en hij is beroemd geworden om zijn onvergelijkbare vertolkingen van populaire Roemeense melodieën. Hij speelde op een panluit met gebogen vorm om zo virtuoser spel mogelijk te maken.
In 1949 werd door hem voor het eerst lesgegeven in panfluit aan de muziekschool te Boekarest.
Hij had een groot talent op pedagogisch gebied en had al na enkele jaren een groep panfluiters van niveau samengesteld, zoals Damian Luca, (zijn neef), Nicolae Pîrvu, Gheorghe Zamfir, Marika Luca (zijn dochter), Radu Costèl, Constantin Dobre en Radu Simion.
Het spel van Fanica Luca was duidelijk gericht op een toon met minder geruis dan bij het vroegere panfluitspel. Hij en zijn leerlingen gaven de panfluit, die daarvoor meestal gebruikt werd als begeleidingsinstrument, een plaats in de rij van soloinstrumenten.

maandag 1 juli 2013

Negro Spirituals en de afschaffing van de slavernij

De eerste negro spirituals dateren al van 1619 toen de eerste slaven door een Hollands schip aan land werden gezet in Jamestown, in Virginia (Verenigde Staten), vertelt Hans Lilje in een oude Duitse uitgave over het genre van spirituals en gospelliederen. De teksten en melodieën ontlenen hun oorsprong aan het Afrikaanse continent en trekken zich niets aan van westerse muzieksymbolen. ‘Er is geen westerse scheiding tussen gedachte en geest, tussen woord en ritme’, vertelt Lilje. Het gezongen lied gaat gemakkelijk over in de dans. Men zingt niet van een papier, men zingt uit het hart en uit het lijf.

De auteurs van de liederen zijn niet bekend. Ze zijn van generatie op generatie overgeleverd. Ze werden aanvankelijk niet opgeschreven, zoals dat trouwens nog steeds het geval is met veel muziek die in migrantengemeenten in Nederland wordt gezongen. Toen in de groep van Veelkleurig Getuigen (waarin ook de Raad van Kerken participeert) de suggestie werd gedaan om een internationale liedbundel te maken van diverse genres van liederen die in Nederlandse kerken worden gezongen, antwoordden vertegenwoordigers van migrantenkerken: ‘Onze liederen staan nergens opgeschreven en de melodie varieert’.

Als je aan iemand die de negro spirituals zingt vraagt waar de song vandaan komt, zal men zeggen: ‘Mijn grootmoeder heeft het me geleerd’. En als je het de grootmoeder zou vragen, zou ze waarschijnlijk hetzelfde zeggen. De liederen zijn gegroeid in een doorleefd leven en het inleven van een enkel bijbelvers. Dat bijbelvers werd niet uitvoerig geëxegetiseerd en al helemaal niet in een dogmatisch kader geplaatst; men nam eenvoudigweg de letterlijke betekenis en bracht die over op de eigen situatie.

Het is dan ook geen wonder dat men voorkeur had voor liederen waarin men de eigen slavernij kon spiegelen. De verhalen uit het Oude Testament zijn populair; en het lijdensverhaal van Christus en de thema’s waarin lijden overgaat in hoop en verwachting van de toekomst. Zo zijn de liederen uiteindelijk de wolk geweest waarop hele generaties hebben kunnen overleven en dat hoor je nog in de liederen. De responsies gaan heen en weer tussen het koor en de solist. Men zingt elkaar de moed en het vertrouwen toe. ‘Ik kan niet zingen, wat ik niet zelf geloof’, zei ooit Mahalia Jackson, bij uitstek de vertolkster van het genre.

Van de verhalen is het verhaal van Mozes en de uittocht uit Egypte erg populair. De negerslaven herkenden zich in de benauwde omstandigheden van de Israëlieten in Egypte. Ze zongen:
Go down, Moses,
Way down in Egyptland.
Tell old Pharaoh,
To let my people go.

En ze spraken Mirjam aan conform Exodus 2, 15 met:

O Mary, don’t you weep.
Daarin zinnen als:
One of dese mornings, bright and fair,
Take my wings and cleave de air,
Pharaohs army got drowned,
Oh Mary, don’t you weep.
En het verhaal van Jozua uit hoofdstuk 6:
Joshua fit de battle ofJericho.
En het eindigt met:
And the walls come tumbling down.

En al evenzeer het strijdbare lied van Simson:

Oh Sampson had his way, Delilah!
And they said his name was Jesus.

Ook de verhalen van Jezus vonden hun weg, zoals het verhaal van Kerst:

Go tell it on the mountain
Over the hills and everywhere.
Go tell it on the mountain,
That Jesus Chris is born.


Vanzelfsprekend is er veel herkenning in het lijdensverhaal van Jezus.

Where you there, when they crucified my Lord?
En het gevoelige:
Oh sometimes – it causes me to tremble, tremble, tremble.

De neger herkende zich in het perspectief van de nacht:

Oh, nobody knows the trouble I’ve seen,
Nobody knows but Jesus.
Nobody knows the trouble I’ve seen.
Glory, Hallelujah!

Elia

Diverse liederen gaan over de toekomst en de verwachting. Een voorbeeld vormt de aansluiting bij de hemelvaart van Elia in 2 Koningen 2: 11 v., als Elia over de Jordaan gaat, symbool van de grens naar de eeuwigheid:
A band of angles coming after me,
Coming for me tocaryme home.
De negerzanger schuilt in het verhaal van Elia.

Onderliggende gedachte is steeds dat God verhoudingen herstelt:

Ef salvation was a thing money could buy,
Den de rich would life an’de po’would die.
But Ah’m so glad God fix it so,
Dat de rich mus’die jes as well as the po’!

De tekst sluit aan bij Openbaring 21,4 als er geen slavernij meer zal zijn.

Hoewel de slavernij formeel is afgeschaft, wil dat niet zeggen dat alle bevolkingsgroepen evenzeer toegang hebben tot dezelfde levensstandaard. Er zijn nog vele voorbeelden te vinden van mensen die ooit als slaaf hebben gewerkt en zich nog steeds rekenen tot het proletariaat, dat minder educatie heeft en genoegen moet nemen met minder goed betaalde banen. Het behoeft geen betoog dat die onderkant van de samenleving met meer passie de negro spirituals in de mond zal nemen dan de mensen die vele malen bovenmodaal incasseren en huizen bewonen met oprijlanen. Als zij de negro spirituals al in de mond nemen is het meer vanuit nostalgie dan dat ze instemmen met wat Mahalia Jackson ooit zei over muziek die wel en muziek die ze niet kon zingen.

Zoals bekend wil de Raad van Kerken graag post ontvangen van gemeenten en parochies die met het thema slavernij zijn bezig geweest. De post krijgt een plaats in de liturgie die wordt ingevuld op1 juli 2013 als de afschaffing van de slavernij wordt herdacht met een viering in de Koningskerk in Amsterdam.